OAC3 FS Trainingsleer/trainingswetten EN OAC1 FS Cardiovasculaire aanpassing training

10 belangrijke vragen over OAC3 FS Trainingsleer/trainingswetten EN OAC1 FS Cardiovasculaire aanpassing training

Wat is de rol van een lonende pauze bij toename van slagvolume door training?

De daling van de hartfrequentie gaat sneller dan de afname van de bloedtoevoer naar het hart (veneuze terugstroom). Hierdoor treedt een snellere diastolische vulling van het hart op en zal het slagvolume toenemen (Frank Starling effect). De hartspier, myocard, wordt dikker.

Door training van het uithoudingsvermogen neemt het hartminuutvolume (HMV) in rust niet toe, maar het slagvolume wel. Hoe komt dit verschil?

Door een afname van de hartfrequentie.

Is er verschil in het maximale HMV tussen getrainde en ongetrainde personen?

Ja, getrainde personen hebben een hoger HMV. Dit is vooral toe te schrijven aan een verhoogd slagvolume.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat is het effect van training op de maximale hartfrequentie (HF)?

Geen effect op maximale hart frequentie. Blijft gelijk.

Wat is het effect van aerobe training op de anaerobe drempel?

De aerobe drempel wordt pas bij een hogere intensiteit bereikt.


Wat kan gebruikt worden als indicatie van het bereiken van de anaerobe drempel?

Lactaatophoping en/of ademhalings frequentie.
De ademhalingsfrequentie wordt zo hoog dat je niet meer normaal kunt praten.
Iemand waarmee je geen gesprek meer kan voeren tijdens het hardlopen heeft zijn anaerobe drempel bereikt.

Met hoeveel procent kan de VO2max maximaal stijgen als gevolg van (duur)training?

20-40%, de rest is erfelijk bepaald

Wat is de rol van de pulmonale aanpassingen als gevolg van training in de toename van het fysieke prestatievermogen?

Dit is normaal gesproken niet de beperkende factor en zal om die reden niet zo snel aangepast worden door training.

De ventilatie (ademteugvolume en ademfrequentie) wordt bij gezonde personen nooit als prestatiebeperkende factor beschouwd.

Welke aanpassingen vinden plaats op spierniveau als gevolg van aerobe training?

  1. Meer en grotere mitochondrieen,
  2. Meer doorbloede capillairen (haarvaten)
  3. Meer myoglobine/spierenzymen (zuurstofbindende eiwit binnen spiercellen)
  4. Verhoogde aanwezigheid energierijke fosfaten (ATP, CP)
  5. Toename spierglycogeen.

Bij kortdurende atletiekonderdelen, zoals de sprint en korte afstanden, blijkt de lage zuurstofspanning die heerst in hooggelegen gebieden niet van doorslaggevende invloed op de prestatie. Sterker nog, daar wordt in hoger gelegen gebieden vaak een toename van de prestatie gevonden, terwijl bij langer durende atletiekonderdelen vaak een afname van de prestatie te zien is. Verklaar beide uitkomsten.

  1. Lagere luchtdruk zorgt voor een lagere luchtweerstand. Bij sprinten maakt je (vrijwel) geen gebruikt van je zuurstofsyteem, dus heb je vanwege de verlaagde luchtweerstand alleen voordeel.
  2. Bij langere duur onderdelen weegt het voordeel van verminderde luchtweerstand niet op tegen het nadeel van minder zuurstof in de lucht.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo