Samenvatting: Gedrag In Organisaties
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Gedrag in Organisaties
-
A. Gedrag in organisaties
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 01/11/2014
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn de 4 managementfuncties van Fayol?
Planning: Stellen van doelen (lange termijn).
Organizing: Vaststellen van taken (korte termijn).
Leading: Sturen en coördineren.
Controlling: Geleverde prestaties vergelijken en beoordelen. -
Noem de drie essentiele 'skills' die een manager volgens Katz moet hebben.
Technical skills: Vermogen om kennis en expertise toe te passen.
Human skills: Vermogen met anderen samen te kunnen werken.
Conceptual skills: Mentale vermogen complexe situaties te analyseren. -
Leg de 4 behavioural disciplines uit die OB omschrijft (Psychologie, Sociologie etc.)
Psychologie: Wetenschap naar gedrag van mensen.
Sociologie: Onderzoek naar relatie tussen mensen en hun sociale omgeving.
Sociale psychologie: Onderzoek naar invloed van mensen op anderen.
Antropologie: Onderzoek naar de gemeenschap. -
Wat is 'contingency' en wat zijn 'contingency variables'?
Contingency: Situationele omstandigheden. Er is niet een universele manier om te managen, omdat elke situatie anders is. Daarom moeten deze apart worden bekeken en voor die omstandigheden zijn theorieën ontwikkeld.
Contingency variables: Situationele factoren die de relatie tussen 2 of meer variabelen beïnvloeden. -
Wat is 'workforce diversity'?
Het verschijnsel dat de werkplaats steeds diverser wordt als het gaat om leeftijd, geslacht, ras etc. -
B. Individueel gedrag
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 02/11/2014
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is 'general mental ability'?
Totale intelligentiefactor, die voorkomt uit de verschillende intellectual abilities. -
Wat is 'ability' en welke 2 vormen zijn er volgens OB?
Ability is het vermogen van een individu een baan uit te voeren. We kennen intellectual abilities en physical abilities. -
Geef de 3 theorieën over mensen gedrag kan worden aangeleerd.
Social Learning: Leren door observatie en directe ervaringen.
Classical conditioning: De ene gebeurtenis wordt met de andere geassocieerd omdat deze vaak samen optreden (kind met naald bij de dokter).
Operant conditioning: Conditioneren waarbij gewenst gedrag leidt tot een beloning of voorkoming van straf. -
Leg de 4 processen uit die voorkomen bij 'social learning':- Retention processes- Attentional processes- Motor reproduction processes- Reinforcement processes
Retention processes: Hoe goed het individu het model zich kan herinneren als deze niet langer beschikbaar is.
Attentional processes: Mensen worden het meest beinvloedt door modellen die zij belangrijk vinden en vaak aanwezig zijn.
Motor reproduction processes: Iemand die gedrag heeft gezien bij een model kan dit gedrag ook uitvoeren.
Reinforcement processes: Individuen vertonen vaker gemodelleerd gedrag wanneer zij hiervoor beloond worden. -
Leg de 4 manieren uit om gedrag te kunnen vormen (shaping behaviour):- Positive reinforcement- Negative reinforcement- Extinction- Punishment
Positive reinforcement: Belonen na het gewenste vertoonde gedrag.
Negative reinforcement: Beeindigen van iets ongenaams na getoond gewenst gedrag.
Extinction: Elimineren van iedere beloning die bepaald gedrag in stand houdt (studenten die hand opsteken).
Punishment: Creëren van onplezierige consequentie om zo ongewenst gedrag te elimineren.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Gedrag In Organisaties
-
C. Houdingen en tevredenheid van werknemers
-
D. Persoonlijkheid en het belang van waarden
-
E. Perceptie en besluitvorming in organisaties
-
F. Motivatie
-
G. Het toepassen van motivatieconcepten
-
H. Emoties
-
I. Groepsgedrag
-
J. Het gebruik van teams in een organisatie
-
K. Communicatie in organisaties
-
L. Basistheorieën van leiderschap
-
M. Moderne leiderschapstheorieën
-
N. Macht en politiek in organisatie