The Heart - MOEILIJK CARDIOLOGIE

10 belangrijke vragen over The Heart - MOEILIJK CARDIOLOGIE

Hoe heten de spierribbels aan de binnenkant van de atria? En die aan de binnenkant van de ventrikels? Wat doet de 'moderator band’?

Atria: pectinate muscles
Ventrikel: trabeculae carnae

De moderator band bevat een deel van het systeem waardoor alle hartspieren tegelijk samentrekken. Het zorgt er voor de samentrekking van de ventrikels al voor dat de cordae tendinae strakker worden, zodat bloed bij samentrekking niet terugstroomt in de atria.

Hoe heet het deel van het rechterventrikel waar de longslagader op aansluit?

De conus arteriosus

Wat is het hartskelet? Op welke andere manieren krijgt het hart stevigheid?

Het hartskelet bestaat uit vier banden die om de AV-kleppen en de basen van de longader en aorta zitten. Verder blijft het hart stevig doordat er veel collageen en elastische vezels in de verbindingsweefsels van het hart zitten. Ook zitten er vezelrijke lagen tussen de verschillende spierlagen in het hart, die zorgen dat de kracht van de samentrekking wordt verdeeld, die zorgen voor steun aan vaten, zenuwen en spiercellen, zorgen voor kracht en voorkomen van overextensie en helpen met elasticiteit zodat het hart zijn oorspronkelijke vorm weer kan aannemen.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Welke slagaderen lopen er over het hart? Welke delen van het hart voorzien ze van bloed?

Rechter kransslagader: bloed naar RA, delen van ventrikels, Sinusknoop en AV-knoop.
--> splitst in: marginale slagaders (omlaag over RA) en posterior intraventriculaire slagader (richting apex): bloed naar interventricular septum en delen ventrikels

Linker kransslagader: bloed naar LA, LV en interventricular septum
--> splitst in: circumflex slagader (buigt naar links over coronaire sulcus) en anterior interventriculaire slagader (of LAD)

Welke aderen lopen er over het hart?

Grote hartader: parallel aan anterior interventriculaire slagader --> komt uit op coronaire sinus (leegt in inferior vena cava)
Posteriore hartader: parallel aan circumflex slagader
Middelste hartader: parallel aan posterior interventriculaire slagader
Kleine hartader: parallel aan marginale slagader
Anteriore hartaders: verzamelen bloed van anterior oppervlak RV, legen direct in RA

Wat zijn de overeenkomsten tussen skeletspierweefsel en hartspierweefsel als het gaat over hoe de samentrekking tot stond komt?

1. actiepotentieel leidt er toe dat Ca2+-ionen de spiervezels binnenkomen
2. door binding van Ca2+-ionen aan troponine ontstaat de samentrekking

Wat zijn de drie stappen in samentrekking van een hartspiervezel als je kijkt naar het actiepotentieel?

1. Snelle depolarisatie dmv opening van snelle Na+-kanalen.
2. Bij +30mV sluiten de kanalen en ontstaat er een plateau --> Cel pompt Na+ actief naar buiten, tegelijkertijd gaan er langzame Ca2+-kanalen open. Membraanpotentieel blijft een tijd ca. 0.
3. Repolarisatie door sluiten langzame Ca2+-kanalen en opening langzame K+-kanalen, waardoor Kaliumionen de cel verlaten.

Hoe stuurt het autonoom zenuwstelsel het hart aan?

Via de nervus vagus (X). Zowel sympathisch als parasympatisch zenuwstelsel innerveren Sinusknoop, AV-knoop en atriële spiercellen. Beide systemen innerveren ook ventriculaire spiercellen, maar hier is het sympatisch zenuwstelsel ruim meer vertegenwoordigd. In de medulla oblongata (bovenste deel ruggengraat) liggen het cardioaccellererende centrum en het cardioninhibitoire centrum. Deze centra reageren op veranderingen in bloeddruk in op concentratie van zuurstof en CO2 in slagaderen.

Welke factoren kunnen het EDV beïnvloeden?

- vultijd --> tijd van ventriculaire diastole (afhankelijk van hartslag)
- teruggave van bloed uit de aderen
- preload (hoe ver ventriculaire cellen stretchen tijdens diastole) (hoe meer preload, hoe krachtiger de samentrekkingen van de spiervezels)

Welke factoren kunnen het ESV beïnvloeden?

- preload

- contractiliteit van de ventrikels, door positieve en negatieve inotropische factoren (hoeveelheid kracht die wordt geproduceerd tijdens een samentrekking)
--> door autonoom zenuwstelsel: SYMPATISCH: NE en E stimuleren a- en b- receptors en zo spiermetabolisme. PARASYMPATHISCH: ACh zorgt ervoor dat vooral kamers minder sterk samentrekken
--> door hormonen: andere hormonen stimuleren ook A1 en B1-receptoren (isoproterenol, dopamine, dobutamine) (medicijnen die hoge bloeddruk bestrijden hebben negatieve inotropische effecten, zoals beta-blockers (eindigen op -olol))

- afterload
(hoeveelheid kracht die ventrikel moet produceren om halvemaanvormige kleppen te openen) grotere afterload --> grotere ESV en dus kleiner slagvolume

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo