Fysiologie van de nier - De tubulaire transportprocessen - De proximale tubulus
16 belangrijke vragen over Fysiologie van de nier - De tubulaire transportprocessen - De proximale tubulus
Welke stoffen transporteert de proximale tubulus onder andere?
- Natrium
- glucose
- AZ en eiwitten
- kalium
- calcium
- fosfaat
- bicarbonaat
- chloor
- ureum
- creatinine
- organische verbindingen
- water
Wat is de bouw van de proximale tubulus?
- Epitheelcellen met borstelzoom aan lumenzijde en veel mitochondriën => belangrijke transportfunctie voor reabsorptie
Welke fasen zijn er in het iontransport van de proximale tubulus?
- Lumen tubulus -> intracellulair (tubuluscel)
- intracellulair -> interstitium (peritubulaire vloeistof)
- interstitium -> lumen van capillairen
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Welke barrieres zijn er in het ionentransport in proximale tubulus?
- Luminale of apicale membraan
- peritubulaire of basolaterale membraan
De samenstelling van de voorurine is sterk verander aan het einde van de proximale tubulus, waar bestaat het uit?
- Meeste filtraat gereabsorbeerd
- chloride, ureum, en creatinineconcentratie sterk gestegen
- geen aanwezigheid van aminozuren, eiwitten en glucose
Hoe worden aminozuren getransporteerd?
- Vgl glucosetransport: gekoppeld aan Na+
- Tm >> fysiologische plasmaconcentratie
Hoe worden eiwitten getransporteerd?
- Zeer weinig transport noodzakelijk aangezien eiwitten normaal niet gefiltreerd worden
- indien nodig: terugresorptie via pinocytose
Wat is het mechanisme van Calcium transport?
- Paracellulair: solvent drag
- transcellualir
- passief doorheen luminale membraan (lage Ca2+ conc intracellulair)
- actief Ca2+ pom in basolaterale membraan (o.i.v. PTH)
Wat is het mechanisme van het fosfaattransport?
- Na+/fosfaat symport carrier t.h.v. Luminale membraan
- aantal carriers daalt o.i.v PTH
Waarop heeft PTH invloed?
Het transport van chloride bestaat uit 2 belangrijke mechanismen, welke?
- Gekoppeld aan de Na+/H+ uitwisseling (transcellulair)
- het chloride-afhankelijk Na+-transport (paracellulair)
Hoeveel ureum wordt er teruggeresorbeerd?
cellen van de proximale tubulus zijn minder toegankelijk voor ureum dan voor water -> concentratie voorurine stijgt
Waarvoor is ureumconcentratie een maat?
(net zoals creatinine)
Is er terugresorptie van organische verbindingen en lichaamsvreemde stoffen?
Wat voor soort transport is het transport voor organische verbindingen en lichaamsvreemde stoffen en wat gebeurt er met de voorurine?
- Carriertransport
- concentratie voorurine stijgt
- vb. Histamine, acetylcholine,
Wat is het mechanisme voor transport van water?
- Transcellulair transport (waterkanalen) of paracellulair transport
- principe van osmose: water volgt passief de actief getransporteerde stoffen = iso-osmotische terugresorptie
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden