Samenvatting: G&o Zelf!!
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van G&O zelf!!
-
1 p 1-5 DNA basics
Dit is een preview. Er zijn 46 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Welke trisomiën zijn er? Deel ze in op vóórkomen. En triploïdie?
1. Trisomie 21, 1 op de 700
2. Trisomie 18, 1 op de 3000
3. Trisomie 13, 1 op de 5000
4. Triploïdie: een hele extra set (totaal 69 chromosomen), 1 op de 10.000 -
Welk percentage zijn trisomiën van alle aangeboren afwijkingen?
40% -
Chromosomale afwijkingen (X/Y-chromosomaal gerelateerd) (4)
1. XXY = Klinefelter: extraX-man , vrouwelijker/seksuele dysfunctie, kleine/minder vruchtbare testes
2. XYY - syndroom: extraY-man , langer/acne/leerproblemen. Gewoon vruchtbaar
3. XXX =Trisomie X: extraX-vrouw , cognitieve problemen en motorische achterstand
4. X-- = Turner: enkelX-vrouw , kort/hartproblemen/vrijwel onvruchtbaar. -
Complicaties door chromosoom afwijkingen:
- lege vruchtzak
- afwijkende embryo
- dikke nekplooi bij bvb Down/trisomie 21
- ernstige groeivertraging/aangeboren afwijkingen
- mola zwangerschap -
Wat zijn de gevolgen van een maternale versus een paternale triploïdie?
Maternale set:
-99,8 % sterft. Groot hoofd, kleine placenta
Paternale set:
- partiële mola zwangerschap. Klein hoofd, cystes in de placenta. -
Hoe kan bij een kind van twee "normale" ouders een dominante mutatie zich uiten? (3)
1. De novo mutatie:
- eenkiemcel mutatie geeft een ziekte die niet eerder voorkwam in de familie
- mozaïcisme : alle of veel van dekiemcellen van de ouder dragen de mutatie, die in de andere lichaamscellen van deze ouder niet voorkomen.
- mozaïcisme bij het kind2. Penetrantie : de ouder is drager, maar heeft hetfenotype niet.
3. Lichterfenotype is nooit gediagnosticeerd bij ouder. -
Wat is RFLP? (geef 4 stappen)
Restriction FragmentLength Polymorphism
= verouderde techniek voor het analyseren van genetische variatie.
- restrictie enzymen knippen het DNA in delen van verschillende lengtes
- viagel-elektroforese worden deze op basis van grootte gescheiden/verdeeld
(- Southern blot: viaDNA-probes worden bepaaldesequenties radioactief gelabeld)
- individuen worden van elkaar onderscheiden op basis van de grootte van stukjes DNA, hoe meer eenbandjes patroon op elkaar lijkt hoegroter de kans dat er weinig variatie is tussen deindividuen . -
MLPA: functie en werking?
Tweeprobes met elk
- een universele sequentie aan de buitenkant
- een specifieke sequentie die aan beide zijden rondom het te onderzoeken gen bindt.
De missendenucleotide binden enligase joint beide kanten. Dankzij de universele uiteinden kan het stuk middels PCR gekopieerd worden.
Bij eendeletie van het te onderzoeken gen kanligase de beide stukken nietjoinen en worden er geen kopiën gemaakt.
Ook check je opinserties ofduplicaties, maar exacte coderingen zul je niet ontdekken! -
Waarnaar kijkt een western blot? En een southern blot?
West: kijkt naar de aanwezigheid van een bepaaldproteïne .
South: kijkt naargenvariatie door verschil in lengte tussengenen . -
Wat is CGH? Wat controleer je ermee?
ComparativeGenomic Hybridization:
- Je hybridiseert het DNA dat je wilt testen én een standaard set controle-DNA naast elkaar tot metafase-chromosomen (X)
- Als een deel van het test-DNA een duplicatie of deletie bevat, zal dit te zien zijn, omdat het DNA dan slecht op elkaar past.
Je checkt of de persoon gewoon twee kopieën heeft van elk gen.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden