Startpagina / Samenvattingen / Class notes - formeel strafrecht / dagen-gevangenhouding-zittingsrechter

Duur van de voorlopige hechtenis

4 belangrijke vragen over Duur van de voorlopige hechtenis

Wat houdt art. 66 lid 2 sv in?

Als het onderzoek op de zitting is aangevangen voor het einde van de termijn waarvoor de gevangenhouding door de raadkamer is bevolen, blijft het bevel tot 60 dagen na de einduitspraak van kracht. Die 60 dagen zijn bedoeld voor het geval tegen een veroordelend vonnis van de rechtbank hoger beroep wordt ingesteld. Het hof kan dan de gevangenhouding indien nodig voor afloop van die 60 dagen verlengen (art. 75 sv)

Wat vereist een fair trial volgens het Europese hof?

Er wordt vereist dat het belang van een voortvarende berechting steeds wordt afgewogen tegen het belang van een zorgvuldige behandeling van de zaak.

Wanneer er niet binnen 104 dagen kan worden gepresenteerd aan de zittingsrechter, heeft de Nederlandse wetgever daarvoor een veiligheidsklep geregeld. Wat houdt die veiligheidsklep in?

Als het vooronderzoek niet binnen de 104 dagen in afgerond, kan de OvJ volstaan met een voorlopige tenlastelegging, waarbij de feitenomschrijving gelijk is aan die in het bevel tot gevangenhouding staat. (art. 261 lid 3 Sv)

De 104-dagenregeling maakt zowel verschil op het punt van de interne openbaarheid als de externe openbaarheid verschil. Leg dit uit.

De regeling in 282 sv voorziet in feite in een vorm van periodieke controle die aan de zittingsrechter is opgedragen en die dus in het openbaar plaatsvindt.

In de tweede plaats geldt art. 33 sv, dat bepaalt dat de verdachte vanaf het moment van dagvaarding recht heeft op de volledige inzage in de processtukken.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

formeel strafrecht

Bekijk samenvatting