Lymphatic system - Adaptive (specific) defenses respond to individual threats and are either cell-mediated or antibody-mediated
3 belangrijke vragen over Lymphatic system - Adaptive (specific) defenses respond to individual threats and are either cell-mediated or antibody-mediated
Wat is het verschil tussen cel-gemedieerde immuniteit en antilichaam-gemedieerde immuniteit? Welke cellen zijn betrokken?
Bij cel-gemedieerde immuniteit (cellulaire immuniteit) zijn T-cellen betrokken, beschermt ons tegen abnormale cellen en pathogenen in cellen. Bij antilichaam-gemedieerde immuniteit (humorale immuniteit) zijn B-cellen betrokken, beschermt ons tegen antigenen en pathogenen in lichaamsvloeistoffen.
Welke twee basisvormen van immuniteit zijn er? Hoe kan je ze weer onderverdelen?
Aspecifieke immuniteit --> al bij geboorte
Specifieke immuniteit: --> moet ontwikkelen
1. actieve immuniteit --> na bloorstelling aan antigen
a. natuurlijk verworven actieve immuniteit --> aanraking met antigenen uit omgeving
b. kunstmatig verworven actieve imuniteit --> aanraking met antigenen uit vaccin
2. passieve immuniteit --> overdragen van antilichamen van een andere bron
a. natuurlijk verworven passieve immuniteit --> in baarmoeder of door borstvoeding
b. kunstmatig verworven passieve imuniteit --> bijvoorbeeld door injecties
Specifieke immuniteit: --> moet ontwikkelen
1. actieve immuniteit --> na bloorstelling aan antigen
a. natuurlijk verworven actieve immuniteit --> aanraking met antigenen uit omgeving
b. kunstmatig verworven actieve imuniteit --> aanraking met antigenen uit vaccin
2. passieve immuniteit --> overdragen van antilichamen van een andere bron
a. natuurlijk verworven passieve immuniteit --> in baarmoeder of door borstvoeding
b. kunstmatig verworven passieve imuniteit --> bijvoorbeeld door injecties
Welke kenmerken hebben alle vormen van specifieke immuniteit? 4x
1. specificiteit --> T-cellen en B-cellen binden aan specifieke antigenen
2. versitaliteit --> er zijn veel verschillende lymfocyten in het lichaam om te kunnen anticiperen op allerlei mogelijke antigenen
3. geheugen --> als je een antigen al eerder bent tegengekomen zijn er cellen die dat 'onthouden' en zo een snellere tegenaanval kunnen inzetten
4. tolerantie --> immuunsysteem tolereert heel veel ongevaarlijke of behulpzame antigenen
2. versitaliteit --> er zijn veel verschillende lymfocyten in het lichaam om te kunnen anticiperen op allerlei mogelijke antigenen
3. geheugen --> als je een antigen al eerder bent tegengekomen zijn er cellen die dat 'onthouden' en zo een snellere tegenaanval kunnen inzetten
4. tolerantie --> immuunsysteem tolereert heel veel ongevaarlijke of behulpzame antigenen
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
