Samenvatting: Fysiologie 1
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Fysiologie 1
-
1 Weefselleer
Dit is een preview. Er zijn 10 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Welke 4 kenmerken, kenmerken epitheelweefsel in het algemeen?
- Polair
- Zijkanten verbonden met naburige cellen via junctions => heel dicht tegen elkaar
- Avasculair: geen bloedvaten
- Geïnnerveerd: zenuwen => sensorische informatie
- Polair
-
Hoe werkt het basaalmembraan als een gedeeltelijke barrière tussen de epitheelcel en het onderliggende bindweefsel?
Fundering van de epitheelcel. Netwerk van vezels dat de epitheelcel stevig vasthecht aan onderliggende bindweefsel.
gedeeltelijke barrière: laat o2, co2, voedingsstoffen, afvalstoffen,... Door
sterk en elastisch -
Waarom hebben sommige epitheelcellen trilhaartjes en microvilli? Welke rol spelen ze? Waar zijn de cellen met deze gespecialiseerde oppervlakken in het lichaam?
Microvillie (borstelzoom) => oppervlaktevergroting voor absorptie of secretie (bv. Spijsverteringsstelsel, urinair stelsel)
Cilia (trilharen) => transport van slijm, vreemde stoffen,... (bv. Ademhalingsstelsel, urogenitaalstelsel) -
Beschrijf de volgende vorm van epitheelcellen en geef een voorbeeld van waar ze voorkomen: Meerlagig plaveiselepitheel
Cellen sluiten voortdurend af =>vervangen door nieuwe cellen uitdiepere lagen.Meerlagig plaveiselepitheel beschermt tegenwrijving en blootstelling aanchemische stoffen
=> huid, mond,slokdarm , vagina,rectum -
Beschrijf de volgende vorm van epitheelcellen en geef een voorbeeld van waar ze voorkomen: meerlagig cilindrisch epitheel
Komt zelden voor. Meerlagig cilindrish epitheel zorgt voor bescherming en komt voor in grote afvoergangen van melklieren, deel van de urethra -
Beschrijf de volgende vorm van epitheelcellen en geef een voorbeeld van waar ze voorkomen: pseudomeerlagig cilindrisch epitheel
Allecellen zijn verbonden met hetbasale mebraan , maar niet allecellen rijken totluminale oppervlak.Kernen bevinden zich op verschillende hoogte. Vaak mettrilharen enslijmbekercellen .
=>Ademhalingstelsel , delen vanmannelijk voortplantingstelsel -
Wat is het verschil tussen een lege en een volle blaas op basis van overgangsepitheel?
Lege blaas: epitheel dik. De cellen aan het luminale oppervlak zijn afgerond en koepelvormig
Volle blaas: epitheel wordt uitgetrokken en wordt daardoor dunner. Cellen aan het oppervlak worden platten en zien er uit als plaveiselcellen. -
1.1 Klieren
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Waar worden slijmbekercellen gevonden? Wat voor afscheiding produceren ze?
Slijmbekercellen zijn bekervormige cellen die slijm produceren. Ze behoren tot het eenlagig cilindrisch epitheel.
Slijmbekercellen komen voor in het darmkanaal, de bovenste luchtwegen, vagina en de baarmoeder -
Kun je merocriene, apocriene en holocriene klieren beschrijven? Hoe verschillen ze van elkaar?
Merocriene klieren: Bij het afgeven van secretie blijft de cel heel
=> Pancreas, zweetklieren, speekselklieren
Apocriene klieren: Bij het afgeven van secretie gaat een deel van cytoplasma mee
=> Borstweefsel, sommige zweetklieren
Holocriene klieren: De cel barst open en geeft secretie af
=> Talgklier
Verschillen? Het al dan niet heel blijven van de klier -
Hoe zijn sereuze en muceuze secreties verschillend?
Sereuze secreties: waterige secreties met een hoog enzymen concentratie
Muceuze secreties: Dik slijmerige secreties samengesteld door glycoproteïnen
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Fysiologie 1
-
Weefselleer - Bindweefsel - Bestanddelen van bindweefsel
-
Weefselleer - Bindweefsel - Membranen
-
Spierstelsel - Skeletspieren - Microscopische anatomie
-
Spierstelsel - Skeletspieren - Fysiologie van skeletspieren
-
Spierstelsel - Hartspieren
-
Spierstelsel - Gladde spieren
-
Zenuwstelsel - Neuronfunctie: depolarisatie en repolarisatie
-
Zenuwstelsel - Hoe neuronen communiceren: synaps
-
Zenuwstelsel - centraal zenuwstelsel: hersenen & ruggenmerg
-
Zenuwstelsel - Reflexen en reflexboog
-
Zintuigen - Algemene zintuigen - pijn (nociceptie)
-
Zintuigen - Speciale zintuigen
-
Endocriene stelsel - Hormonen
-
Belangrijke endocriene klieren - Hypofyse - Adenohypofyse
-
Belangrijke endocriene klieren - Hypofyse - Neurohypofyse
-
Endocriene stelsel - Belangrijke endocriene klieren - Schildklier
-
Endocriene stelsel - Belangrijke endocriene klieren - Gonaden - testes - ovaria