Basisbegrippen van motivatie - Hedendaagse motivatie theorieen

11 belangrijke vragen over Basisbegrippen van motivatie - Hedendaagse motivatie theorieen

Welke vijf moderne motivatietheorieën worden benoemd?

1. De cognitieve-evaluatie theorie.
2. De doelstellingstheorie.
3. De self-efficacytheorie.
4. De Billijkheidstheorie
5. De verwachtingstheorie.

Wat is de kern van de cognitieve evaluatie techniek?

Extrinsieke beloning (salaris) voor werk dat eerst intrinsiek lonend was heeft de neiging de algemene motivatie te verminderen.

Welke vier factoren beïnvloeden het verband tussen doelen en prestaties?

1: feedback
2: Persoonlijke verbondenheid met het doel.
3: Taakkenmerken (bekende duidelijke taak, niet afhankelijk van bijdrage van anderen).
4. Cultuurgebonden kenmerken.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Uit welke vier elementen bestaat een management by objectives programma?

MBO is een systematische manier om doelen te stellen die concreet, verifieerbaar en meetbaar zijn en bestaat uit de volgend vier elementen:
1: concrete doelen.
2. Participatieve besluitvorming
3. Expliciete deadline
4. Feedback over prestaties.

Welk aspect staat centraal in de self-efficacy theorie?

Deze theorie stelt zelfvertrouwen, het vertrouwen in eigen kunnen centraal. Hoe groter het zelfvertrouwen, hoe meer vertrouwen een taak goed te kunnen volbrengen. Iemand met weinig zelfvertrouwen zal eerder opgeven dan iemand met veel vertrouwen in eigen kunnen.

Op welke vier manieren kan het geloof in eigen kunnen worden verhoogt?

1: al doende leren is de belangrijkste bron voor het opdoen van zelfvertrouwen in een bepaalde taak.
2: De kunst afkijken. Deze indirecte leerstrategie is het meest effectief wanneer je jezelf gelijk vind staan met de persoon die je observeert.
3: Moed inspreken: Je krijgt meer zelfvertrouwen als iemand je overtuigd dat je de vaardigheden hebt om succesvol te zijn.
4: Ophitsing leidt tot een energieke toestand die iemand aanspoort de taak uit te voeren.

Wat is de kern van de billijkheidstheorie?

Deze theorie stelt dat we in werksituaties vergelijken of wat we erin stoppen in verhouding staat met wat het oplevert. We vergelijken onze input en opbrengsten met anderen.

Welke vier type vergelijkingen kan iemand gebruiken om te bepalen over de baten van zijn werk eerlijk zijn?

1: Zelf-binnen: Vroegere ervaringen van hemzelf in een andere functie in dezelfde organisatie.
2: Zelf-buiten: Vroegere ervaringen in een functie bij een andere organisatie.
3: Ander-binnen: Een ander individu binnen dezelfde organisatie.
4: Ander-buiten: ander buiten de organisatie.

Welke vier stellingen kunnen we doen over wat werknemers doen bij een onbillijke beloning?

1: Vaste salarissen: Werknemers die in vergelijking te veel verdienen per tijdseenheid zullen productiever zijn dan werknemers met een billijke beloning.
2: Prestatieloon: werknemers die te veel verdienen per eenheid product, zullen een kleiner aantal producten van hogere kwaliteit gaan maken, dan werknemers met een billijke beloning.
3: Vaste salarissen: Werknemers die in vergelijking te weinig verdienen, zullen minder produceren, of een lagere kwaliteit leveren.
4: Prestatieloon: Werknemers die in vergelijking te weinig verdienen per eenheid product, zullen een grote hoeveelheid producten van een lage kwaliteit leveren.

Welke vormen van rechtvaardigheid worden gehanteerd binnen de billijkheidstheorie?

1: Distributieve rechtvaardigheid: Ik vind de uitkomst redelijk
2: Procedurele rechtvaardigheid: Ik vind het proces waarmee de uitkomsten zijn vastgesteld redelijk.
3: Interactionele rechtvaardigheid: Ik voel me met waardigheid en respect behandeld.
4: Organisatorische rechtvaardigheid: optelsom van bovenstaande, algemene perceptie van wat redelijk is op de werkvloer.

Laat mbv de billijkheidstheorie zien hoe mensen hun beloningen vergelijken en al of niet als rechtvaardig ervaren .

Mensen vergelijken input (inspanning, ervaring, opleiding) en output/opbrengsten (salaris, loonsverhoging, erkenning) met anderen.
Is de output billijk tov de input?
Vergelijken op 4 manieren:
1. zelf binnen (eigen persoon, andere functie, binnen organisatie)
2. zelf buiten (eigen persoon, zelfde functie, buiten de organisatie)
3. ander binnen (ander persoon, zelfde functie, binnen de organisatie)
4. ander buiten (ander persoon, zelfde functie, buiten de organisatie)
Bijvoorbeeld: collega met zelfde functie, dienstjaren etc verdient meer. Resultaat vergelijk voelt niet rechtvaardig.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo