Samenvatting: Forensische Biologie I

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Forensische biologie I

  • College 1

    Dit is een preview. Er zijn 29 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 03/02/2021
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is algemeen bekende informatie over cellen (betrek in je antwoord ook de termen haploïd en diploïd en grootte van de cel)?

    Een cel heeft 46 chromosomen (23 van de moeder, 23 van de vader)
    • 22 verschillende autosomen (diploïd 2n)
    • 1 XY geslachtschromosoom (haploïd 1n)

    n = aantal setjes chromosomen


    De grootte van een cel is 1-100 um
  • Welke verschillende typen cellen zijn er (benoem hierbij ook het belangrijkste verschil)?

    1. Prokaryoot 
    2. Eukaryoot

    Het belangrijkste verschil is de locatie van DNA, bij prokaryoten zoals bacteriën en archaea ligt het DNA dus los in de cel. Bij eukaryoten, dus schimmels, planten en dieren ligt het DNA in de celkern dus bij chromatine.
  • Uit welke onderdelen bestaat een celkern waarin zich het DNA bevindt?


    1. Chromatine = DNA zit daar zeker, maar is een complex aan gegaan met eiwitten → Zit vaak erg losjes in de kern, soort spaghetti
    2. Kernenvelop = bestaat uit binnen en buiten membraan, zorgt voor transport naar binnen en buiten wat gebeurt door allerlei kernporiën (Reguleert transport van RNA/eiwitten)
    3. Nucleolus = start gemaakt van de synthese van ribosomen, dus proces begint hier → Synthese van ribosomaal RNA (rRNA)
  • Wat is de functie van ribosomen en waarvoor zijn ze verantwoordelijk?

    Ribosomen zijn verantwoordelijk eiwitsynthese.
    Middels een kleine en een grote ribosomale subunit (deze worden gevormd door rRNA vanuit de kern met eiwitten) kan het mRNA tot een eiwit worden vertaald.
    - Tip: er zijn gebonden en ongebonden ribosomen
  • Wat zijn mitochondria en wat is de functie?

    Ze zijn de energiefabriek van de cel. Hier zit een klein gedeelte genen welke zorgen voor productie belangrijkste stofjes die de mitochondria nodig hebben.

    Kan gebruikt worden in verwantschapsonderzoeken (dus alleen DNA van je moeder gekregen)
  • Pyrimidine vormt altijd een binding met purine en niet onderling. Waarom is dit? En gebeurd dit altijd met hetzelfde aantal H-bruggen?

    Omdat anders de helix opeens dikker of dunner kan worden en hij wordt daardoor instabieler (het past eigenlijk niet zo goed). Nee, A en G zijn purines en C en T pyrimidines:

    • A-T = 2 H-bruggen
    • C-G = 3 H-bruggen
  • Waarin verschillen RNA en DNA van elkaar? En waar speelt RNA een rol bij?

    • RNA heeft een ribose (wel een OH groep op C3) i.pv. Deoxyribose.
    • Het heeft Uracil i.p.v. Thymine
    • In meeste gevallen enkelstrengs i.t.t. Dubbelstrengs DNA


    RNA speelt een rol bij translatie naar eiwitten
  • Hoe kan het dat elke cel hetzelfde bevat? En wat is er noodzakelijk in een cel?

    Door de celcyclus en celdeling, doordat cellen zich dus delen en kopieën maken (meiose I, II en mitose). 
    • Reproductie, de cellen willen zich reproduceren (elke cel vormt tot nieuwe cel) het is noodzakelijk voor de geslachtscellen
    • Reparatie, bij beschadiging moeten cellen vervangen worden
    • Groei, voor het verkrijgen van organisme bv.
  • Leg kort uit wat mitose inhoudt:

    Tijdens mitose worden er twee dochtercellen met dezelfde genetische informatie gecreëerd en bestaat uit de profase, prometafase, metafase, anafase en telofase
  • Wat gebeurd er tijdens de interfase voor mitose? En welke fase treed men daarna in (leg ook uit wat er in deze fase wordt gedaan):

    Tijdens de interfase voeren de cellen hun normale functie uit, is het DNA gedupliceerd en zijn er organellen en eiwitten. Er zijn twee centrosomen en DNA bestaat uit chromatine (lang lineair DNA molecuul [relaxed]). 

    Daarna treed profase op en vind hetvolgende plaats:
    • Chromatine condenseren
    • Kernenvelop begint te verwijden
    • Elk gedupliceerd chromosoom verschijnt als twee zusterchromatiden
    • Centrosomen scheiden zich
    • Spoelfiguur ontstaat en vormt microtubuli  
    • Centromeer houdt zusterchromatine bij elkaar
    • Cohesine houdt de armen bij elkaar

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart