Samenvatting: Formeel Strafrecht - Open Universiteit

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Formeel strafrecht - Open Universiteit

• 1 Uitgangspunten

  Dit is een preview. Er zijn 19 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat wordt bedoeld met Instumentaliteit en rechtsbescherming?

  Aan de ene kant geeft het strafproces bevoegdheden om een strafbaar feit op te sporen teneinde de (ware) schuldige te kunnen bestraffen. Aan de andere kant worden onschuldige burgers door de regels beschermd tegen het toepassen van deze bevoegdheden. Deze twee polen binnen dit spanningsveld worden ook wel aangeduid met de termen ‘instrumentaliteit’ en ‘rechtsbescherming’ 
  
  Instrumentaliteit= bestraffing van de daadwerkelijke schuldige 
  Rechtsbescherming= voorkomen van bestraffing van onschuldigen.

• Waar vinden we de regels van het strafprocesrecht?

  * het Wetboek van strafvordering 
  *Bijzondere wetten zoals: 
  - Opiumwet 
  - Wet Wapens en Munitie 
  - Wet op de rechterlijke organisatie 
  * lagere wetgeving: AmvB's en aanwijzingen 
  * Grondrechten en mensenrechten 
  - Grondwet 
  -  EVRM 
  - Handvest van de grondrechten van de EU 
  * Beginselen 
  - het vertrouwensbeginsel 
  - Het gelijkheidsbeginsel 
  - het beginsel van zuiverheid van oogmerk 
  - beginselen van redelijke en billijke afweging

• 1.1 Aard en doel van het strafproces

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Welk subhoofddoel van het strafproces weegt het zwaarst?

  Indien twijfel bestaat over de schuld of onschuld van de verdachte, gaat het ene doel onherroepelijk ten koste van het andere doel. Bij twijfel gaat de verdachte altijd vrijuit: dat heet het in dubio pro reo-beginsel.

• Wat wordt bedoeld met het in dubio pro reo-beginsel?

  Bij twijfel gaat de verdachte vrijuit (wettig en overtuigend bewijs is noodzakelijk, art. 338 Sv).

• Kan een veroordeling met kracht van gewijsde nog ongedaan worden gemaakt?

  Het Nederlandse strafrecht heeft niet de pretentie dat de rechter onfeilbaar is. Daarom is er de mogelijkheid tot herziening. Als uit nieuwe feiten blijkt dat de rechter heeft gedwaald, kan de veroordeling ongedaan worden gemaakt (art. 457 e.v. Sv).

• Wat wordt bedoeld met 'eerbiediging van de rechten en vrijheden van de verdachte' als bijkomend doel van het strafproces?

  Er moet worden voorkomen dat de strafrechtelijke vervolging een disproportionele inbreuk maakt op de vrijheid van de betrokken burger (de verdachte). De vrije positie die de burger in een rechtsstaat ten opzichte van de overheid heeft, moet ook (of misschien juist) worden gerespecteerd als die burger door de overheid van een strafbaar feit wordt verdacht.
  
  Voorbeeld van dit doel in de praktijk is het niet kunnen dwingen van de verdachte om aan zijn eigen veroordeling mee te werken (meer specifiek het zwijgrecht).

• 3 Voorarrest en het recht op rechtsbijstand

  Dit is een preview. Er zijn 10 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
  Laat hier meer flashcards zien

• Strafvordelijke vrijheidsbeperking en vrijheidsbeneming

  Opsporing o.l.v. OvJ
  -staande houding 
  - aanhouding op en buiten heterdaad 
  - ophouden voor onderzoek 
  - inverzekeringstelling 
  Vervolging 
  - inbewaringstelling 
  - gevangenhouding 
  Berechting o.l.v. Rechter 
  gevangenneming

• 4 Niet vrijheidsbenemende dwangmiddelen

  Dit is een preview. Er zijn 18 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4
  Laat hier meer flashcards zien

• Schriftelijke machtiging (artikel 2 Awbi)

  Wanneer een gewone opsporingsambtenaar een woning wil binnentreden, zonder toestemming van de bewoner heeft hij een schriftelijke machtiging tot binnentreden nodig (artikel 2, eerste lid, Awbi). Een dergelijke machtiging kan verstrekt worden door één van de personen genoemd in artikel 3 Awbi.

• Wie hebben op grond van AwbI machtiging nodig

  Alleen politieagenten die zelfstandig – dat wil zeggen zonder te worden vergezeld door de officier van justitie of de rechter-commissaris – en zonder toestemming van de bewoner een woning willen binnentreden, hebben een machtiging op grond van de Awbi nodig

• 7 Sanctionering vormverzuimen

  Dit is een preview. Er zijn 10 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 7
  Laat hier meer flashcards zien

• Waaruit bestond in deze zaak de onrechtmatigheid? (de onbevoegde hulp-officier)

  In deze zaak werd er een machtiging afgegeven door iemand die wel de vereiste rang en ervaring bezat, maar blijkbaar niet de vereiste kennis, aangezien hij voor het examen van hulp-officier gezakt was. Door de wetgever is juist een systeem van waarborgen geconstrueerd om ongerechtvaardigde inbreuken op grondrechten te voorkomen. Eén van die waarborgen is dat opsporingsambtenaren slecht inbreuk mogen maken op het huisrecht (privacy) met toestemming van een hogere autoriteit, in dit geval een hulp-officier. Nu de machtiging in deze zaak was afgegeven door een onbevoegde hulp-officier, bood deze machtiging niet de vereiste waarborg.