Lymfoïde systeem - Inleiding
3 belangrijke vragen over Lymfoïde systeem - Inleiding
Welke cellen behoren tot de specifieke immunsysteem?
De lymfocyten.
Ze hebben de volgende kenmerken:
1- Ze kunnen onderscheid maken tussen moleculen en cellen die behoren tot het eigenlichaam en moleculen die daar toe niet behoren.
2- Ze kunnen deze vreemde (niet-eigen) inactiveren en vernietigen.
Centrale lymfoïde organen?
- Het beenmerg
- De thymus
Hier vindt een antigeenonafhankelijke proliferatie van lymfoïde stamcellen en een differentatie tot immuuncompetente T- en B-lymfocyten plaats.
Perifere lymfoïde organen?
-
De lymfeklieren, ingeschakeld in de lymfebanen
-
De milt, ingeschakeld in de bloedbaan
-
De lymfo-epitheliale organen, die in nauwe relatie staan tot het epitheel van een slijmvlies/mucosa. Hiertoe behoren de GALT, de BALT en de MALT.
Hierin vindt contact met antigeen plaats leidt tot poliferatie en differentiatei van deze immuuncompetente T- en B-lymfocyten met productie van specifieke effectorcellen/-moleculen.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden