Berekening belastbaar inkomen - heffingsgrondslag bij sparen en beleggen ( e.v.)

9 belangrijke vragen over Berekening belastbaar inkomen - heffingsgrondslag bij sparen en beleggen ( e.v.)


Wat is het belastbare inkomen/Voordeel in box 3?

Dit is Bezettingen - schulden - heffingsvrij vermogen - persoonlijke aftrek * 4% forfaitaire voordeel.

Wet IB 5  – Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen (art 5.1 t/m 5.23)


Wat ziet de BD als bezittingen (6 categorieën)? Art. 5.3 lid 2 Wet IB

a. Onroerende zaken: 2e woningen, bedrijfsgebouwen tot het prive-vermogen, percelen, terreinen
b. Rechten op onroerende zaken: huur- en pachtrechten. Indien een vergoeding wordt betaald voor de rechten dan kan het voordeel op 0 worden gesteld.
c. Roerende zaken met hoofdreden een belegging: sieraden, verzamelingen, goudstukken
d. Rechte op roerende zaken, termijn- en optiecontracten + vruchtgebruik
e. Rechten die niet op roerende zaken betrekking hebben --> geld.
f. Overige vermogensrechten: bedrijfsmatig geexploteerde vergunningen of trustvermogens.

Wet IB 5  – Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen (art 5.1 t/m 5.23)


Wat ziet de BD NIET als schulden? Art. 5.3 lid  3 Wet IB

- Belastingschulden
- Overigen verplichtingen  - drempel van € 2.900,- (doelmatigheidsdrempel). Bij partnerschap is dus € 5.800,-

Wet IB 5  – Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen (art 5.1 t/m 5.23)
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart


Wat wordt nadrukkelijk uitgesloten bij het vermogen ivm een erfenis? Art. 5.4 Wet IB

- Vermogen waar geen vruchtgebruik op is --> niet opeisbare geldvorderingen

Wet IB 5  – Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen (art 5.1 t/m 5.23)


Hoe werkt het heffingsvrij vermogen en welke extra bepaling is er met betrekking tot de ouderdentoeslag.

Dit is ongeveer 21k en bij partnerschap 42k.

Ouderentoeslag.: 65+ vermogen boven x bedrijf. Op basis van box 1 vermogen wordt er een bedrag bovenop geteld.

Partners kunnen de bedragen naar eigen gelang verdelen.

Wet IB 5  – Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen (art 5.1 t/m 5.23)


Welke 5 uitzonderingen zijn er op het eigen vermogen in box 3? Art. 5.7 e.v.

1. Bosbedrijven
2. Voorwerpen van kunst en wetenschap + ter beschikking gestelde voorwerpen voor een collectie
3. Rechten op roerende zaken uit erfrecht die voor persoonlijke doeleinden worden gebruikt.Wat is de algemene regel m.b.t. de waardering van het vermogen? Art. 5.19

4. Bepaalde rechten op levensverzekeringen
5. Groene beleggingen.

Wet IB 5  – Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen (art 5.1 t/m 5.23)


Wat is de algemene regel m.b.t. de waardering van het vermogen? Art. 5.19

De economische waarde aan het begin van het jaar of bij aanschaffing is de waarde.

Wet IB 5  – Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen (art 5.1 t/m 5.23)


Welke 2 uitzonderingen zijn er op de economische waardering van het vermogen? (Art. 5.21/Niet in WB)

1. Woningen --> woningen die meer dan 1/3 ter beschikking staan aan belastingplichtige en dus niet worden verhuurd worden gewaardeerd tegen de WOZ waarde. Anders economische waarde.
2. Effecten. Dit zijn aandelen op de AEX, deze worden tegen de slotkoers van het voorgaande jaar gewaardeerd.

Wet IB 5  – Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen (art 5.1 t/m 5.23)


Geef aan wel of niet box 3: modeltreinverzameling, priveschulden, antieke meubels, aandelen.

Modeltreinverzameling: vrijgesteld ivm vermogen Kunst en Wetenschap
Priveschulden: ja maar na de drempel van  2900/5800
Antieke meubels: nee, roerend goed met privegebruik
Aandelen: Ja maar wel tegen de officiele einddatum prijs

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo