Thorax - Het Hart - Onderzoek van het hart

17 belangrijke vragen over Thorax - Het Hart - Onderzoek van het hart

Uit welke vier onderdelen bestaat het onderzoek van het hart ?
Wat is de volgende van het verrichten van het hartonderzoek?

  1. Inspectie
  2. Palpatie
  3. Percussie
  4. Auscultatie

Bij verdenking op hartafwijking verricht je lichamelijk onderzoek. Op welke  zes afwijkingen inspecteer je  tijdens lichamelijk onderzoek?

  1. Dyspnoe
  2. Cynanose
  3. Oedeeem
  4. Gestuwde halsvenen
  5. Trommelstokvingers
  6. Horlogeglasnagels

  1. Wat is ictus cordis
  2. waar bevindt de ictus cordis?
  3. Hoe wordt de ictus cordis beoordeeld?

  1. Dit is de puntstoot van het hart
  2. De ictus cordis bevindt zich binnen het midclaviculairlijn ( wanneer dit in rugligging buiten de midclavulairlijn gezien wordt, is dit suggestief voor een vergroot hart) Hetzelfde geldt voor een ictus die meer dan 10.5 cm buiten de midsternaallijn te voelen is. Voor beoordeling vd kwaliteit in linkerzijligging.
  3. De beoordeling vindt plaats d.m.v.palpatie
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Welke drie aandachtspunten zijn er bij palpatie van het hart?

  1. Intensiteit; deze kan heffend, normaal of verzwakt zijn;
  2. Grootte: normaal gesproken is de ictus slechts in één intercostale ruimte voelbaar.
  3. duur: een normale ictus geeft een korte en enkelvoudige pulsatie. De pulsatie kan echter ook langer aanhouden ( een klevende ictus) of uit meerdere pulsaties bestaan.

Welke klinische betekenis van de bevindingen bij palpatie van het hart?

  1. Een ictus die over meer dan twee intercostaalruimten gepalpeerd kan worden, kan passen bij dilatatie of hypertrofie vh linkerventrikel
  2. Hetzelfde geldt voor een versterkte (ook wel heffende) ictus.
  3. Een verlengde ( ook wel klevende) ictus, vaak samengaand met een heffende ictus, pathologisch en is meestal een teken van hypertrofie van het linkerventrikel
  4. Een tweekoppige ictus is eveneens pathologisch en kan een uiting zijn van  linkerventrikelhypertrofie.

Welke klinische betekenis van de bevindingen bij percussie van het hart?

  1. De grootte van het hart in te schatten aan de hand van de linkerhartgrens
  2. Wanneer de demping in liggende houding buiten de MCL of meer dan 10,5 cm buiten de midsternaallijn valt, is de kans op een vergroting van het hart toegenomen.

Welke klinische betekenis van de bevindingen bij auscultatie van het hart?

Er zijn verschillende soorten hartgeluiden.
  1. kleptonen ontstaat doordat een klepblad abrupt stopt met zijn beweging, bijvoorbeeld S 1 en S 2 ;
  2. Wandtonen zijn hoorbare trillingen van een ventrikelwand, bijvoorbeeld S 3 en S 4;
  3. Geruisen ( souffles) zijn wervelingen in de  bloedstroom die voldoende  krachtig zijn om hoorbaar te zijn.

Op welke drie afwijkingen inspecteer je de thorax bij het verrichten van het hartonderzoek?

1. Thoraxvorm
2. Ademhaling
3. Pulsatie (buiten de midclaviculairlijn)

1. De 1e harttoon ( S1) komt overeen met de sluiting van welke twee kleppen?

2. Waar bevinden deze kleppen in het hart?
3. Is de 1e harttoon systolisch of diastolisch?

1. De atrioventriculaire kleppen: Mitralisklep en trispidalisklep.
2.  Mitralisklep; tussen de linkerventrikel en linkeratrium.
Trispidalisklep: tussen rechteratrium en linkeratrium.

3. Systolisch

1. De 2de harttoon ( S2) komt overeen met de sluiting van welke twee kleppen?
2. Waar bevinden deze kleppen in het hart?
3. Is de 2e harttoon systolisch of diastolisch?

1. De semilunaire kleppen.  Pulmonalisklep en aortaklep.
2. Pulmonalisklep: tussen de rechter-ventrikel en longslagader.
Aorta: tussen de linker-ventrikel en...?
3. Diastolisch.

Waar bestaat het hart uit?
1. Benoem 4 kleppen
2. waar zitten de ventrikels
3. Waar zitten de boezems?
4. Welk deel  is zuurstofrijk/zuurstofarm?

1. Mitralisklep, trispidalisklep, pulmonalisklep, aortaklep.
2. Links- en rechtsonder
3. Boezems?
4. Links: zuurstofrijk, Rechts: zuurstofarm

1. Waar bestaat de stethoscoop uit?

2. Wat is de functie van de kelk?
3. Wat is de functie van de membraan?

1. Membraan en kelk


2. De kelk accentueert de laagfrequentie geluiden, waardoor deze wat minder geschikt is voor beoordeling van de mid- en hoogfrequentie. De kelk wordt niet drukkend op de huid gezet op bijv de tricuspidalisklep.


3. De membraan wordt drukkend op de huid gezet. Deze is geschikt voor mid-en hoogfrequentie geluiden.

Op welke twee manieren dient auscultatie te worden verricht?

1. Met de kelk voor de laagfrequente geluiden
2. Met de membraan voor de hoogfrequente geluiden

Waar kan de luidheid en geruis van de harttoon mee samenhangen?Benoem drie voorbeelden.

  1. Afhankelijk van de afstand  hart en stethoscoop.
  2. Bij een adipositas, longemfyseem en harttamponade zullen de geluiden relatief zacht zijn.
  3. Bij magere mensen zijn de geluiden relatief luid.

Op welke drie manieren kan je 1e en 2 de harttoon onderscheiden?

  1. De systole duurt korter dan de diastole bij rustige volgfrequentie.
  2. Bij een hogere hartfrequentie neemt de duur vd diastole af en kan dit onderscheid lastiger zijn.
  3. De meest betrouwbare manier om de systole vd diastole te onderscheiden is door gelijktijdige palpatie van de arteria carotis. De carotispulsatie volgt op de eerste harttoon en correspondeert met de systolische fase.

Op welke zes afwijkingen beoordeel je harttoon bij auscultatie .
Op welke 4 afwijkingen worden harttonen beoordeeld?

  1. Ritme
  2. regelmaat/onregelmaat
  3. 1e en 2e harttoon
  4. eventueel aanwezigheid van 3e en 4e harttoon
  5. is splijting vd 2de harttoon aanwezig


Harttonen worden beoordeeld:
1. Uitstraling naar carotine of axiale
2. Karakter
3. Is het diastolisch
4. Is het systolisch

  1. Wat is de indicatie voor het meten van de centraal veneuze druk (CVD).
  2. Welk deel van het hart dient als referentiepunt
  3. Welk deel van de hals dient als afleespunt.

  1. Inschatting vd centrale druk in de rechter hart. Het principe vh meten van centraal veneuze druk berust op het gebruiken vd halsvenen ( vena jugularis) als manometer.
  2. het rechter atrium
  3. Het bloed in de halsvenen als verticale vloeistof kolom en daarmee als afleespunt

In de praktijk wordt dus niet de CVD gemeten, maar de verticale hoogte vh collapspunt ten opzichte van de Angulus Ludovici.


Wanneer het collapspunt boven het niveau vd Angulus ligt, is de CVD verhoogd. Wanneer het collapspunt onder het niveau van Angulus ligt is de CVD normaal.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo