Determineren van natuurlijke gebitselementen

10 belangrijke vragen over Determineren van natuurlijke gebitselementen

Hoe kun je aan het askenkenmerk zien of elementen uit de linker- of rechterkaakhelft komen?

Wanneer we een geëxtraheerd element met het vestibulaire vlak naar ons toe richten, dan valt waar te nemen dat de lengteas door het element naar distaal afwijkt ten opzichte van een loodlijn op de snijrand/kauwvlak (voorwaarde is wel dat we een bovenelement met de snijrand of het kauwvlak naar beneden gericht vasthouden en een onderelement juist andersom)

Hoe kun je aan het vlak-kenmerk zien of elementen uit de linker- of rechterkaakhelft komen?

Het distale vlak is boller dan het mesiale, omdat het zowel in de incisocervicale (en occlusocervicale) als vestibulolinguale richting meer gekromd is

Hoe kun je aan het hoekkenmerk zien of elementen uit de linker- of recherkaakhelft komen?

De hoek die de incisale rand (occlusie vlak) met het distale vlak maakt is stomper en meer afgerond dan mesioincisale (occlusale) hoek. Door slijtage van de snijrand kan het hoekkenmerk verloren gaan.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Hoe kun je aan het cervicale lijnkenmerk zien of elementen uit de linker- of rechterkaakhelft komen?

De glazuurcement grens reikt aan de approximale zijde omhoog naar de incisale rand, in een U- of V-vorm, terwijl de cervix aan de vestibulaire en linguale zijde uitbocht richting apex. De top van de cervicale lijn reikt aan de mesiale zijde meer naar incisaal dan aan de distale kant. Dit kenmerk geldt ook voor de postcaniene elemente, maar is daar minder uitgesproken

Hoe kun je aan de randlijst zien of elementen uit de linker- of rechterkaakhelft komen?

Bij zowel de incisieven, de cuspidaten, de premolaren als de molaren is de mesiale randlijst hoger dan de distale. Dientengevolge zie je, wanneer je het element vanaf de distale zijde bekijkt, meer van het linguale/palatinale (incisieven/cuspidaten) of occlusale vlak (premolaren/molaren) dan bij een mesiaal aanzicht

Waaraan kun je bij de incisieven zien welke plaats het element in zijn groep inneemt?

- I1 superior > I2 superior > I2 inferior > I1 inferior (afmetingen)
- hoekkenmerk is bij de laterale snijtanden nog veel duidelijker aanwezig
- I2 inferior heeft twee slijtfacetten door het contact met 2 elementen boven de laterale bovensijtand een sierlijke en meer afgerond is dan zijn centrale buurman

Waaraan kun je bij de premolaren boven zien welke plaats het element in zijn groep inneemt?

- bij de 1ste premolaar is de vestibulaire knobbel duidelijk wat hoger dan de palatinale, terwijl dat hoogteverschil bij de 2de vrijwel nihil is
- de omtrek van het linguale deel van de kroon is regelmatiger dan de vestibulaire omtrek, bij de 1ste premolaar meer dan bij de 2de
- knobbeltoppen van de P2 liggen wat verder uiteen dan die van P1
- de mesiale randlijst van P1 superior wordt zeer frequent doorbroken door een groefje doorlopend op het mesiale vlak; deze groeve staat in contact met de centrale fissuur

Waaraan kun je bij de premolaren onder zien welke plaats het element in zijn groep inneemt?

- de knobbeltop van de 1ste onderpremolaar is spitser en hoger dan die van de 2de
- de schouders van de 2de hellen minder af naar approximaal dan die van de 1ste premolaar
- de buccale knobbel van de onderpremolaren reikte aanmerkelijk hoger dan de linguale, wat bij P1 inferior meer uitgesproken is dan bij P2
- het occlusale vlak van de 1ste onderpremolaar helt meer af naar de mond dan bij de 2de het geval is

Waaraan kun je bij de molaren boven zien welke plaats het element in zijn groep inneemt?

- de knobbeltoppen van M3 liggen dichter bij elkaar dan die van M2, die op zijn beurt weer wat 'nauwer' kauwvlak bezit dan M1
- M1 heeft een tuberculum van Carabelli (60%), bij M2 komt deze minder vaak voor
- de wortels van M1 zijn gekromder dan M2, deze zijn meer parallel en liggen dichter bij elkaar
- wortels van M3 zijn versmolten of hevig naar distaal verbogen

Waaraan kun je bij de molaren onder zien welke plaats het element in zijn groep inneemt?

- M1 heeft 5 knobbels, 90% van M2 heeft 4 knobbels
- de wortels van de M2 zijn korter en sterker dan M1
- occlusale vlak van M1 is pentagonaal en M2 is rechthoekig, M3 zit daar wel een beetje tussen in
- occlusale valk van M2 heeft een duidelijke kruisvorm, terwijl M1 en M3 veel meer groeven hebben

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo