An introduction 2017

38 belangrijke vragen over An introduction 2017

Wat zijn de verschillende rollen die mensen spelen in het juridische proces volgens de tekst?

  • Er zijn 'experts' en 'non-experts' in het juridische proces.
  • Experts omvatten onder meer rechters, advocaten, juryleden, gerechtsambtenaren, officieren van justitie, politieagenten, en forensisch onderzoekers.
  • Non-experts zijn bijvoorbeeld lekengetuigen, partijen in een proces, en het algemene publiek dat in contact komt met oproepen en juridische kennisgevingen.
  • Non-experts kunnen in bepaalde gevallen worden verzocht om als getuige te verschijnen of deskundige input te leveren.
  • Zowel experts als non-experts kunnen een 'tussenpositie' innemen in het juridische proces.

Welke soorten institutionele beperkingen identificeert Drew (1992) die de interacties tussen professionals en leken beïnvloeden, en hoe beschrijft hij deze?

  • Professionele interacties worden beïnvloed door:
  • - Kern doelen, taken, of identiteit conventioneel geassocieerd met de institutie;
  • - Wat bijdragen worden toegestaan ('goal orientations');
  • - Specifieke 'inferential frameworks' in de context.

Wat vermeldt Levinston (1992) over de wijze waarop professionals institutionele beperkingen ervaren in conversaties, en hoe wordt dit geïllustreerd via politieagenten en leden van rechtbankjury's?

  • Levinston (1992) spreekt over:
  • - Institutionele beperkingen als 'inquiries of allowable contributions';
  • - Het niet begrijpen van professionele termen zoals 'right to silence' door leken als beperking;
  • - Inferentie frameworks die verwarring of verkeerde interpretaties kunnen veroorzaken;
  • - Het voorbeeld van een agent die expliciet een verkrachting onderzoekt waarbij de kledingkeuze van de vrouw ter discussie staat.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Hoe beïnvloeden beperkingen van institutionele discours de keuzes die professionals maken en hoe wordt dit geïllustreerd in het boek?

  • Institutionele discours beperkingen leiden tot:
  • - Taal- en gedragskeuzes volgens institutionele standaarden;
  • - Specifieke manieren van spreken en handelen die passen binnen 'inferential frameworks';
  • - Het genereren van een onderscheidend taalgebruik en normen voor onder andere kruisverhoren;
  • - Het voorbeeld van de verkrachtingszaak is illustratief voor de invloed van deze beperkingen op de focust van het kruisverhoor op de kleding van de vrouw en het maken van insinuaties over de waarschijnlijkheid van haar verhaal.

Leg uit hoe taal gebruikt wordt om institutionele macht en controle uit te oefenen volgens Eades in haar beschrijving van een 1980s-geval waarin Aboriginal Engels-sprekenden anders worden behandeld tijdens ondervragingen dan normaal gesproken bij Engels-taligen.

  • Asymmetrische relaties door institutionele discours leiden tot ongelijkheid en ongerechtigheid.
  • 'Verballing' wordt gebruikt door politie om bekentenissen op te leggen aan Aboriginal Engels-sprekenden.
  • De taal waarmee verklaringen worden opgenomen verschilt van het typische Engelse interview, wat leidt tot institutionele macht en controle over de ondervraagden.
  • Voorbeelden uit de jaren 1950s Derek Bentley zaak en het gebruik van 'confessions' tonen aan hoe taal gebruikt wordt om ongelijkheden en misbruik van macht en controle te produceren.

Wat zijn de argumenten van Rock (2007) en Ainsworth (2008) over het verstrekken van waarschuwingen en rechten aan verdachten tijdens juridische processen?

  • Rock (2007) stelt dat waarschuwingen die aan verdachten gegeven worden vaak niet "intrinsiek betekenisvol" zijn.
  • Ainsworth (2008) beweert dat zelfs als verdachten de waarschuwingen volledig begrijpen, het voor hen vaak moeilijk is om hun rechten daadwerkelijk in te roepen.
  • Onderzoek van Snook et al. (2002) toonde aan dat slechts 14% van de politieagenten volledig begreep wat een verdachte moest doen om het recht om te zwijgen te gebruiken.
  • Slechts 31% van de verdachten begreep wat er van hen verwacht werd als ze een waarschuwing ontvingen in geschreven vorm, volgens onderzoek door Eastwood en Snook (2002).

Wat is de uitkomst van de Gibson hoorzitting in Australië volgens het boek?

  • De interviews tussen de beschuldigde en de politie op 16 en 17 augustus 2012 zijn niet toelaatbaar als bewijs.
  • De interviews zijn verkregen in strijd met de Criminal Investigation Act 2006 (WA) en worden geacht oneerlijk te zijn tegenover de beschuldigde.

Wat kan worden geconcludeerd over forensische linguïstiek als subveld van de linguïstiek?

  • Forensische linguïstiek houdt zich bezig met taal en institutionele interactie in juridische contexten.
  • Het wordt toegepast door professionals en heeft echte wereldtoepassingen, waarbij inzichten vertaald worden naar de professionele praktijk.

Welke linguïstische subdisciplines bieden inzicht in de basisbouwstenen van forensische taal?

  • Fonologie levert kennis over geluiden van taal.
  • Lexicologie bestudeert woorden en hun betekenissen.
  • Syntax gaat over grammatica.
  • Pragmatiek focust op taalgebruik in context.
  • Sociolinguïstiek, kritische discoursanalyse, en corpus linguïstiek dragen bij aan de forensische linguïstiek door diverse focuspunten en inzichten in het gebruik van taal in juridische settings.

Waarop richt sociolinguïstiek zich en hoe beïnvloedt diversiteit de taalstudies binnen deze tak?

  • Sociolinguïstiek onderzoekt taalgebruik en hoe dit varieert per gebruiker en context.
  • Diversiteit in factoren zoals geslacht, etniciteit, leeftijd, geografische locatie, en onderwijs beïnvloeden taalvariabelen en de betekenis die men geeft aan dezelfde 'taalitems'.

Wat wordt er bedoeld met 'speech community' en 'community of practice' binnen het vakgebied van sociolinguïstiek?

  • Een 'speech community' is een groep sprekers die taal op een bepaalde manier gebruikt, vaak bepaald door sociale normen en patronen.
  • Een 'community of practice' verwijst naar een groep mensen die taal gebruiken als onderdeel van gezamenlijke activiteiten en het leren van elkaar.

Wat zijn de kenmerken van de groepen professionals volgens Gumperz (1982) en hoe wordt taalgebruik geïdentificeerd in forensische taalkunde volgens de tekst?

  • Groepen professionals kenmerken zich door regelmatige en frequente interactie.
  • Ze creëren kennis en participeren in 'discourses' of zogenoemde "communities of practice".
  • Hun taalgebruik is identificeerbaar op het niveau van de groep (idiolect) en individu (diadolect), wat cruciaal is voor de forensische taalkunde.
  • Forensische taalkundigen gebruiken methodes zoals het identificeren van geprefereerde woorden of 'linguistic fingerprints'.
  • Deze methodes zijn niet exhaustief en staan open voor verdere identificatie en analyse, vooral voor korte teksten zoals zelfmoordbrieven en dreigbrieven.

Welke vier sociale dimensies van de context benadrukt Holmes (2008) en hoe zijn deze gerelateerd aan sociaal taalgebruik in professionele omgevingen?

  • A social distance schaal die zich richt op de relaties tussen de deelnemers.
  • A status scale die de hiërarchische relaties beschouwt.
  • A formality scale die betrekking heeft op de setting of het soort interactie.
  • A function scale gerelateerd aan de doeleinden of onderwerpen van de interactie.

Holmes bespreekt hoe deze schalen sociaal taalgebruik beïnvloeden in professionele contexten en het bewegen tussen verschillende stijlen van communicatie, van formeel en op afstand tot informeel en persoonlijk.

Hoe benadrukken advocaten convergentie of divergentie in de rechtbank, en wat is het effect hiervan tijdens een politieverhoor?

  • Advocaten in de rechtbank gebruiken taal om te laten zien dat ze afstand nemen of juist overeenstemming vertonen met de beklaagde, wat bekend staat als divergeren en accommoderen.
  • Deze taalstrategieën worden zichtbaar in de slotopmerkingen van advocaten, waarbij consequent refereren aan de verdachte met een formele titel zoals 'dokter' een accommoderende houding suggereert.
  • In het politieverhoor worden deze strategieën gebruikt om een bepaalde houding van convergentie of divergentie over te brengen, wat kan leiden tot meer strategische antwoorden van de verdachte.

Wat suggereren de implicaties van 'face' en 'face-threatening acts' (FTA's) in de context van juridische communicatie?

  • 'Face' verwijst naar het sociale zelfbeeld dat individuen in interacties willen behouden, en 'face-threatening acts' (FTA's) zijn uitspraken die dit zelfbeeld bedreigen.
  • In een rechtszaalcontext kan 'face'-beheer ervoor zorgen dat een spreker respect toont of juist bewust disrespect om het argument van een tegenpartij te ondermijnen.
  • Het artikel vermeldt dat in het interview met Dr. Shipman, het consequent respectvol aanspreken als 'Dr' de verdachte in een positieve 'face' houdt, zelfs terwijl puntige vragen worden gesteld over zijn acties.

Welke twee brede functies van taal worden benadrukt in de 'forensic discourse' volgens Holmes?

  • Referentiële en affectieve functie worden benadrukt in de 'forensic discourse' volgens Holmes.
  • Referentiële functie biedt informatie en is bijvoorbeeld terug te zien in het geval van Eades.
  • Affectieve functie heeft een lage inhoud en is meer geïllustreerd door Bogoch (1994).

Wat wordt er geïllustreerd aan de hand van het geval van Bentley in 'Approaches to language in legal settings'?

  • Het geval van Bentley toont aan hoe formeel taalgebruik steun kan bieden aan de bewering dat een verklaring een document van vrije wil was, bijdragend aan het ondersteunen van de claims van de politie en de veiligheid van de samenleving.
  • Bentleys gebruik van 'they' in plaats van 'I' werd gezien als een manier om afstand te nemen in zijn politieverklaring.
  • Dit formele aspect van zijn taalgebruik heeft de politie en gerechtigheid gefavoriseerd in de perceptie van geloofwaardigheid.

Waarom zijn de vraagstukken van spreken in de rechtzaal en het interviewen van kwetsbare getuigen belangrijk volgens Eades?

  • Eades beschouwt linguïstische aspecten van rechtszaken als cruciaal voor het begrijpen van de participatie in het juridische proces.
  • Ze stelt vragen over de invloed van sociaallinguïstische verschillen op de rechtszaalparticipatie.
  • Belangrijke kwesties omvatten het ondervragen van kinderen en mensen met een verstandelijke beperking.
  • Eades is van mening dat onderzoek naar linguïstiek kan helpen bij het rechtvaardiger maken van juridische processen.

Wat vulde de getuige in op het verzekeringsformulier volgens de tolk?

  • Ingevuld met hulp van mensen die beter Engels spraken dan zijzelf.
  • Niet zeker wanneer het ingevuld werd, maar denkt dat het was toen zij het uitvulde.
  • Ze was niet op zoek naar hulp van andere mensen op het moment dat ze het formulier invulde.

Wat zei de ondervraagde over het specifieke tijdstip waarop de auto gevonden werd?

  • Kan geen precieze gebeurtenissen herinneren omdat het lang geleden is.
  • Niet voorbereid op deze vraag en kan dus geen specifieke volgorde van gebeurtenissen geven.

Wat betekent pragmatische medeplichtigheid volgens Hale (1999) in het kader van tolken in rechtbanken?

  • Hale (1999) stelt dat tolken “pragmatische medeplichtigheid” moeten tonen, wat betekent dat tolken verwachten dat verschillende elementen van een conversatie bijdragen met "goede wil" om een "coöperatieve uitwisseling" te ondersteunen.
  • Deze verwachting kan tot een verwarring leiden wanneer er sprake is van negatieve samenwerking, bijvoorbeeld tijdens cross-examinatie in rechtbanken, waar de communicatie niet altijd inherent coöperatief is.

Welke rol speelt de "go" vraagstructuur in de context van een rechtbank, en wat is het effect ervan volgens de tekst?

  • De "go" vraagstructuur wordt in de tekst aangehaald als een middel om de getuige te provoceren en hun voorgaande antwoorden te betwisten, resulterend in een directieve, bijna confronterende toon.
  • Het gebruik van "go" in vraag zeven probeert de getuige te dwingen zijn eerdere verklaring te herzien.
  • De vraagstructuur komt minder samenwerkend over en kan tot doel hebben de verklaring van de getuige te ondermijnen, wat past binnen de dynamiek van cross-examinatie.

Hoe beïnvloedt de tolk de sleutelboodschap van een spreker volgens Morris (1999) en wat is de implicatie daarvan?

  • Morris (1999) suggereert dat de tolk fungeert als een quasi-authoriteit, gezien hij of zij de sleutelboodschappen en de bedoeling van de spreker doorgeeft via de vertaling.
  • Dit kan impliceren dat de tolk de berichten van de spreker filtert, aanpast of anderszins beïnvloedt, wat de oorspronkelijke intentie van de spreker verandert.
  • Deze invloed heeft gevolgen voor de perceptie van de boodschappen die worden gecommuniceerd binnen de rechtbank.

Welk principe wordt naar voren gebracht door Grice en wat houdt het 'samenwerkingsprincipe' in?

  • Grice introduceert het 'samenwerkingsprincipe', wat inhoudt dat deelnemers aan een conversatie verwachten dat hun bijdragen oprecht en constructief zijn om effectieve communicatie te bevorderen.
  • Het principe stelt dat bijdragen aan een gesprek relevant moeten zijn, en dat de uitgesproken informatie zo duidelijk en informatief mogelijk moet zijn, gegeven de huidige omstandigheden van de uitwisseling.

Wat beschrijft Michael Stubbs in zijn studie "The Third Sinclair Open Lecture" met betrekking tot veranderingen in taalgebruik en analyse sinds de publicatie van "An Introduction to Discourse Analysis"?

  • De ontwikkelingen in massamedia, wereldwijde web en technologische innovaties hebben bijgedragen aan snelle veranderingen in taalanalyse sinds "An Introduction to Discourse Analysis".
  • Michael Stubbs noemde deze veranderingen in 2003 in "The Third Sinclair Open Lecture".
  • De focus ligt op hoe taal natuurlijk is geëvolueerd en aangepast.
  • Stubbs stelt de vraag wat er is gebeurd bij wijze van analyseren na de eerste ‘discourse analysis studies’.
  • Hij identificeert een breed scala aan modificerende adjectieven die gebruikt worden voor ‘discourse analysis’, zoals antropologisch, kind, cognitief, kritisch en educatief.
  • Stubbs benadrukt de noodzaak van subdomein-specifieke analyse van forensische discoursanalyse.

Welke rol speelt Discourse Analysis in de forensische context volgens het boekfragment?

  • Discourse Analysis (DA) wordt gebruikt om bewijsmateriaal te interpreteren.
  • Deskundigen gebruiken DA om de aard van gesprekken te beoordelen.
  • DA helpt bij het vaststellen wat normaal is in bepaalde soorten gesprekken.
  • In rechtbanken kan DA gebruikt worden om de activiteiten van mensen tijdens ondervragingen te analyseren.
  • Forensisch taalkundige bewijsvoering kan DA inzetten zoals bij het voorbeeld van Roger Shuy, die DA toepaste om de communicatie tussen een autoverkoper en klant te evalueren.

Wat illustreert het voorbeeld van Roger Shuy over de rol van een expert linguïst in een rechtszaak?

  • Roger Shuy werd ingehuurd als taalexpert in een rechtszaak tegen een autohandelaar.
  • Shuy analyseerde de conversatie patronen om te concluderen dat de klant misleid was door de verkoper.
  • Zijn bevindingen, met als basis "een anatomie van een autoverkoop", overtuigden de jury.
  • Het linguïstische bewijs dat hij leverde, steunde de zaak van de eiser.
  • De eiser won de rechtszaak en ontving $6 miljoen aan schadevergoeding.

Hoe verschilt professionele gespreksdiscipline van normale conversatie volgens het boekfragment?

  • Professionele gesprekken hebben toegewezen spreektijden 'turn-taking', die meestal geleid worden door professionals zoals politieagenten of advocaten.
  • Er is geen overdracht 'overlap' van sprekers.
  • Woord- en zinsverdeling is vooraf bepaald.
  • Gesprekken worden gecontroleerd aan de hand van grootte en beperkingen.
  • In professionele dialogen is de context meestal concreet en gecontroleerd in tegenstelling tot alledaagse conversaties.

Welke onderzoeksbenaderingen zijn betrokken bij het bestuderen van de manier waarop taal functioneert in juridische contexten, en wat zijn de potentiële uitkomsten van dergelijke analyses volgens het tekstfragment?

  • Kritische discoursanalyse (CDA) onderzoekt de relatie tussen taalgebruik, macht en ideologieën.
  • Forensische discoursanalyse wordt "kritisch" wanneer het commentaar levert op de praktijken van bijvoorbeeld juridische professionals.
  • CDA en forensische discoursanalyse zijn door Heydon gecombineerd om te demonstreren hoe policewomen een 'polite' versie van events construeren, in tegenstelling tot de ‘violent’ versie van de verdachte in Australische politie-interviews.
  • Dergelijke analytische technieken kunnen leiden tot significante veranderingen in de sociale wereld door blootstelling van bijvoorbeeld institutionele vooroordelen of 'stemmen'.

Wat suggereert Ehrlich (2001) over de representaties van klaagsters als 'ineffectief' in institutioneel-rechterlijke taal?

  • Ehrlich stelt dat representaties van klaagsters als 'ineffectief' een vorm van institutioneel-seksisme zijn.
  • Klaagsters worden "vastgezet" in een stereotype van vrouwelijkheid.
  • De institutionele discours vormt en structureert geslachtsgebonden en seksistische representaties van individuen.

Welke rol speelt transcriptie volgens Matzatessian en Ehrlich in het begrip van rechtszaal discours?

  • Transcriptie helpt de "lezer" te zien wat er gaande is in de rechtszaal.
  • Professionele taak, zoals Eades (1996) beschrijft.
  • Verbatim transcriptie vereist een nauwkeurige analyse van gesproken woorden en hun betekenis.
  • Transcriptieprocessen worden altijd beschouwd als afwijkingen van de gesproken taal.
  • Eades (2010) benadrukt dat geschreven tekst alleen een interpretatie is van de gesproken tekst.
  • Transcriptie vereist conventies, zoals vierkante haakjes voor overlappende gesprekken en gelijke tekens voor ingehouden adem.

Wat illustreert het voorbeeld van de valse beschuldiging van aanranding volgens Matoesian (2010)?

  • Matoesian illustreert hoe verbaal en non-verbaal gedrag elkaar reciprokeert tijdens een kruisverhoor.
  • Hij geeft aan hoe 'bootstrapping', oftewel het gebruik van één uitspraak om een andere te versterken, functioneert in de context van een rechtbank.
  • De beschuldigde wordt neergezet als schuldig door middel van een 'belichaamde beschuldiging'.
  • Er vindt 'gebarencongruentie' plaats gaandeweg de beschuldiging, beginnend met 'afgekapte bilabiale geluiden' voor aanvang van de zitting en eindigend met 'gestueel' naar de verdachte.

Wat zijn de belangrijke methodologische instrumenten van corpuslinguïstiek en hun toepassingen in forensische linguïstiek?

  • Corpuslinguïstiek gebruikt grootschalige databases van geschreven en elektronische teksten, bekend als corpora.
  • Het stelt linguïsten in staat patronen te identificeren in taalgebruik en betekenis over meerdere voorbeelden.
  • Concordantielijnen, annotaties en kwantificering produceren betrouwbare en generaliseerbare resultaten.
  • Speciale 'kleine corpora' en geavanceerde computationele hulpmiddelen worden ook toegepast binnen de forensische linguïstiek.
  • Werken zoals Coulthard (2010), en de tijdschriftspecial van de internationale vereniging van forensische linguïsten rondom het werk van Coulthard (2012) tonen praktische implementaties hiervan.

Welk corpus gebruikt men om woorden die het meest worden gebruikt in teksten te identificeren en hoe wordt 'then' gepositioneerd volgens dit corpus in het Engels van Derek Bentley?

  • WordSmith is het corpus dat men gebruikt om de meest gebruikte woorden in teksten te identificeren.
  • 'Then' wordt doorgaans vóór het onderwerp gepositioneerd in het Engels van Derek Bentley, wat aanzienlijk verschilt van de minder frequente positie in gesproken corpora en in The Bank of English (BoE) corpora.

Wat wordt benadrukt in Turell's (2010) definitie van 'idiolectische stijl'?

  • Turell's definitie van 'idiolectische stijl' wordt gedefinieerd als een systeem van taal of dialect, gedeeld door een groep mensen, dat onderscheidend gebruikt wordt door een individu.
  • Het verwijst naar kenmerken die 'individueel' en 'uniek' lijken voor de spreker/schrijver.
  • De productie ervan geeft de impressie opties en 'selecties' van een persoon weer, zoals beschreven door Halliday in 1989.

Hoe gebruikt Wright (2013) e-mails bij haar onderzoek naar idiolectische stijlen en consistentie in schrijven?

  • Wright (2013) concludeert dat zelfs in alledaagse, conventionele delen van e-mails opmerkelijke patronen gevonden kunnen worden die de eigenheid van de schrijfstijl benadrukken.
  • De constantheid van deze patronen onderstreept de idiolectische stijl van de auteurs en weerstaat zelfs sterke aandrang om te conformeren.
  • Dit werd aangetoond door 176 auteurs te vergelijken met het gebruik van 'I have'/'I've', waarbij elke schrijver zichtbare variaties in eigenheid toonde, zoals in het geval van 'Zipper'.

Welke bevindingen haalt Wright (2014) aan als het gaat om tekstvariantie bij e-mails?

  • Wright (2014) identificeert dat schrijvers hun eigen kenmerkende vormen van tekstvariantie hebben, wat bijdraagt aan de uniekheid van hun idiolect.
  • De mate van tekstvariantie in e-mails kan groter zijn dan oorspronkelijk gedacht, mogelijk zelfs meer dan bij conventionele genres.
  • De resultaten suggereren dat vormen van schrijfstijl soms zelfs verschillen binnen de communicatie tussen schrijvers die tot dezelfde groep behoren, zoals geïllustreerd door de variaties tussen het gebruik van vormen zoals 'I have'/'I've' van verschillende auteurs.

Hoe draagt de studie van idiosyncratische uitdrukkingen zoals 'I have'/'I've' bij aan de identificatie van individuele schrijfstijlen?

  • De specifieke gebruikspatronen van uitdrukkingen zoals 'I have'/'I've' kunnen helpen bij het herkennen van auteurschap en zijn een hulpmiddel in plagiaatdetectie.
  • Ze kunnen individuele schrijfkenmerken belichten die uniek zijn voor elke auteur, zoals onderzocht bij 176 e-mailauteurs.
  • De schrijfstijl van één auteur, 'Zipper', bleek het minst variabel te zijn, wat illustreert dat de mate van idiolectische variatie tussen auteurs verschilt.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo