Startpagina / Samenvattingen / Class notes - formeel strafrecht / verdacht-staand-bevoegdheid

Aanverwante bevoegdheden

4 belangrijke vragen over Aanverwante bevoegdheden

Wat bepaalt art. 55 --> iedereen kan een verdachte aanhouden en mag elke plaats betreden, waarbij woningen en bijzondere plaatsen zoals kerken zijn uitgezonderd. lid 2 bepaalt dat die beperking niet geldt voor opsporingsambtenaren

art. 55 lid 1 en 2--> iedereen kan een verdachte aanhouden en mag elke plaats betreden, waarbij woningen en bijzondere plaatsen zoals kerken zijn uitgezonderd. lid 2 bepaalt dat die beperking niet geldt voor opsporingsambtenaren

Wat moet een opsporingsambtenaar bij zich hebben alvorens hij tegen de wil van een bewoner een huis betreedt om de verdachte aan te houden?

Een machtiging als bedoeld in art. 2 algemene wet op het binnentreden

Welke bevoegdheid geeft art. 95 sv?

Geeft de bevoegdheid om voorwerpen in beslag te nemen die de aangehouden of staande gehouden verdachte bij zich heeft. Deze inbeslagneming is dus connex aan zowel de aanhoudingsbevoegdheid als de bevoegdheid tot staande houden.
95 lid 2 verwijst naar 56 --> belangrijkste doel van de fouilleringsbevoegdheid is daarmee gegeven: namelijk voorwerpen in beslagnemen

Waarom is de grens tussen aanhouden en staande houden vervaagd?

Op grond van art. 55b sv mag een verdachte die staande is gehouden worden onderzoek aan zijn kleding e.d. Lid 2 van dat artikel bepaalt vervolgens dat een identificatiefouillering in beginsel niet in het openbaar mag plaatsvinden en dus dat de verdachte mee moet naar het bureau. Hierdoor is de grens vervaagd.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

formeel strafrecht

Bekijk samenvatting