Uitgaven voor inkomensvoorziening en persoonsgebonden aftrek

10 belangrijke vragen over Uitgaven voor inkomensvoorziening en persoonsgebonden aftrek

  • 6.1 Wat zijn uitgaven voor inkomensvoorziening?


Wat is de betekenis van lijfrenten? Art. 1.7 Wet IB
Een aanspraak op een uitkering die samenhangt met overlijden en die niet vervreemd kan worden.

Wet IB 1.0.0 – Algemene bepalingen (art 1.1 t/m 1.10)


Wat is de betekenis van pensioensregelingen? Art 1.7 Wet IB

Dit is een regeling die te maken heeft met een oudedagvoorziening in is geregeld op basis van wettelijke bepalingen van de loonbelasting of vastgestelde wettelijke regelingen.

Wet IB 1.0.0 – Algemene bepalingen (art 1.1 t/m 1.10)


Wat wordt gezien als uitgaven voor inkomensvoorziening?

Premies voor lijfrenten voor het opvullen van een pensioentekort, ANW of anders.

Volledige lijst: art. 3.124 Wet IB

Wet IB 3.7 – Uitgaven voor inkomensvoorzieningen (art 3.124 t/m 3.131)
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart


Welke partijen worden gezien als een toegelaten aanbieder van lijfrenten? Art 3.126 Wet IB

- Een verzekaar volgens wettelijke bepalingen of een natuurlijk persoon
- Pensioenlichamen volgens Wet VPB
- Niet te lande pensioenfonds die onderdelen is van een bestaande regeling
- Een aangewezen wettelijk pensioenlichaam

Wet IB 3.7 – Uitgaven voor inkomensvoorzieningen (art 3.124 t/m 3.131)


Wat wordt bedoeld met de jaarruimte die iemand heeft m.b.t. het betalen van lijfrente premies?

Als iemand een pensioentekort heeft dan kunnen de premies afgetrokken worden. Het bedrag tot hoe hoog hij dit kan doen is de reserveringsruimte.

Dit is 17% van inkomsten - 11.829 (AOW) met een maximum van € 162k.
- het opgebouwde pensioen* 7,5
- Saldo van de toename van de FOR

vb. inkomen van € 48.000, 900 pensioengroei

48.000 - 11.829 * 17% = 6.149
Pensioengroei = 7,5 * 900 = 6750
Toename FOR = 0

Jaarruimte is 0

Wet IB 3.7 – Uitgaven voor inkomensvoorzieningen (art 3.124 t/m 3.131)


Wat wordt bedoeld met de reserveringsruimte m.b.t. de lijfrentes?

Dit is de ruimte t.o.v. vorige jaren. Telkens moet de jaarruimte worden berekend incl. de betaalde premies. Er is wel een maximum van € 6.989 per jaar. Dit wordt vanaf 10 jaar voor AOW leeftijd verhoogd.

Wet IB 3.7 – Uitgaven voor inkomensvoorzieningen (art 3.124 t/m 3.131)


Wat houdt de mogelijkheid om stakingswinst in lijfrente om te zetten in? Art. 3.129?

Dit is mogelijk maar wel met bepaalde maxima en na aftrek van eerder opgebouwde voorzieningen zoals uitkeringen van loon of andere periodieke uitkeringen.

Wet IB 3.7 – Uitgaven voor inkomensvoorzieningen (art 3.124 t/m 3.131)


Wanneer mogen de premies voor lijfrente worden afgetrokken? Art. 3.130

Dit kan:
- Wanneer premies zijn betaald
- 6 maanden van het daaropvolgende jaar
- 6 maanden van het daaropvolgende jaar van binnenland naar buitenland

Wet IB 3.7 – Uitgaven voor inkomensvoorzieningen (art 3.124 t/m 3.131)


Welke mogelijkheden zijn er m.b.t. het overlijden van een ondernemer? Art. 3.131?

De erfgenamen kunnen alsnog een verzoek doen om de lijfrenten te beschouwen als premies door de ondernemer. Voorwaarde
- Aangeven aangifte
- Een dadelijk ingaande lijfrente binnen 6 maanden OF
- Lijfrenteovereenkomst. De verplichting tot lijfrente opnemen in het ondernemingsvermogen

Wet IB 3.7 – Uitgaven voor inkomensvoorzieningen (art 3.124 t/m 3.131)


Waar bestaat de negatieve persoonsgebonden aftrek uit?

Dit bestaat uit persoonsgebonden aftrek waar alsnog een vergoeding voor is ontvangen.

Wet IB 3.9 – Negatieve persoonsgebonden aftrek (art 3.139)

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo