Biofunctionals II (antioxidants, prebiotics, phytoestrogens)
28 belangrijke vragen over Biofunctionals II (antioxidants, prebiotics, phytoestrogens)
What heeft meer effect estradiol of phytoestrogens?
Wanneer zou je phytoestrogens moeten eten?
Wat gebeurd er als een ligant (phytoestrogen) aan een estrogen receptor bind?
- De estrogen receptor veranderd van structuur.
- Er binden er 2 aan elkaar (1 heeft niet genoeg effect ), dimirization
- De 2 coactivators zullen op de ERE (Estrogen Exepting regon) gaan zitten door middel van hun C domain (DNA binidng domain)
- Ze stabiliseren de TATA box door middel van een brige naar de transcription machinery, de kans dat er stranscription and translation plaats zal vinden is dus groter.
- Nu vind er een transcription en translaiton stap plaats
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat beinvloed estrogen, het transcription of stranslation process. ?
Waarom promoten phytoestrogen health?
Hoe heet het als een ligant transcription promoot en hoe heet het als een ligant transcription inhibits?
inhibits: antagonist
Waarom zijn kunnen al deze moleculen aan the ligand binding domain binden?
WElke componenten is het menselijk hormoon??
Welk component moet in het lichaam conformations ondergaan om te kunnen binden?
Welke components zijn meer potent dan het orignele molecul?
Hoe plot je de resultaten van de compatition assay en wat staat er op de assen?
x-as: phytoestrogen concnetration (log M)
y-as: binding of labeld estradiol (%) or fluoresence polairisation (mP)
Wat is de relative binding affinity en is deze hoger of lager voor very potent ligands?
- een kleine EC50
- een grotere RBA
RBA (relative binding affinity)
Wat is een nadeel van de RBA (relative binding assay)?
Hoe werkt een LBD-ligend coactivator assay en waarvoor doe je dit?
Wat je doet is je labeld de coactivator peptide met een fluorecent.
De coactivator peptide krijgt een hogere fluorecent polarity als hij aan het enzym bind.
Coactivator peptides binden met namen aan estrogen receptor waar een agonist aan vast zit. Dus als je fluorecent polarity snel omhoog gaat bij het verhogen van je estrogen receptor concentratie heb je te maken met een agonist. Als hij heel langzaam omhoog gaat heb je te maken met een antagonist.
Hoe ziet het plot van een LBD-ligend coactivator assay er uit en wat staat er op de x en y as?
y-as: (fluorecent polarization (mP)
Er is altijd een apo geplot, dit is een molecul dat niet aan de estrogen receptor bind. Het geeft de natuurlijke binding van coactive peptides aan estrogen receptors aan.
De lijn meer naar links van de apo is een agonist, meer coactive peptides hebben aan de estrogen receptors gebonden
De lijn meer naar rechts van de apo is een antagonist, minder coactive peptides hebben aan de estrogen receptor gebonden.
Hoe werkt een yeast assay?
Wat is het verschil tussen fluorescent in een yeast assay en een LBD-ligand assay?
In LBD-ligand assay gaat het over de de fluorecent polarisation.
Waarom loopt de curve van de antagonist anders dan die van de agonist in een colour assay?
Bij de antagonist is het andersom je hebt een vaste concentratie vaak met een 70% responce aan agonisten en dan ga je de conentratie van antagonisten verhogen. Je krijg dus steeds meer inhibition en dit zorgd er voor dat de curve daalt.
Waarom zorgt de prenyl group voor een antagonist effect?
Wat is de take home message van dit plaatje?
Wat is het syteem dat je in dit plaatje ziet?
Wat bepaald de bioactivity van daidzein?
Welk molecule is meer bioactive daidzein of equol? Wat kan je naar antwoord hier van zeggen?
Welke stereochemie krijg je van chemicaly en microbyal moduration van daidzein naar equal, en wat voor gevolgen heeft dit voor de bioactivity?
Microbial: S-equol enantiomers.
S-equal is meer potent dus heeft een hogere bioactivity, heeft een hogere binding affinity.
Wanneer word de sterio chemi geintroduceerd?
Wat moet je doen als een bioactive coumpound in de colon vernietigd word?
Wat voor soort release heb je van isoflavone aglycones en wat voor soort van glycosylates (native) isoflavones en wat geeft dit verschil?
glycosylated (native) isoflavones: slow release
Slow release komt omdat enzymen eerst de glucose unit er af moeten knippen. Dit kost tijd en daarom heb je slow release.
Wat is het voordeel van slow realease?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden