Startpagina / Samenvattingen / Gedrag in organisaties een psychologische benadering / fiedler-leider-lpc

Diverse visies op effectief leiderschap - situationele benaderingen van leiderschapseffectiviteit - Fiedlers contigentietheorie van effectief leiderschaps

6 belangrijke vragen over Diverse visies op effectief leiderschap - situationele benaderingen van leiderschapseffectiviteit - Fiedlers contigentietheorie van effectief leiderschaps

Wat zegt het contigentiemodel van Fiedler?

Prestatie van de leider hangt af van de mate waarin de situatie de leider controle en invloed geeft, en van zijn basismotivatie: taak uitvoeren of goede relaties onderhouden.
wijze waarop leider met werknemers omgaat moet aansluiten aan de hoeveelheid invloed die situatie hem geeft.

Hoe zat zijn methode 'least prefferred co-worker' in elkaar?

Is een vorm van een semantische differentiaal, waarbij de respondent moet kiezen tussen twee tegengestelde alternatieven. De vragenlijst wordt voorgelegd aan een leidinggevende met het verzoek om zijn minst prefereerde medewerker te beschrijven op grond van negentien bipolaire adjectieven.

lage lpc score= taakgerichte leiders
hoge lpc score= mensgerichte leiders

Wat stelde Fiedler vast ivm situatiekenmerken?

Fiedler stelde vast dat in sommige situaties een leider met een hoge lpc score het meest effectief bleek te zijn, terwijl in andere situaties leiders met een lage lpc score het meest effectief waren. Om deze tegenstijdigheden te verklaren, ging hij opzoek naar modererende factoren, die hij in de situatie zocht.

Wat is nog belangrijk rond de situationele kenmerken?

Voor elk van deze aspecten wordt elke situatie gedichotomiseerd in hoge en lage waarde. Door combinaties ontstaan acht situaties.
voor elk van deze situaties correlatie berekend tussen lpc score en groepseffectiviteit

Wat is het grootste verdienste van het werk van Fiedler?

Dat hij heeft aangetoond dat leiderschapsstijlen al dan niet effectief zijn in functie van de omstandigheden en dat hij bovendien aangegeven heeft welke aspecten van de omstandigheden relevant zijn.

Wat was het kritiek op het contigentiemodel van Fiedler volgens Ashour?

Hij trekt de empirische validiteit van het model in twijfel
hij stelt dat de meting onvoldoende stabiel is
ashour wijst ook op het feit dat de drie situationele omstandigheden niet onafhankelijk van elkaar zijn en dat deze omstandigheden ook niet onafhankelijk zijn van het leidersgedrag
tot slot merkt Ashour op dat er heel wat studies zijn over een bepaald onderdeel van het model, terwijl het model in zijn totaliteit niet getoetst wordt