Wet op loonbelasting - Inhoudingsplichtige & voorwerp van de belasting

12 belangrijke vragen over Wet op loonbelasting - Inhoudingsplichtige & voorwerp van de belasting


Wanneer is er sprake van een inhoudingsplichtige en wie is het? Art. 6 t/m 8a

Er is een inhoudingsplichtige bij de volgende dienstbetrekkingen:
1. Echte dienstbetrkking: degene die het loon betaalt
2. Fictieve dienstbetrekking: aangewezen inhoudingsplichtigen (uitzendbureau, ouder, BV voor een DGA)
3. Aangewezen uitkeringen, de instantie die het uitkeert.

Wet LB 1 – belastingplicht (art. 1 t/m 8)


Het object van de belasting in het belastbare loon. Wat wordt gezien als loon? art. 10 LB

Alle beloningen die in verband staan met het dienstverband. Dit kunnen zowel contractuele afspraken als niet-contractuele afspraken zijn.

bv. A werk voor B. B geeft A een lening. De lening is geen loon. B besluit A het kwijt te schelden om hij het niet kan betalen. De kwijtschelding is geen loon. B besluit A kwijt te schelden zodat hij in dienst blijft. De kwijtschelding is wel loon.

Wet LB 2 – Voorwerp van de belasting (art. 9 t/m 19)

Wanneer is de vrijwilligersregeling van toepassing? Wat is de algemene regel en bij welke bedragen wordt vermoed dat iets onder die regel valt?

Medewerker is in dienst van ANBI en doet het werk niet als wijze van beroep.

De vergoeding die betaald wordt moet altijd onder het karakter van een kostenvergoeding vallen. Er mag dus ook € 0,35 per km worden vergoed als die de werkelijke kosten dekt.

Elke vergoeding onder de € 150,- per maand en 1500 per jaar is automatisch OK
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart


Fictief loon: Hoe werkt het met het loon van de aanmerkelijkbelanghouder? Wanneer wordt het loon en voor welke bedrag hoger gesteld? Art. 12a Wet

Dit loon is gewoon belast.

1. Wanneer deze echter geen of erg weinig salaris krijgt is er een standaardsalaris van € 44.000,- per jaar. Dit kan hoger of lager zijn als dat gebruikelijk is voor de functie of de branche, bijvoorbeeld gebruikelijk is 70.000. Dan wordt 70% genomen --> 80.000 * 70% = 49.000

2. Indien medewerker meer verdient. Medewerker verdient 80.000 dan is fictief loon DGA ook 80.000.

Dit is alleen niet van teopassing als het gebruikelijke loon lager is dan € 5.000,-

Wet LB 2 – Voorwerp van de belasting (art. 9 t/m 19)


Welk 3 waarderingsmethoden zijn er voor de loon in natura? Art. 13 Wet LB

1. Waarde in het economisch verkeerd (consumentenprijs)
2. De bedrag van de besparing (als de natura omzet in loon)
3. Forfait voor bepaalde lonen.

Wet LB 2 – Voorwerp van de belasting (art. 9 t/m 19)


De economische waarde kan somg lastig zijn. Bespreek 1. Woning zaak. 2. Vakantiereizen; 3. Personeelskortingen

1. Dit moet tegen de economische huurwaarde. Indien het voor dienstbetrekking noodzakelijke huisvesting is: max 18% van loon op jaarbasis (bij 36 uur)

2. Vakantiereizen, economische waarde

3. Kortingen, gerichte vrijstelling mits:
- Branche producten
- Korting niet meer dan 20% economische waarde
- Max € 500,-


Wat is het verband tussen een aanspraak en uitkering? Wat is de hoofdregel mbt aanspraken en de omkeerregel? Art. 10 wet LB





  • Een aanspraak is een soort van premie op een toekomstige uitkering, al dan niet onder voorwaarden.
Hoofdregel: Aanspraak belast, uitkering onbelast

Hoofdregel bij de omkeerregel: aanspraak onbelast, uitkering belast


Hoe werkt het met het werkgevers en werknemersdeel bij de hoofdregel en de omgekeerde hoofdregel?

Hoofdregel:

Werkgeversdeel: belast --> dit is extra loon

Werknemersdeel: niets --> dit is onderdeel van het loon en hier moet dus gewoon loon over worden betaald


Omgekeerde hoofdregel:

Werkgeversdeel: onbelast --> dit is n.v.t. bij het loon

Werknemersdeel: vrijgesteld --> dit kan van het brutoloon worden afgetrokken en alleen het overgebleven deel wordt gebruikt voor de LB.


Hoe werkt het bij werkgever die geen werkgeversdeel berekenen maar wel een voorziening treffen de uitkering toekennen aan de werknemer?



  • De werkgever moet dan de maandelijkse of jaarlijkse toevoeging aan de voorziening berekenen als loon.


Noem 4 van de voornaamste aanspraken die onbelast zijn en dus een belaste uitkering hebben. Art 11 LB

1. Pensioenregelingen.

2. Aanspraak o.b.v. sociale verzekeringen, zoals ziektewet, WIA, etc.

3 .Zorgverzekzeringswet, Hierop houdt de werkgever ook een deel in. . Werkgevers: 7,5%. Werknemers: 5,4%. Er is een maximumbijdrage van € 51.853,-

4. Aanspraken ivm overlijden of invaliditeit, dit is vrijgesteld voor 3 maandsalarissen, daarna is het belast.


Wat wordt bedoeld met dat er nu een uniform loonbegrip is?

Dat het loonstrookje is vereenvoudigd en voor iedereen hetzelfde is geworden. Er zijn geen verschillende definities of verschillende berekeningen meer.

De 3 grondslagen zijn:
1. Loonbelasting/premie volksverzekeringen (loonheffing)
2. Premies werknemersverzekeringen
3. Inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw)

Hoe moet het aandelenoptierecht worden belast?

De loonheffing gaat over het gerealiseerde voordeel op het moment van uitoefenen.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo