Zenuwstelsel - bewegingscontrole en skeletspieren
11 belangrijke vragen over Zenuwstelsel - bewegingscontrole en skeletspieren
Motorische controle gebeurt op diverse niveaus in CZS
- motorische cortex (waar commando start)
- hersenstam (automatismen)
- ruggenmerg (reflexen, aansturen spieren)
- sensorische informatie uit spier of uit zintuigen (om uitvoering beweging bij te sturen)
De skeletspier (in 3 delen opdelen)
- Skeletal muscle (orgaan)
- muscle fascicle (bundel van cellen)
- skelet muscle fiber (cel)
A.L.S =
commando komt tot aan ruggenmerg, maar zenuwen sterven af waardoor je de spieren niet meer kan aansturen
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Theorie van glijdende filamenten
- Concentratie leidt tot verkorting van sarcomeren
- Myosinekoppen maken contact met actine en vormen dwarsbruggen (kruisbruggen)
- Power stroke (trekkenactine naar centrum sarcomeer)
Kenmerken wat is het?
- zonder tussenstation van cortex naar ruggenmerg
- bewuste en fijn gecontroleerde bewegingen
Wat is het kenmerken?
- onbewuste sturing (tonus)
- automatismen
- via hersenstam, basale nuclei...
Myofibrillen(trekkabel) bestaan uit eiwitten in 2 vormen:
- Dikke filamenten (opgebouwd uit myosine)
- dunne filamenten ( opgebouwd uit actine dubbele helix)
Elk dik filament omgeven door dunne filamenten en omgekeerd:
Waarvoor zijn T tubules?
Alle signalen voor motorische controle starten in het
De chemische synaps tussen neuron en spiercel =
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden