Embryonale/foetale ontwikkeling
30 belangrijke vragen over Embryonale/foetale ontwikkeling
Welke drie holtes zit in het embryo na gastrulatie e.d. ?
2. Dooierzak: omgeven door hypoblast
3. Chorionholte: komt helemaal rondom, omgeven door extra embryonaal mesoderm
Hoe ontvangt de trofoblast na innesteling bloed van de moeder?
Hoe heten de verschillende delen van het endometrium na de innesteling?
2. Decidua capsularis: het endometrium rondom het embryo, aan binnenkant van de open uterus "holte".
3. Decidua pariëtalis: jet endometrium waar het kindzich níét bevindt.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat zijn de drie functies van vruchtwater?
2. Beweging mogelijk maken voor de foetus
3. Het functioneren van nieren/darmen mogelijk maken door een cyclus van vocht opname en excretie mogelijk te maken.
Welke soorten tweelingen zijn er?
2. Monozygoot: één bevruchte eicel splitst door toeval in twee.
- vroege splitsing (dag 1-3): bichoriaal/biamniotisch net als een dizygoot dus (twee derde heeft dit)
- latere splitsing (dag 4-8): monochoriaal/biamniotisch (éénderde heeft dit)
- Echt late splitsing (dag 8-13): monochoriaal/mono-ambiotisch, ze delen alles, maar 1% heeft dit
Noem 8 complicaties die vaker voorkomen bij tweeling zwangerschappen:
2. Anemie: normaal neemt het bloedvolume al met 1,5L toe, nu met 2L! Dit is vooral plasma als er niet genoeg ery's worden bijgemaakt, dus bij een relatief ijzer/foliumzuur tekort krijgt iemand bloedarmoede.
3. Zwangerschapsypertensie/pre-eclampsie: normaal heb je hier zo'n 1-3% kans op, nu 14%!
4. Vroeggeboorte.
5. Trombo-emboliën.
6. Abruptio placentae: placenta loslating/bloeding
7. Placenta praevia: placenta ligt voor de cervix
8. Perinatale sterfte: 5% bij tweelingen, 11,6% bij monochoriale tweelingen
Op welke dagen vormen zich de somieten?
Dag 21: 6
Dag 22: 9
Dag 24: 13
Dag 31-35: 30+
Wat zijn de pharyngeale bogen?
Welke skeletstructuren ontstaan uit de eerste pharyngeale boog?
- Ligamentum mallei
2. De maxilla en mandibula
3. Het os palatinum
4. Het lig. Sphenomandibularis - rond het kaakkopje
5. Os temporale (pars squamosa: voor/boven)
6. Spina ossis sphenoidalis
Welke skeletstructuren ontstaan uit de tweede pharyngeale boog?
2. Processus styloideus temporalis (staafje bot achter de onderkaak)
3. Ligamentum stylohyoideus (lig. van dat staafje tot het hyoid)
4. Os hyoideum cornua minor (de kleine hoorns van het hyoid)
Hoe bepaal je de leeftijd van de foetus (zonder echo of medische instrumenten)?
Bij welke leeftijd van de foetus hoor elke fundushoogte?
1/3e tussen S&N = 16 weken
2/3e tussen S&N = 20 weken
Navel = 24 weken
1/4e tussen N&X = 28 weken
1/2e tussen N&X = 32 weken
3/4e tussen N&X = 36 weken
Xyphoid = à terme
Welke 5 oorzaken kunnen ervoor zorgen dat de fundushoogte te groot is voor de leeftijd van de foetus?
2. Large for Gestational Age: grote foetus
3. Polyhydramnion: te veel vruchtwater
4. Een meerling
+ 5. Een verkeerd berekende zwangerschapsduur
Hoe bepaal je bij de 20 weken echo het foetaal gewicht? (3)
2. Buikomtrek
3. Lengte van het dijbeen
Hoe veel weegt een foetus bij 28 weken ongeveer? En daarna?
Daarna elke week +200gr
In welke stappen vormt zich het vaatbed van de placenta?
Fase 2 (14-18 weken): invasie van het myometrium
+ verwijding van de vaten = daling weerstand
Wat gebeurt er als de vaten in de placenta niet verwijden?
Moeder: hypertensie/pre-eclampsie
Foetus: intra-uterine groei restrictie door een tekort aan voedingsstoffen en O2
Welke drie dingen kan een Doppler meting meten?
2. De foeto-placentaire circulatie: checkt of de doorstroming van de foetus nog goed is, via de arteria umbilicalis
3. De foetale cerebrale circulatie: is de doorstroming van de hersenen nog goed? Kijkt naar de arteria cerebri media
Wat houdt een hoge of een lage PI in?
Bij een lage PI is dit verschil klein en de weerstand lager.
Wat is een normale PI tijdens de zwangerschap? En wanneer is de PI niet normaal?
In de arteria cerebri media stijgt de PI tot het derde trimester en neemt daarna wat af.
Bij foetale groeirestrictie (FGR) zien we drie stadia:
1. Een abnormaal hoge PI
2. Een diastole nul flow (dus zo'n hoge weerstand dat er tijdens de diastole niks doorheenstroomt)
3. Een reverse flow in de eind-diastole (REDF): de weerstand is zo groot dat er zelfs bloed terugstroomt. Dit is een indicatie om direct bevallen te gaan induceren.
Waarop wijst meer flow/bloed in de foetale a. cerebri media?
Noem 7 gevolgen van een verminderde bloedtoevoer:
2. Reductie in grootte van buikorganen: bvb een kleine lever, omdat er toch weinig glycogeen wordt opgeslagen
3. Een asymmetrisch groeipatroon.
4. Verminderde nierperfusie
5. ...met als gevolg een afname in urineproductie en dus weinig vruchtwater
6. Een ophoping van afvalstoffen en het vormen van schadelijke metabolieten en vrije radicalen.
7. NEC: necrotische enterocolitis
Hoe wordt de hartslag van een foetus gemeten?
Wat is een deceleratie op een CTG?
Dit komt door een verslechte oxygenatie/een verstoord metabolisme.
Wat staat er in je DD bij FGR (foetale groei restrictie)? (1-4, 5-7)
1. Genetisch: een gendefect
2. Chromosomaal: een trisomie
3. Een infectie
4. Constitutioneel: gewone variatie, een toevallig klein kind
Moeder:
5. Pre-conceptionele ziekten: hypertensie, nierziekten etc. Kan slecht aangelegde vaten/pre-eclampsie veroorzaken.
6. Placentaire aandoening:
7. Placenta insufficiëntie
Waarop wijst een symmetrische groeivetraging?
Wat is asymmetrische groeivertraging en waarop wijst het?
Het wijst op een tekort aan voedingstoffen.
Wat is het verloop van progressieve utero-placentaire insufficiëntie? (8)
2. De PI in de arteria umbilicalis stijgt (hoge weerstand)
3. Foetaal gedrag verandert: minder actief
4. De foetus plas minder, maar verbruikt wel vocht, dus het vruchtwater neemt af
5. Er vindt een redistrubutie van het bloed plaats: er gaan meer naar het brein en minder naar de rest van het lichaam.
6. Het CTG verandert:
- de variabiliteit vermindert eerst
- er vinden deceleraties plaats
- de deceleraties herstellen zich niet meer = terminaal CTG
7. Hypoxemie
8. Acidose
In hoe veel van de gevallen is een kleine foetus (SGA/small for gestational age) constitutioneel?
Welke 4 oorzaken kunnen ervoor zorgen dat de fundushoogte te klein is voor de leeftijd van het kind?
2. Een (te) kleine foetus (SGA)
3. Oligohydramnion: te weinig vruchtwater
+4. Verkeerd berekende zwangerschapsduur
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden