Moleculaire inspanningsfysiologie
9 belangrijke vragen over Moleculaire inspanningsfysiologie
Wie heeft er dikkere spiervezels, een sprinter of een duuratleet?
Wie heeft er meer mitochondrien, een sprinter of een duuratleet?
De afbeelding is een dwarsdoorsnede van een humaan spierbiopt. Wat zijn de blauwe stipjes op de afbeelding en waar liggen deze voornamelijk?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Een skeletspiervezel is een multinucleaire cel. Wat zijn 3 kenmerken van een spiervezel die besproken worden in het college?
- De maximale spierkracht is proprotioneel aan het oppervlak van de spiervezel
- Het aantal spiervezel ligt vast na de geboorte (eerste tekenen dat dit niet zo is worden nu gepubliceerd)
- De omvang van een spiervezel kan alleen veranderen door verandering van de spiervezel dikte.
In dit grafiek is het aantal kernen per mm spiervezellengte en de oppervlak van een spiervezel tegenover elkaar gezet. Wat laat deze grafiek zien m.b.t. De regulatie van de eiwitsynthese?
Waarom is de manier waarop het DNA opgerold is belangrijk?
Wat gebeurt er tijdens activatie (translatie)?
Wat gebeurt er tijdens de elongatie met eEF1 en eEF2?
eEF2 – reguleert de translocatie van het ribosoom met de 3 nucleotides in de richting van het 3’ einde
Wat gebeurt er tijdens de terminatie met eRF1, eRF2 en eRF3?
eRF3 laat het eiwit los
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden