Wet op loonbelasting - Tabellen en eindheffing

10 belangrijke vragen over Wet op loonbelasting - Tabellen en eindheffing


Hoe werkt de heffingskorting bij LB en welke 5 zijn er? Art. 21c Wet LB

Dit is vergelijkbaar met de Wet IB. Het is persoonlijk en kan nooit meer zijn dan de verschuldigde IB.

De vijf:
1. Algemene heffingskorting
2. Arbeidskorting
3. Ouderenkorting
4. De alleenstaande ouderenkorting
5. De jonggehandicaptenkorting

Wet LB 3 – Tarief (art. 20 t/m 26)


Ligt kort toe hoe de korting bij de 5 heffingskortingen werken? Art. 21c Wet LB

1. Algemene heffingskorting: 1 bedrag
2. Arbeidskorting: vast bedrag + % van loon - % van loon dat boven een bepaalde grens zit.
3. Jonggehandicaptenkorting: vast bedrag
4. Ouderenkorting: vast bedrag bij bepaalde grens
5. Alleenstaande ouderenkorting: vast bedrag


Wanneer is de EDM (EersteDagsMelding) nog wel verplicht? Art. 28 Wet Lb

Deze is verplicht wanneer de inspecteur dit bij een beschikking verplicht en max voor 5 jaar. In de volgende 4 gevallen is dat verplicht:

- Inhoudingsplichtige heeft een vergrijpboete gehad voor het niet of te laat betalen
- Inhoudingsplichtige is strafrechtelijk vervolgd omdat hij buitenlandse werknemers in dienst had
- Inhoudingsplichtige heeft een boete gekregen voor het in dienst hebben van buitenlandse werknemers
- Er is een naheffingsaanslag geweest omdat de inhoudingsplichtige niet alle werknemers in de loonadministratie had.

Wet LB 4 – Wijze van heffing (art. 27 t/m 30)
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart


Wat is het anoniemtarief en wanneer wordt dit toegepast? Art. 26b Wet LB

Dit is het hoogste tarief voor medewerkers waarvan geen aangifte is gedaan omdat de gegevens niet bekend waren.

Wet LB 4 – Wijze van heffing (art. 27 t/m 30)


Wat wordt bedoeld met loontijdvak en herleiding? Hoe worden de belastingtarieven berekend? Art. 25 en 26 Wet Lb.

Dit is de periode dat een bedrijf moet gebruiken voor het inhouden van salaris.

Het herleiding is bij een loontijdvak dat anders is dan een jaar.

Jaar = 260 dagen
Maand = 65/3 dagen.
Week = 5 dagen
< dag = 1 dag

De tarieven voor een periode kleiner dan een jaar staan in witte tabellen voor een huidig dienstverband en groene tabellen voor een vroegere dienstverband. Er zijn ook tabellen voor bijzondere beloningen zoals gratificaties, tantièmes, vakantiegelden en overwerk.

Wet LB 3 – Tarief (art. 20 t/m 26)


Welke speciale berekening is er bij bijzondere beloningen en wat is het voornaamste doel? Art. 26 Wet LB

Bijzondere beloningen = eenmalige beloningen zoals gratificaties, tantièmes, vakantiegelden, (overwerk).

Deze vallen in een bepaalde tijdvak maar zijn niet alleen toe te rekenen aan die tijdvak. Om ervoor te zorgen dat mensen niet opeens in de hoogste schijf valen door dit hogere salaris is er een extra tabel.

2 methodes:
1. Tabel bijzondere beloningen gebruiken die is gebaseerd op
1a. jaarloon vorig jaar
1b geëxtrapoleerd jaarloon vorig jaar
1c verwachte jaarloon dit jaar

2. Het loon meenemen in deze maand. Dit is echter alleen toegestaand als er dan geen hogere inhouding is!

De enige uitzondering is overwerk!

Welke 2 methodes mag de werkgever toepassing op incidentele beloningen die toe te rekenen zijn aan een ander tijdvak. Bijvoorbeeld een provisie over kwartaal 1 die in maart zal worden uitbetaald?

1. Bijzonder belasting

2. Het witte kwartaaltabel toepassen:
Loonheffing loon van 3 maanden INCL provisie - Loonheffing loon van 3 maanden EXCL provisie  

Het tarief dat gebruikt moet worden is het tarief op het moment van berekenen


Wat is de 2e vorm van LB als eindheffing? Art. 31 Wet LB

Dit is een vorm waar de inhoudingsplichtige eigenlijk de eindheffing moet betalen.

Wet LB 5 – Heffing van de inhoudingsplichtige (art. 31 t/m 32)


Welke 2-splitsing is er bij de verschillende soorten eindheffing en welke 5 subsoorten zijn er? art. 31 en Uitv. Reg. oud

1. Het gebruteerde tarief (=tabeltarief)

1a. Naheffingsaanslagen van de inspecteur. In uitzonderlijke gevallen kan dit ook nog bij de werknemer worden gedaan.

1b. Knelpunten van tjdelijke aard, er kan een bepaalde periode niets worden gedaan zoals afwezigheid werkgever of administrateur.

1c Bepaalde publiekrechtelijke uitkeringen, vnl uitkeringen die vanuit de oorlog zijn ontstaan.

1d Vormene van bovenmatige loon. Zie uitvoeringsregeling art. 82.

2. Het enkelvoudige tarief (=schijventarief)

2a. Vormen van loon met een bestemingskarakter, zie uitvoeringsregeling 84

Wanneer is loonbelasting verschuldigd over loon?

Dit is:
1. Het moment van betaling of verrekening.
2. Ter beschikking stellen aan werknemer, Bijvoorbeeld als een werknemer nog een handeling moet doen om het te laten uitbetalen, rek.nr opgeven, cheque cashen, etc.
3. Moment van rentedragend worden, Loon dat vrijwillig nog niet is uitbetaald terwijl dit wel kan. Bijvoorbeeld DGA  die zijn loon niet volledig uit heeft betaald.
4. Vorderbaar en inbaar, bv. bij een faillissement is dit niet het geval.

Wet LB 2 – Voorwerp van de belasting (art. 9 t/m 19)

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo