Algemene fysiologische processen - Membraantransporten

9 belangrijke vragen over Algemene fysiologische processen - Membraantransporten

Wat is kenmerkend aan actief transport?

  • Tegen gradiënt in
  • gecompliceerd
  • E voor nodig
  • accumulatie mogelijk

Welke vormen van actief transport zijn er?

  • Primair: rechtstreeks gebruik ATP
  • secundair: gekoppeld aan diffusie van ander ion
  • vesiculair: endocytose en exocytose 

Wat is samengevat de manier van transport voor verschillende stoffen?

  • Kleine ongeladen deeltjes: diffusie
  • water: osmose
  • hydrofobe stoffen: diffusie
  • grote hydrofiele stoffen: carriers
    • gefacilliteerde of ondersteunde diffusie: uniport
    • secundair actief transport: cotransport
  • ionen
    • passief: ionkanalen
    • actief:
      • primair: moleculair pompmechanisme
      • secundiar: cotransport
  • vesiculair
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat is het principe van diffusie?

Spontaan transport van opgeloste deeltjes en van oplosmiddel van oplossing A -> B en omgekeerd

er is een netto beweging tot de concentratie aan beide kanten gelijk is

Welke factoren beïnvloeden de diffusiestroom?

  • Wet van Fick
    • diffusie gebeurt in richting van hoge --> lage concentratie
    • snelheid is
      • recht evenredig met concentratieverschil
      • recht evenredig met permeabiliteit van membraan
      • recht evenredig met membraanoppervlak
      • omgekeerd evenredig met membraandikte

Wat zijn de voorwaarde voor osmose?

  • Semi-permeabele membraan enkel doorlaatbaar voor oplosmiddel 
  • cocentratieverschil opgeloste deeltjes

Hoe gebeurt het transport van water over de celmembraan?

Aquaporines

Welke stof is belangrijk bij vesiculair transport?

Ca2+

Hoe gaat de exocytose van insuline in zijn werk?

  1. Insuline is een belangrijk hormoon aangemaakt in de B-cel van de pancres en wordt opgeslagen in vesikels. Deze vesikels zitten klaar om naar buiten gebracht te worden. Daar is een trigger voor nodig, vrijzetting van insuline is gekoppeld aan hoge glucoseconcentratie in het bloed
  2. dus als glucose concentratie in het bloed stijgt, wordt glucose opgenomen via carrier in B-cel -> verschillende reacties --> zorgen voor instroom van Ca = belangrijk voor exocytose
  3. Ca 2+ zorgt ervoor dat insuline via exocytose extracellualir wordt vrijgezet

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo