Startpagina / Samenvattingen / Fundamentals of anatomy & physiology / ph-tubulaire-opnemen

Fluid, Electrolyte, and Acid-Base Balance - MOEILIJK BALANS

6 belangrijke vragen over Fluid, Electrolyte, and Acid-Base Balance - MOEILIJK BALANS

Hoe werkt het eiwitbuffersysteem? (algemeen, hoge pH, neutraal, lage pH)

Aminozuren kunnen bij veranderende pH zowel H+ opnemen als H+ afstaan. Veel eiwitten zijn dus amphoterisch.
Bij hoge pH kan de COOH-groep een H+ loslaten (wordt dan COO-). Bij meeste aminozuren is dat gewoonlijk al het geval. Sommige R-groepen (histidine en cysteïne) kunnen H+ loslaten.
In neutrale oplossing kan een aminozuur zowel + als - zijn (zwitterion).
Bij lage pH kan de COO- weer een H+ opnemen. Ook de aminogroep NH2 kan een H+ opnemen en wordt zo NH3+. De R-groep kan ook een H+ opnemen.

Hoe wordt ammonia/ammonium gemaakt in de tubulaire cellen?

Het enzym glutaminase breekt het aminozuur glutamine af. Doordat NH4+ met countertransport met Na+ de tubulaire vloeistof ingaat, en HCO3- een product is van glutaminase, vormt NaHCO3 --> draagt bij aan de bicarbonaatreserves in ECF.

Wat gebeurt er in de nieren bij een te hoge pH? 3x

1. hoeveelheid H+ secretie neemt af
2. tubulaire cellen reabsorberen de NaHCO3 in tubulaire vloeistof niet
3. het verzamelsysteem scheidt HCO3- uit in tubulaire vloeistof en neemt daarbij HCl op (sterk zuur)

Waarom is een lage pH gevaarlijk?

Waterstofionen verbreken chemische verbindingen, veranderen de vorm van eiwitten, verstoren het celmembraan en zorgen ervoor dat weefsels niet goed meer functioneren.

Wat zijn de drie belangrijkste oorzaken voor metabole acidosis?

1. grote aanmaak van organische of gefixeerde zuren (bijvoorbeeld lactic acisodis (veel beweging) of ketoacidosis (ondervoeding of DM, door afbraak van vetten en ketonen)
2. onvermogen door de nieren om voldoende H+ uit te scheiden, bijvoorbeeld door ernstig nierfalen of diuretica die Na-H-pomp uitschakelen
3. ernstig verlies van bicarbonaat, vooral door chronische diarree

Waarom heb je na je 40e vaker disbalansen in vochtbalans, elektrolytenbalans of zuur-basebalans? 6x

1. totale hoeveelheid water neemt af bij veroudering
2. glomerulaire filtratiesnelheid neemt af, hoeveelheid werkende nefronen neemt af
3. meer water gaat verloren in urine (minder sensitief voor ADH en aldosteron) en in onwaarneembare perspiratie
4. hoeveelheid mineralen neemt af bij ouder worden, omdat spiermassa en skeletmassa afnemen
5. ademhalingsysteem werkt minder goed (oook door artritis en emfyseem)
6. andere belangrijke orgaansystemen werken minder goed

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Fundamentals of anatomy & physiology | Frederic H Martini, et al

Bekijk samenvatting