Blood vessels and circulation - MOEILIJK VASCULAIRE GENEESKUNDE
20 belangrijke vragen over Blood vessels and circulation - MOEILIJK VASCULAIRE GENEESKUNDE
Welke lokale vasodilators zorgen op het weefselniveau voor het vergroten van de doorbloeding? 6x
- melkzuur of andere zuren die door weefsels worden gemaakt
- NO (wordt door epitheelcellen gemaakt)
- hoge concentratie K+-ionen of H+-ionen
- chemicaliën die vrijkomen bij plaatselijke ontsteking, zoals histamine en NO
- verhoogde lokale temperatuur
Welke lokale vasoconstrictors zorgen op het weefselniveau voor het verminderen van de doorbloeding?
Welke twee soorten neuronen bevat het vasomotor centrum?
2. een kleine groep die verantwoordelijk is vasodilatie in arteriolen van skeletspieren en het brein
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Hoe wordt vasoconstrictie door het autonome zenuwstelsel geregeld?
Hoe wordt vasodilatie door het autonome zenuwstelsel geregeld?
Wat gebeurt er als baroreceptoren in de aortische sinussen en carotide sinussen een stijging in bloeddruk waarnemen?
Wat gebeurt er als baroreceptoren in de aortische sinussen en carotide sinussen een daling in bloeddruk waarnemen?
Wat gebeurt er als chemoreceptoren in de carotide lichamen en aortische lichamen een stijging in CO2-concentratie / een daling van de pH / een daling van O2-concentratie in arteriëel bloed waarnemen? 3x
Welke hormonen zijn belangrijk voor cardiovasculaire regulatie? 4x Wat reguleren ze vooral?
2. angiotensine II
3. erythropoietin (EPO)
4. natriuretische peptiden (ANP & BNP)
Deze hormonen reguleren vooral bloedvolume, maar 1 en 2 reguleren ook bloeddruk.
Bij welke factoren komt er meer ADH vrij? 3x Wat is het gevolg van een hogere concentratie ADH?
2. een stijging van osmotische concentratie van het plasma
3. stijging van angiotensine II
Gevolgen:
1. perifere vasoconstrictie --> bloeddruk omhoog
2. stimuleren van wateropname nieren --> bloedvolume gaat niet omlaag
Wanneer komt angiotensine II vrij?
Wat zijn de belangrijkste functies van angiotensine II? x4
2. stimuleert aanmaak ADH --> stimuleert nieren voor reabsoprtie water
3. zorgt ervoor dat je dorst krijgt
4. stimuleert cardiac output en vasoconstrictie van ateriolen, zodat bloeddruk stijgt
Dit effect is 4-8x groter dan het effect van NE op bloeddruk.
Op welke 5 manieren verlagen ANP en BNP bloeddruk en bloedvolume?
2. vergroten hoeveelheid urine
3. verminderen dorst
4. blokkeren van aanmaak ADH, aldosterone, epinephrine en norepinephrine
5. stimuleren perifere vasodilatie
Op welke vijf verschillende manieren vindt diffusie plaats in capillairen?
- water, ionen, glucose, aminozuren en urea kunnen tussen epitheelcellen door of gebruiken gefenestreerd epitheel om de capillairen te verlaten
- allerlei ionen gebruiken kanalen in endotheelcellen (bvb Na+, Ca2+, K+ en Cl-)
- grote water-oplosbare moleculen kunnen de capillairen alleen verlaten in gefenestreerd epitheel
- vetten en vet-oplosbare moleculen kunnen door de celmembranen van epitheelcellen heen diffuseren
- plasma-eiwitten kunnen alleen in sinusoïde epitheel de capillairen verlaten
Welke factoren bepalen de capillaire bloedstroom? (formule)
Uit welke weefsellagen bestaan bloedvaten?
- Tunica intima (epitheelcellen, connective tissue en elastische vezels (in slagaderen intern elastisch membraan)
- Tunica media (gladde spiercellen, (in slagaderen extern elastisch membraan)
- Tunica externa (connective tissue) —> in slagaderen: bevat collageen en elastische vezels —> in aderen: dikker dan de tunica media, bevat bundels gladde spiercellen en verbonden elastische vezels
Welke drie dingen veranderen er in je lichaam als je je licht inspant?
2. de 'venous return' stijgt (vanwege spiersamentrekkingen en sneller ademen)
3. cardiac output wordt groter (vanwege grotere 'venous return' (Frank-Starling-principe), atriumreflex en sympathische stimulatie)
Wat verandert er in het lichaam als je van lichte inspanning naar zware inspanning gaat?
Wat zijn de korte-termijn-gevolgen van grote bloedingen? 3x
- hypothalamus wordt geactiveerd en zorgt voor toename in de vasomotor tone (dus verdere vasoconstrictie). Venoconstrictie zorgt voor het mobiliseren van de veneuze reserve.
- hormonale effecten: E en NE worden aangemaakt --> hogere cardiac output en nog meer vasoconstrictie. Ook ADH en angiotensine II worden aangemaakt --> nog meer vasoconstrictie
Wat zijn de lange-termijn-gevolgen van grote bloedingen? 4x
- aldosterone en ADH zorgen voor het vasthouden van vloeistof
- je krijgt meer dorst, verteringssyteem neemt meer water op
- EPO wordt aangemaakt --> meer rode bloedcellen --> meer bloedvolume en meer zuurstof
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Onderwerpen die gerelateerd zijn aan Blood vessels and circulation - MOEILIJK VASCULAIRE GENEESKUNDE
-
Blood vessels and circulation - Arteries, arterioles, capillaries, venules and veins differ in size, structure and functional properties - Differences between arteries and veins
-
Blood vessels and circulation - Arteries, arterioles, capillaries, venules and veins differ in size, structure and functional properties - Capillaries