Samenvatting: Flashcards Neurowetenschappen
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Flashcards neurowetenschappen
-
1 Hoorcollege 1
Dit is een preview. Er zijn 20 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Waartoe zijn alle cellen van een hoger organisme in staat?
- Stoffen selectief op te nemen uit de omgeving
- Stoffen omzetten in andere stoffen d.m.v. Anabole en katabole stofwisseling
- Stofwisselingsproducten gebruiken voor nuttige dingen als groei en deling
- (afval)producten via excretie en secretie uit scheiden
- Stoffen selectief op te nemen uit de omgeving
-
Waarom moet het intern milieu voortdurend ververst worden?
Als dit niet gebeurt, dan raakt de concentratie van het intern milieu in de war waardoor er geen diffusie meer kan plaatsvinden. Als gevolg hiervan kunnen cellen uiteindelijk verdwijnen -
Waarom wordt de concentratie stoffen in het intern milieu sterk beïnvloed door de opname en afgifte van stoffen door cellen?
Omdat er weinig vocht is in verhouding met het aantal cellen. -
Waar leidt dysfunctie van het zenuwstelsel tot?
dysfunctie zenuwstelsel → activiteit orgaanstelsels niet meer aangepast → grootheden op drift → MI vervuild → geen uitwisseling meer → verstoring metabolisme cellen → afsterven cellen. -
Wat voor soorten vegetatieve stelsels zijn er?
- Stelsels voor de opname van stoffen uit de omgeving
- Stelsels voor transport van stoffen binnen in het lichaam
- Stelsels voor afgifte van stoffen aan de omgeving
- Stelsels voor de opname van stoffen uit de omgeving
-
Wat is de functie van de tractus respiratorius en onder welke stelsels valt deze?
Zijn functie is de opname van zuurstof en de afgifte van koolstofdioxide. Dit is eenvegetatief stelsel . -
2 soorten stelsels waarmee het zenuwstelsel homeostase ondersteunt
-Autonome (vegetatieve stelsels ):uitwisseling van stoffen met het externe milieu.
--> Materiele uitwisseling
- Somatische (animale stelsels): zorgen dat het lichaam in staat is om stoffen uit te wisselen door bijvoorbeeld eten op te sporen en het tot zich te nemen.
--> motoriek en sensoriek
--> informatieuitwisseling
Het zenuwstelsel regelt de homeostase door aanpasing en coördinatie van de activiteit van de stelsels. -
Welke stelsels vallen er onder de animale stelsels?
- Het sensorische systeem
- Het motorische systeem
- Het sensorische systeem
-
Wat is de functie van het sensorische systeem?
De zintuigen vangen prikkels op uit de buitenwereld en in een deel van het zenuwstelsel worden deze prikkels verwerkt. -
Waaruit bestaat het motorisch systeem?
- De tractus locomotorius, deze wordt gevormd en aangedreven door het skelet en de spieren
- Een deel van het zenuwstelsel waarmee de spieren worden geactiveerd.
- De tractus locomotorius, deze wordt gevormd en aangedreven door het skelet en de spieren
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden