Overige belastbare inkomensbestanddelen - Belastbare inkomsten uit eigen woning

18 belangrijke vragen over Overige belastbare inkomensbestanddelen - Belastbare inkomsten uit eigen woning



  • Hoe wordt het inkomen uit een eigen woning bepaald en waarom gaat men uberhaupt uit van een voordeel? Art. 3.112 Wet IB



  • Het voordele is dat men niet hoeft te huren. Dit voordeel (inkomen) moet worden belast. Voorheen was dit een fictieve huurprijs - kosten. Tegenwoordig is dit:

    Eigenwoningforfait. Op basis van de waarde van het huis wordt een forfait in rekening gebracht.

    Zie art. 3.112 Wet IB

    Wet IB 3.6 – Belastbare inkomsten uit eigen woning (art 3.110 t/m 3.123)



  • Wat is de exacte betekenis van het belastbaar inkomen uit eigen woning Art. 3.110 Wet IB



  • De belastbare voordelen uit eigen woning en uit een kapitaalverzekering van een eigen woning verminderd met de op de voordelen uit eigen woning drukkende aftrekbare kosten.

    Wet IB 3.6 – Belastbare inkomsten uit eigen woning (art 3.110 t/m 3.123)



  • Wat valt precies onder eigen woning? Art. 3.11 Wet IB



  • - Een gebouw/schip of een gedeelte + aanhorigheden, die,
    - (2) Niet t.b.v. onderneming of niet-tijdelijk ter beschikking wordt gesteld, en
    - (1) Hoofdverblijf van belastingplichtige of personen tot zijn huishouden. EN

    Terbeschikkingstaat op basis van (3) (economisch) eigendom of (4)vruchtgebruik op basis van erfrecht.

    Wet IB 3.6 – Belastbare inkomsten uit eigen woning (art 3.110 t/m 3.123)
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart



  • Wat wordt precies bedoeld met (2) anders dan ten behoeve van een onderneming?



  • Een woning die bij het vermogen van een onderneming hoort is geen eigen woning. Hiervoor wordt een bijtelling in rekening gebracht.

    Wet IB 3.6 – Belastbare inkomsten uit eigen woning (art 3.110 t/m 3.123)



  • In welke 3 delen/vereisten kan het eigendom worden opgesplitst?



  • Er is eigendom en:
    1. De voordelen en kosten en lasten moeten op de belastingplichtige drukken en een waardeverandering moet hem aangaan. Hierdoor vallen ook woning die deels door de overheid zijn gefinancierd eronder.
    2. Belastingplichtige en partner. De inkomsten van de woning zijn voor beide personen en kunnen daardoor naar keuze fiscaal worden belast.
    3. Economisch eigendom. De daadwerkelijke eigendom ligt niet bij de belastingplichtige maar hij is wel verantwoordelijk voor voordelen en kosten en een waardewijziging heeft invloed op hem.

    Wet IB 3.6 – Belastbare inkomsten uit eigen woning (art 3.110 t/m 3.123)



  • Wat houdt (4) vruchtgebruik, gebruik of woning krachtens erfrecht precies in?



  • Dat ALLEEN vanuit erfrecht deze 3 rechten onder de eigen woning kan vallen. Dit is om huur uit te sluiten.

    vb1. Langstlevende heeft vruchtgebruik en kinderen bloot eigendom --> langstlevende is box 1 en kinderen box 3
    vb2. Langstlevende heeft vruchtgebruik, kind woont in huis --> allebei box 1
    vb3. Ouder geven blote eigendom aan kinderen en blijven wonen. --> allebei box 3. Ouders hebben geen (economisch) eigendom en kinderen wonen er niet.

    Wet IB 3.6 – Belastbare inkomsten uit eigen woning (art 3.110 t/m 3.123)



  • Hoe moet de eigenwoningforfait worden berekend bij samenwonenden die geen partner zijn? Art 3.115 Wet IB



  • Dit moet naar rato worden berekend. Er is dus niet zoals bij partners een keuzevrijheid!

    Wet IB 3.6 – Belastbare inkomsten uit eigen woning (art 3.110 t/m 3.123)



  • Wat zijn de voorwaarden om een lening aan een eigenwoningschuld toe te rekenen? Art. 3119a



  • 1. Verwerving, onderhoud of verbetering eigen woning. Art 3.119a lid 1 sub a Wet IB
    2. De schuld moet binnen 360 maanden minstens annuitair worden afgelost. Art 3.119a lid 1 sub b Wet IB

    De aflossingseis wordt op verschillende momenten getoetst. Zie art. 3.119c Wet IB

    Wet IB 3.6 – Belastbare inkomsten uit eigen woning (art 3.110 t/m 3.123)



  • Hoe komt de BD de belastingplichtige tegemoet bij een betalingsachterstand? Art 3.119e



  • 1. Bij een achterstand van 1 jaar kan de persoon waar het een jaar later wel goed is alsnog de rente van die jaren aftrekken.
    2. Bij een achterstand van 1 jaar die is ontstaan door een fout.
    3. Bij chronisch tekort aan geld kan er een nieuw annuiteit worden vastgesteld waarbij de achterstand wordt goedgemaakt. Er MOET wel worden vastgesteld dat er sprake is van geldtekort. Als ook dit niet lukt mag vanaf het 4e jaar geen EW schuld worden aangemerkt.

    Wet IB 3.6 – Belastbare inkomsten uit eigen woning (art 3.110 t/m 3.123)



  • Wat is het eigenwoningreserve en waar bestaat het uit? Art. 3.119a



  • Dit is berekening om de meerwaarde van een huis (= het vervreemdingssaldo) niet mee te laten tellen met de eigenwoningschuld. Het bestaat uit;

    + Het vervreemdingsaldo (niet ouder dan 3 jaar)
    - Verwerving andere eigen woning
    - Kosten voor verbetering of onderhoud eigen woning
    - Aflossingen op de lening

    Huis 1 = 100.000 lening en opbrengst is175.000. Reserver is dan € 75.000. Huis 2 = 240.000. De eigenwoningschuld is dan 165.000 en de reserve is 0.

    Wet IB 3.6 – Belastbare inkomsten uit eigen woning (art 3.110 t/m 3.123)



  • Hoe komt de BD een verkopende partij tegemoet als er 2 huizen in het bezit zijn? Art 3.119f



  • Gedurende 2 jaar mag de volledige lening van het 2e huis worden aangemerkt als eigenwoningschuld. Zodra het oude huis is verkocht moet er een nieuwe schuld worden berekend op basis van het vervreemdingssaldo. Indien het na 2 jaar nog neit is verkocht dan wordt er uitgegaan van een vervreemdingsaldo op basis van de waarde in het economische verkeer.

    Wet IB 3.6 – Belastbare inkomsten uit eigen woning (art 3.110 t/m 3.123)



  • Hoe werkt de aankoop van een woning bij een eigenwoningreserve van de partner? Art. 3.119a lid 4



  • Deze reserve moet altijd in mindering worden gebracht. Dit is alleen op het moment van verwerven. Als er daarna pas partnerschap is dan is dit niet van toepassing.

    Wet IB 3.6 – Belastbare inkomsten uit eigen woning (art 3.110 t/m 3.123)



  • Wat valt wel en niet onder verwerving (en de tegenhanger vervreemding)?



  • Wel:
    - Aanschaf
    - Erven
    - Schenking
    - 2e huis naar 1e huis (--> waarde van lening op dat moment is leidende schuld. Schuld > waarde woning --> schuld in box 3)

    Niet:
    - Huwelijk aangaan

    Wet IB 3.6 – Belastbare inkomsten uit eigen woning (art 3.110 t/m 3.123)



  • Wat is het moment van vervreemding/verwerving bij een bestaande en niet-bestaande woning?



  • Bestaand: het moment van de notariele akte

    Niet-bestand: het moment van het tekenen van de koopakte



  • Welke kosten mogen worden afgetrokken? Art. 3.120 Wet IB



  • - Kosten ivm geldleningen
    - Kosten ivm betaling op grond van erfpacht, opstal of beklemming
    - Kosten ivm rente van schulden bij bovenstaande rechten.

    vb1. Taxatie ivm intresse --> niet aftrekbaar
    vb2. Taxatie ivm eis bank bij akkoord geven 2e hypotheek --> wel aftrekbaar

    Wet IB 3.6 – Belastbare inkomsten uit eigen woning (art 3.110 t/m 3.123)



  • Welke uitzondering is er bij vooruitbetaalde renten? Art. 3.120 lid 3?



  • Vooruitbetaalde renten mogen in 2 gevallen niet worden afgetrokken. Dit zijn
    1. Voor meer dan 6 maanden na dit jaar betaald. Het wordt vervolgens naar everendigheid toegedeeld
    2. Vetrek naar het buitenland,.

    vb. Op 15 augustus vooruitbetaald voor 5 jaar voor € 30.000,-. 5 maanden mogen wel worden afgetrokken maar 55 maanden pas later. Het bedrag per maand is naar evenredigheid dus 30.000 / 5.

    Wet IB 3.6 – Belastbare inkomsten uit eigen woning (art 3.110 t/m 3.123)



  • Hoe werkt de maximale periode van 30 jaar bij meerdere huizen en hypotheken? Art. 3.119a Wet IB



  • Deze maximale periode blijft doorwerken als er een nieuw woning en hypotheek is tot het bedrag is afgelost. Een hoger bedrag begint wel opnieuw.

    Vb. huis 1 was 200.000 in 2004 en huis 2 is 400.000 in 2014. Er is tot 2034 de tijd om de eerste 200.000 af te lossen en tot 2044 om de extra 200.000 af te lossen.

    Wet IB 3.6 – Belastbare inkomsten uit eigen woning (art 3.110 t/m 3.123)



  • Welke speciale aftrek is er bij een geringe eigenwoningschuld? Art. 3.123a



  • Mensen die een schuld hebben die lager is dan de eigenwoninforfait mogen het verschil aftrekken.

    Oftwel

    Rente schuld = 3.000
    Eigenwoningforfait = 5.000

    Fictieve inkomen = 2.000
    Aftrek = 2.000

    Wet IB 3.6 – Belastbare inkomsten uit eigen woning (art 3.110 t/m 3.123)

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo