Samenvatting: Fiscaal Comptabele Verantwoording

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Fiscaal Comptabele Verantwoording

• 1 Week 1: privébeoordeling

• 1.1 Syllabus en HC: hoofdstuk 1

  Dit is een preview. Er zijn 14 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is het gevolg voor de bewijslast als er een negatief of te laag netto privé is? Noem ook het artikel over de administratieplicht

  He gevolg is dat er een omkering van de bewijslast plaatsvindt, zie 27e AWR.
  
  Jij moet dan aannemelijk maken dat de aangifte WEL juist was
  
  O.g.v. 52 AWR ben je verplicht administratie bij te houden

• Stel: theoretisch EV = werkelijk EV, wat zegt dit?

  Dit zeg dat je GEEN bruto privé hebt. Je hebt dan geen privé uitgaven gehad, dat is de analyse en valt op bij de Belastingdienst. Je moet toch kunnen eten?

• Wat zijn de 4 bronnen voor consumptieve uitgaven?

  1 - beginvermogen 
  2 - verteerbaar inkomen
  3 - ontvangsten/uitgaven buiten inkomenssfeer
  4 - waardemutaties vermogen

• Wat zijn de twee opties bij het verwerken van de auto in de vermogensvergelijking?

  1 - benoemde post: dan hoef je de waardemutaties niet mee te nemen
  2 - opnemen in beginvermogen, dan moet je de waardemutaties corrigeren. Afschrijvingen en wat het minder waard is geworden (of meer misschien?)

• Wat is het verteerbaar inkomen en geef voorbeelden. Wat is het doel bij forfaits?

  Verteerbaar inkomen is vermogenstoename door prestaties
  
  Inkomen uit werk en woning 
  Box 1. Belastbaar loon, PU, EW, ROW en WIO
  Box 2. Dividend en gerealiseerde koerswinsten/verliezen bij AB aandelen
   
  Doel bij forfaits is dat je deze vervangt door wat er ECHT is ontvangen aan dividend, rente, pacht etc.

• Geef het waardeverandering berekening schema bij 4 - waardemutaties vermogensbestanddelen

  Beginstand vermogensbestanddeel
  +investeringen
  - desinvesteringen (wat je hebt verkocht)
  =theoretische eindstand vermogensbd
  - werkelijke eindstand vermogensbd
  
  Conclusie: waardeverandering. Deze moet je verwerken in de privé beoordeling om tot een juiste analyse te komen.

• Geef in 1 overzicht weer wat het bruto privé en het netto privé is

  
  Bruto prive
  
  Theoretisch eindvermogen
  -werkelijk eindvermogen
  = bruto prive
  
  Bruto privé is AL het vermogen dat IS VERTEERD in verband met privé bestedingen, dus: het totaal aan consumptieve uitgaven.
  
  
  
  Netto prive
  Definitie: de consumptieve uitgaven die iemand heeft uitgegeven aan het dagelijkse levensonderhoud.
  
  Analyse netto prive: moet passen bij de omstandigheden, gezinssamenstelling, uiterlijk vertoon enz.
  -Niet te laag maar ook niet te hoog (zeker niet negatief)/

• Benoemde posten: wat zijn de 3 kenmerken?

  Benoemde posten
  -Grote traceerbare consumptieve uitgaven
  -En/of met een indicenteel karakter
  -Analyse benoemde posten geeft uiteindelijk inzicht in het gewone levenspatroon

• Wat gebeurt er bij belastingschuld (de beide opties)?

  De aanslag die opgelegd gaat worden, leidt tot een minder kunnen besteden aan andere consumptieve uitgaven. 
  1-Je neemt deze op in het vermogen als theoretisch vermogen. 
  2-Je neemt deze niet op, dan is het een benoemde post.

• Wat gebeurt er bij sierraden aankopen (de beide opties)?

  1-je neemt het op in het vermogen: je ruilt een stukje kas in voor vermogen
  
  2-je neemt het niet op in vermogen, maar geeft het aan als benoemde post