Samenvatting: Food Science 1.2
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Food Science 1.2
-
1 Productie vetten en oliën
Dit is een preview. Er zijn 11 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Waarom zijn vloeibare vetten altijd onverzadigd?
Er zit een knikje in de vetzuur waardoor het niet goed met elkaar verstrengelt raakt en zo veel ruimte inneemt. -
Wat zijn de 8 stappen om tot boter te komen?
- Melk wordt afgeroomd. Dit wordt gedaan doormiddel van te centrifugeren.
- De room die overblijft bestaat uit 40% vet. Deze wordt pasteuriseert en gekoeld.
- Vervolgens worden er zuurvormende en aromavormende bacteriën toegevoegd. (en eventueel kleurstoffen)
- Karnen: hierbij worden de vetbolletjes doormiddel van draaien aan elkaar geklonterd.
- De vetdeeltjes en het overige water gaan emulgeren.
- Nu heb je karnemelk.
- Aan de vetbolletjes worden boterkorrels en evt zout toegevoegd.
- Eindproduct bevat 84% vet 16% vocht.
-
Wat zijn de verschillen tussen boter en margarine?
- Margarine bestaat uit +-40% verzadigde vetzuren.
Roomboter bestaat uit +-60% verzadigde vetzuren. - Margarine bestaat uit veel meervoudig onverzadigd vet.
Roomboter bestaat uit veer enkelvoudig onverzadigd vet.
- Margarine bestaat uit +-40% verzadigde vetzuren.
-
2 Zuivel
Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is rouwe melk?
Komt gelijk uit dekoe en dus nog nietbewerk .
Mag nietverkocht worden omdat het gevaarlijk kan zijn.
Het vet gehalte is 4,4 gram waarvan 2,9 gram vv en 1 gram eov. -
Wat is verse melk?
Gepasteuriseerde melk.
De melk is bewerkt tot volle, half volle of magere melk.
Het vet gehalte gaat hierbij elke keer een stuk omlaag. -
Hoe wordt kevir gemaakt?
Melkzuurbacteriën en gisten kleven samen.
Lactose wordt omgezet in melkzuur, koolzuurgas en alcohol. -
3 Vlees
Dit is een preview. Er zijn 16 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
Laat hier meer flashcards zien -
Gemiddelde voedingswaarden vlees
Water: 70%
Eiwitten: (essentiële aminozuren)
Vetten: (mager is max 20 %) is erg verschillend
Vitamines: B1, B2, B6, B12
Mineralen: ijzer, chroom, zink en seleen. -
Welk deel van dieren word door de Nederlanders het meeste gegeten?
Voornamelijk de spieren. Soms ook organen. -
Waarom is collageen een uniek eiwit?
Collageen stolt niet als je het verhit. -
Waarom heeft beweging van een dier invloed op de bereiding van het vlees?
Als een spier van een dier veel heeft bewogen gaat het bindweefsel dwarsverbindingen maken tussen spierfilamenten --> het vlees word hierdoor taaier --> taai vlees moet je ander bereiding dit kan je beter stoven dan bakken.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden