Verloskundige zorg en bevalling

41 belangrijke vragen over Verloskundige zorg en bevalling

Welke vier cathegoriën zijn er qua mate van begeleiding die een zwangerschap kost?

A: Begeleiding verloskundige en huisarts. (1e lijn)
B: Gynaecoloog in overleg met de huisarts. (2e/3e lijn met 1e lijn)
C: Begeleiding gynaecoloog: 2e/3e lijn afhankelijk van de pathologie
D: Begeleiding van het bevallen in het ziekenhuis onder toezicht van de verloskundige en de huisarts. (1e lijn begeleiding op 2e lijn plek)

Wat is myometrial quiescence?

De ontspannen staat van het myometrium tijdens een zwangerschap, dit staat onder invloed van progesteron.

Welke afspraken heeft een zwangere in haar eerste trimester?

1. Intake/eerste controle bij de verloskundige vóór week 9
         - vraagt: menstruatie, slapen/eten, DRAM
         + vaccinaties, SOA/infectie, voorgeschiedenis
      - Lab!!
      - Voorlichting: cursussen, dieet/supplementen
      - Counseling combinatietest en structureel echoscopisch onderzoek 
      - Termijnecho tussen 10 en 13 weken
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Waarop let je bij een echo in het eerste trimester? (6)

- Leven/hartactie
- Aantal (een- of meerling)
- Bevestig een intra-uteriene zwangerschap (buitenbaarmoederlijke = niet voor leven vatbaar)
- Nekplooi meten
- Betrouwbare termijn bepalen
- Echoscopische metingen van:
         - fundushoogte
         - omtrek hoofd, omtrek buik, femur
         - foetaal gewicht

Waarom is een betrouwbare termijn bepalen belangrijk? Waarom gebeurt dit met de echo?

Het heeft consequenties voor de hele zwangerschap qua bepalen:
- groeicurve: is de baby SGA/LGA?
- definitie van hoe lang het duurt: prematuriteit/serotoniteit 

Dit heeft invloed op het beleid

Dit gebeurt met een echo, omdat een schatting op basis van cyclus het in 20% van de gevallen fout heeft.

Wat kan men op de 20 weken echo ontdekken? (6)

1. Anencephalopathie
2. Letale skelet dysplasie (dodelijke OI bvb)
3. Renale agenesis: het missen van één of beide nieren

Bij structureel echoscopisch onderzoek (kan je voor kiezen)
1. Hartafwijkingen
2. Schizis
3. De nekplooidikte

Wat zijn zeven nadelen/beperkingen van echo's?

- weefsel valt moeilijk te differentiëren.
- slecht beeld bij adipositeit
- slecht beeld bij weinig vruchtwater

- positie van de foetus beïnvloedt wat je kan zien
- in 3e trimester kan een baby zijn ingedaald en is het hoofd niet te zien

- kan onrust geven zonder verdere oplossingen
- kan bepaalde vragen niet altijd beantwoorden.

Wat kan je doen als je op basis van een echo een foetale hersenafwijking verwacht?

Een foetale MRI

Welke drie indicaties kunnen er tijdens de zwangeschap zijn voor het verwijzen naar de 2e lijn?

- maternale patologie of een hoog risico hierop, bijvoorbeeld DM/hypertensie of pre-eclampsie
- foetale pathologie: groeivertragingen, echologische afwijkingen
- Serotoniteit: >42 weken

Welke zes indicaties kunnen er tijdens de bevalling zijn voor het verwijzen naar de 2e lijn?

- prematuriteit: <37 weken
- geen vorderende ontsluiting/uitdrijving
- pijnstillingswens
- mecomium in het vruchtwater
- cortonen (= harttonen) pathologie, foetale nood
- langdurig gebroken vliezen

Welke drie indicaties kunnen er post partum zijn voor het verwijzen naar de 2e lijn?

- fluxus: bloedverlies
- retentio placentae
- koorts/infectie

Welke risicofactoren zijn er voor psychische problemen tijdens of vlak na de zwangerschap?

- de zwangerschap is ongewenst
- middelenmisbruik: alcohol, drugs
- psychisch:
       - angst voor de bevalling
       - 1e graads familielid met psychiatrische diagnose
- psychosociaal:
       - huisvestingsproblemen
       - huiselijk geweld
       - seksueel geweld
- demografische: tienermoeder of verstandelijk beperkte moeder

Wanneer is er spraken van een bevalling?

- Bij pijnlijke contracties vaker dan elke 5 minuten
- Met of gebroken vliezen of een ontsloten cervix

Je wilt dit eerste bereiken binnen 12 uur van de eerste contracties

Wat mag je pas doen als de bevalling is begonnen (dus niet gewoon de eerste contracties)?

- weeënopwekkers
- pijnstilling

Welke drie hartafwijkingen kan je met prenatale diagnostiek vinden?

- atriaal of ventriculair septum defect
- transpositie van de grote vaten
- een hypoplastisch (onderontwikkeld) hart

Welke drie aandoeningen van het CZS kan je met prenatale diagnostiek vinden?

- spina bifida
- hydrocephalus
- fossa posterior abnormaliteiten, zoals cystes

Welke twee nieraandoeningen kan je met prenatale diagnostiek vinden?

- Pyelectasie: een verwijde nierkelk door een obstructie in de urinewegen.
     - kan overgaan, hou in de gaten en geef evt. antibiotica

- Renale agenesis: foetus mist één of beide nieren

Welke drie skeletafwijkingen kan je met prenatale diagnostiek vinden?

1. Lethale skelet dysplasiën, zoals een heftige vorm van osteogenesis imperfecta
2. Klompvoetjes 
3. Polydactylie: extra vingers of tenen

Welke twee afwijkingen van het abdomen kan je met prenatale diagnostiek vinden?

1. Omphalocele
2. Gastroschisis

Welke indicaties zijn er om een bevalling in te leiden ? (5 foetaal/aan de zwangerschap gerelateerd, 5 maternaal)

Foetaal:
- serotoniteit: tussen week 41-42
- langdurig gebroken vliezen
- groeirestrictie
- hemolytische ziekte (rhesus)
- (monochoriale) meerlingen

Maternaal:
- GDM, zwangerschapsdiabetes
- pre-eclampsie, PIH, HELLP
- intrahepatische cholestase: merk je door jeuk
- verslechterde conditie
- bloeding

Welke vier methodes zijn er om een bevalling in te leiden?

1. Prostaglandigen geven
2. Artificiële membraanruptuur
3. Membraan strippen: met een vinger de membranen losmaken van de baarmoederwand: hierbij komen prostaglandines vrij
4. Anti-progesteron

Welke vier niet farmacologische vormen van pijnstillingstechnieken tijdens de bevalling zijn er?

1. Psychologische steun
2. Een rustige omgeving
3. "Scholing": voorlichting/cursussen
4. Baringsbad

Welke vier farmacologische pijnstilling-typen zijn er voor tijdens de bevalling?

1. Inadembare medicatie
2. Systemische opiaten
3. Epiduraal, ruggenprik
4. Lokale medicatie

Wat kan een verloskundige/arts tijdens een vacuüm doen om schade te voorkomen?

Een episiotomie ("knip")

Welke vier controles worden tijdens de bevalling uitgevoerd?

1. Na elke wee check je de hartslag van de foetus
      - dit doe je met een doptone (doppler meter)
      - dit kan ook continue met een cardiotopogram
2. Elke twee uur check je de ontsluiting met je vingers
3. Zorgen dat de zwangere vocht binnen krijgt en plast (dan past het hoofd beter)
4. Zorgen dat de zwangere een beetje blijft eten, zodat ze energie houdt

Welke vijf dingen doe of controleer je in de nageboortetijd?

1. De navelstreng doorknippen: hoeft niet direct, check het aantal vaten.
2. APGAR score
3. Placenta: is deze eruit? Is die compleet?
4. Controleer op bloedverlies
5. Controneel de vagina en het perineum op scheuren.

Waarvoor staat de APGAR score?

A- appearance (kleur): roze is goed, cyanose is slecht
P- pulse: >100/min is het best, geen pols is slecht
G- grimace (reactie): huilen is goed, geen reactie is slecht
A- activity (tonus): een goede tonus is positief, een slappe baby is een slecht teken
R- respiration: goed doorhuilen is wat je wilt, afwezig/onregelmatig is slecht

Welke 7 kraambedcontroles zijn er voor moeder? (de 7 B's)

1. Beleving: hoe verwerkt ze de partus
       - let op post partum depressie of psychose
2. Bloeddruk: hypertensie of pre-eclampsie kan ook na de partus komen
3. Borsten:
        - colostrum: de 1e, niet zo voedzame melk
        - stuwing komt op gang, verlicht niet te veel
        - tepelkloven/mastitis
4. Buik:
        - naweeën, evt. Sectio litteken
        - involutie van de uterus
        - endometritis
5. Bekkenbodem: controleer hechtingen en doen bekkenbodemoefeningen.
6. Blaas: kan de patiënt goed uitplassen
7. Benen: spierpijn, trombose!!

Hoe vaak komt een stuitligging à terme voor?

3-4%

Noem drie verschillende houdingen bij een stuitligging:

1. Volkomen stuitligging in kleermakerszit
2. Onvolkomen stuitligging: de voeten omhoog
3. Half: één been in kleermakerszit, één been omhoog

Wat kan je doen aan een stuitligging? Waar hangt dit vanaf? (7)

Je kunt van buitenaf proberen de baby te draaien.
Slagingskans hangt af van:
1. Primipara (25% slagingskans), multipara (75%)
2. Soort stuitligging (volkomen/onvolkomen/half)
3. Indaling
4. Locatie van de rug vd foetus
5. Hoeveelheid vruchtwater
6. Locatie placenta
7. Ervaring van de zorgverlener

Welke opties hebben zwangeren met een à terme foetus in stuitligging?

- een poging tot vaginale bevalling met goede counseling
- een sectio caesaria

Welke vijf absolute contraïndicaties zijn er voor het inleiden van een zwangerschap?

1. Het is veel te vroeg in de zwangerschap
2. Dwarsligging
3. Klassieke sectio in voorgeschiedenis (verticaal litteken)
4. Placenta praevia
5. Vasa praevia: een vat voor de cervix uitgang

Welke zes klachten kunnen voorkomen bij een zwangere met een uterus ruptuur (bvb tijdens bevalling)?

1. Foetale nood 61%
2. Buikpijn 42%
3. Maternale shock 7%
4. Hematurie 7%
5. Ruim vaginaal bloedverlies 5%
6. Geen voorliggend deel: de foetus komt door het litteken naar buiten (5%)

Welke zes risico's heeft een inleiding?

1. Het uitzakken van de navelstreng of een arm, omdat het hoofd nog niet is ingedaald.
2. Overstimulatie: foetale nood
3. Langdurige baring: duurt langer voordat er persdrang ontstaat.
4. Meer vraag naar pijnstilling
5. Verhoogd risico op een sectio
6. Verhoogd risico op een kunstverlossing/ episiotomie

Welke vier manieren van inleiding zijn er?

1. Mechanisch: een ballonkatheter rekt de cervix op
2. Prostaglandines: zet cervix aan tot verstrijken + start contracties
         - PGE2 gell: prepidil, porstin
         - PGE1 tabletten: misodel
         - Misoprostol: cCytotec
         - Sulproston: nalador
3. Amniotomie: het kunstmatig breken van de vliezen
4. Oxytocine/syntocine intraveneus

Welke behandelingen zijn er voor een bevalling waarbij de ontsluiting niet vordert?

1. Bijstimulatie (=weeënopwekkers)
2. Pijnstilling
3. Goede begeleiding

Welke behandeling is er voor een bevalling waarbij de uitdrijving niet vordert?

Een vaginale kunstverlossing:
- vacuüm
- forcipale extractie (klem)

Wanneer moet je post partum gaan denken aan een endometritis/wondinfectie?

- Pijn in de buik die erger wordt
- Bloed verlies met een geurtje

vaak 3e/4e dag post partum

Hoe behandel je een endometritis/wondinfectie?

Antibiotica en bij verdenking op placenta resten: curettage (het via operatie wegzuigen)

Waaraan herken je een trombose been? (2) En waaraan herken je een longembolie? (5)

1. Een warm, dik, rood been dat pijn doet
2. Verhoging (een "supfebriele temperatuur")

1. Een plots begin van klachten
2. Tachypneu/dyspneu
3. Hoesten, haemoptoe
4. Tachycardie
5. Verhoging/subfebriele temperatuur

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo