Wet op de Vennootschapsbelasting - De subjectieve belastingplicht
14 belangrijke vragen over Wet op de Vennootschapsbelasting - De subjectieve belastingplicht
Wat is het lastige punt waar de wetgever mee te maken heeft bij de vennootschapsbelasting?
Wat is het klassieke systeem en hoe is dit een antwoord op het probleem met de aandeelhouders?
Wat is de vraag bij de subjectieve belastingplicht?
Wie (= welk subject) moet vennootschapsbelasting betalen.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Waar staan de hoofdbeginselen bij de bepaling of iets wel of niet een subjectieve belastingplicht heeft?
In Vpb staaat een wat nuttiger lijst (later meer)
AWR – Algemene bepalingen (art. 1 t/m 5e)
Welke regel is er m.b.t. de bepaling of iemand binnenlands of buitenlands plichtig is en welke 5 subvragen kunnen daaruit worden afgeleid? Art. 4 AWR
1. Waar is de werkelijke leiding van het bedrijf?
2. Waar is de statutaire zetel van het lichaam?
3. Waar wordt de onderneming uitgeoefend?
4. Waar wordt de Algemene Vergadering van Aandeelhouders gehouden?
5. Waar vergadert de raad van commissarissen?
AWR – Algemene bepalingen (art. 1 t/m 5e)
Welke basissplitsing maakt de wetgever in belastingplichtige lichamen? Art. 2 Wet Vpb
2. Lichamen die alleen subjectief belastingplichtig zijn indien ze een onderneming drijven en objectief belastingplichtig zijn voor de met die onderneming behaalde winst.
Wet Vpb – belastingplicht (1 t/m 6)
Welke lichamen vallen onder een onbeperkte belastplicht (o.b.v. hun rechtsvorm)? Art 2 lid 1 Wet vpb
2. Fondsen voor gemene rekening
3. Cooperaties
4. De cooperatieve vereniging
5. De onderlinge waarborgmaatschappij
6. Verenigingen die op onderlinge grondslag als verzekeraar of kredietinstelling optreden.
Wet Vpb – belastingplicht (1 t/m 6)
Waarom is een vermogensetikettering niet nodig bij onbeperkt belastingplichtigen?
Wet Vpb – belastingplicht (1 t/m 6)
Welke overige vennootschappen (geen BV/NV maar wel rechtspersoon) kunnen toch op vpb verschuldigd zijn?
Vennootschappen die via Buitenlandse constructies zijn opgericht. Bv. .ltd, GmnH's, SA.
Wat wordt bedoeld met 2. Fondsen voor gemene rekening?
Wet Vpb – belastingplicht (1 t/m 6)
Wat wordt bedoeld met 3. De coöperatieve vereniging en 4 de onderlinge verzekeringsmaatschappij?
Vb. Rabobank
vb. Dela
Welke lichamen hebben een 2e eis om onder de belastingplicht te vallen (1e eis = rechtspersoon --> belastingplichtig)? En wat is die 2e eis?
Bv.
1. Verenigingen, stichtingen en andere niet-publiekrechtelijke rechtspersonen.
2. Bepaalde soorten ondernemingen van publiekrechtelijke rechtspersonen
3. Lichamen die uitsluiten Nederlandse publiekrechtelijke rechtspersonen als belanghebbende hebben.
Wet Vpb – belastingplicht (1 t/m 6)
Op basis van welke vraag bepaald de wetgever of een lichaam wel of niet een onderneming drijft?
Wet Vpb – belastingplicht (1 t/m 6)
Wat is zijn de 2 gevolgen van de bepaling van wel of niet vpb?
2. Dat er aan vermogensetikettering moet worden gedaan. Wat wel en wat niet bij vpb.
Volledige lijst: zie art. 2 Wet Vpb.
bv. Vereniging die een bar heeft. Direct (en alleen) na training is niet belastingplichtig maar een apart feest wel.
Wet Vpb – belastingplicht (1 t/m 6)
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden