Startpagina / Samenvattingen / Functionele spieranatomie / traps-scapulaire-functie

Trapezius

Q: Biomechanische functie middelste traps

Scapulaire rectratie/adductie 0 - 25° (‘trek de schouderbladen naar achter’; de onderste traps helpen ook). Het terugtrekken van de schouderbladen is de primaire functie van de middelste trapezius Scapulaire retractie wordt ook wel scapulaire externe rotatie genoemd. Opwaartse rotatie (alleen na enige rotatie, die de serratus anterior meestal initieert) Dit is niet een functie die je meestal direct associeert met krachttraining. Het komt voor tijdens de overhead press.

5 belangrijke vragen over Trapezius

Biomechanische functie bovenste traps

Laterale flexie van de nek 0 - 35° (alleen de bovenste vezels).

Cervicale wervelextensie 65 - 0° en hyperextensie 0-40° (alleen bovenste vezels)

Nekrotatie 0 - ~30° naar beide kanten (alleen bovenste vezels).

Schouderelevatie 0 - 40° (indirect; de bovenste en middelste traps kunnen ook zeer zwak bijdragen bij lichte elevatie)

Scapulaire retractie (zwak; alleen lagere vezels; indirect alleen via het trekken aan het sleutelbeen)

Biomechanische functie middelste traps

Scapulaire rectratie/adductie 0 - 25° (‘trek de schouderbladen naar achter’; de onderste traps helpen ook).

Het terugtrekken van de schouderbladen is de primaire functie van de middelste trapezius Scapulaire retractie wordt ook wel scapulaire externe rotatie genoemd.

Opwaartse rotatie (alleen na enige rotatie, die de serratus anterior meestal initieert)

Dit is niet een functie die je meestal direct associeert met krachttraining. Het komt voor tijdens de overhead press.

Biomechanise functies onderste traps

Scapulaire depressie 0 - 10°.

sans-serif

Scapulaire retractie

De onderste traps worden meestal afgebeeld als scapulaire opwaartse rotators, maar hun vezeloriëntatie direct langs de rotatie-as verbiedt enige relevante beweging. De onderste traps functioneren waarschijnlijk uitsluitend als scapulaire stabilisatoren tijdens de opwaartse rotatie. In het algemeen functioneren de traps als stabilisatoren tijdens vele bewegingen.

Waarom zijn standaard shrugs niet optimaal voor spieractiviteit in de bovenste traps? Waarmee kan dit (deels) worden opgelost?

De bovenste traps kunnen geen direct moment van scapulaire elevatie produceren. Daarnaast lopen de onderste vezels bijna horizontaal, waardoor deze niet veel verticale kracht produceren. Oplossing: schouder enigszins in abductie plaatsen.

Waarom kun je met schouderbewegingen (zoals shrugs) je hoofd het beste naar beneden houden als je geen nekletsel hebt?

Wanneer de nek gestrekt is, kunnen de bovenste vezels van de bovenste traps in actieve insufficiëntie komen wanneer deze proberen schouderelevatie te verrichten.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Functionele spieranatomie

Bekijk samenvatting