Samenvatting: Fysiologie En Therapie
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van fysiologie en therapie
-
inleiding
Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 03/12/2017
Laat hier meer flashcards zien -
Geef een voorbeeld van de zeldzame positieve feedback.
De opwekking van de weeen. -
Wat is gap-junction, contact-dependent en autocrien en paracrien.
Via directe cytoplasmatische verbindingen.
Via membraan moleculen.
Via signaalmoleculen en receptoren. -
Wat is een neurotransmitter en een neurohormoon
Neurotransmitter; stof afgescheiden door neuronen die over een smalle spleet diffunderen naar de doel-cel. Kan ook een electrisch signaal zijn.
Neuro-hormoon; stof afgescheiden door neuronen in het bloed die zo verderop hun werk kunnen doen. -
Er zijn verschillende betekenissen voor het woord receptor. Geef aan welke en in welke twee groepen kan je ze indelen.
Centrale receptors;
ogen, oren, neus, tong, centrale chemoreceptors zoals osmoreceptoren, thermoreceptoren.
Perifere receptors;
Chemoreceptors, osmoreceptors, thermoreceptors, baroreceptors, prioreceptors, andere mechanoreceptoren. -
Perifere zenuwstelsel
Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 04/12/2017
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is is de schakelvolgorde in de efferente richting.
De efferente richting is van hersenen naar lichaam.
Preganglionic neuron, autonomic ganglion, postganglionic neuron, target cell. -
Geef een aantal eigenschappen van het parasympatische syteem.
De preganglionaire neuron heeft als neurotransmitter acetylcholine.
De postganglionaire neuron heeft als neurotransmitter ook acetylcholine.
-lange preganglionaire zenuwen vanuit de hersenstam die pas in het doelorgaan overschakelen op het ganglion
-dus zeer korte postganglionaire zenuwen.
-belangrijkste zenuw: de nervus vagus.
-postganglionaire neurotransmitter: acetylcholine.
-activeert zgn muscarinische cholinerge receptoren. -
Geef een aantal eigenschappen van het sympatische syteem.
preganglionair neuron neurotransmitter: acetylcholine.
postganglionair neuron neurotransmitter: noradrenaline.
-korte preganglionaire zenuwen vanuit het ruggemerg schakelen over in een ganglion
-lange postganglionaire zenuwen innerveren de verschillende doelorganen
-postganglionaire neurotransmitter: noradrenaline (norepinephrine) -
Hoe heet een receptor voor norepinephrine en hoe voor Acetylcholine.
Norepiphedrine(noradreline); Adrenergic receptor.
Ecetylcholine; Muscarinic receptor. -
Wat is het sympatho-adrenal system.
Het bijniermerg wordt selectief (!!!!) (mass action is achterhaald) geactiveerd tijdens stress situaties als er het dier nog niet precies weet wat er gaat gebeuren: fight-flight reactie.
-vrijmaking van glucose (snelst beschikbare energievorm en enige brandstof voor de hersenen)
-veranderingen in bloeddistributie → vasoconstrictie of vasodilatie (afhankelijk van receptortype/orgaan
Bekende situatie: gedoseerde en gerichte neuronale (noradrenaline) activatie -
Welke hersendelen zijn betrokken bij de centrale regulatie van het autonome zenuwstelsel.
hersenstam: medulla oblongata
hypothalamus: belangrijk coördinatiecentrum !
hogere functies: limbisch systeem en cerebrale cortex
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden