Startpagina / Samenvattingen / Class notes - Gedrag in Organisaties / gedrag-factoren-extern

E. Perceptie en besluitvorming in organisaties

Q: Welke verschillende factoren kunnen iemands perceptie beïnvloeden?

Factors in the perceiver : Persoonlijke karakteristieken. Factors in the target : Karakteristieken van het 'target'. Factors in the situation : Context waarin men naar objecten kijkt.

Q: Vaststellen of gedrag intern of extern wordt veroorzaakt (attribution theory) gebeurt door de factoren: Concensus, consistency en distinctiveness. Leg deze uit.

Concensus : Iedereen vertoont hetzelfde gedrag. Hoe hoger de concensus, hoe meer iemands gedrag op externe factoren kan worden afgerekend. Consistency : Er wordt gekeken hoe vaak een persoon een soort gedrag vertoont over een bepaalde tijd. Een hogere consistentie betekent een hogere toeschrijving aan interne factoren. Distinctiveness : Mate waarin een persoon hetzelfde gedrag vertoont in andere situaties. Ongewoon gedrag betekent een hogere toeschrijving aan externe factoren.

Q: Er zijn een aantal manier om snel percepties te maken wanneer iemands gedrag wordt beoordeeld. Leg deze uit: - Selective perception - Contrast effects - Halo effect - Stereotyping - Profiling

Selective perception : Selectief interpreteren op basis van achtergrond, interesses, ervaring en houdingen. Contrast effects : Vergelijken van dezelfde eigenschappen bij andere personen. Halo effect : Oordelen op basis van 1 eigenschap. Stereotyping : Oordelen op basis van de groep waar bij persoon bij hoort. Profiling : Komt voort uit stereotyping, oordelen op basis van vaak ras of etniciteit.

14 belangrijke vragen over E. Perceptie en besluitvorming in organisaties

Welke verschillende factoren kunnen iemands perceptie beïnvloeden?

Factors in the perceiver: Persoonlijke karakteristieken.
Factors in the target: Karakteristieken van het 'target'.
Factors in the situation: Context waarin men naar objecten kijkt.

Wat probeert de 'attribution theory' te beschrijven?

Of het gedrag dat een individu vertoont wordt veroorzaakt door interne factoren (waar de persoon zelf invloed op heeft) of externe factoren (waar de persoon geen invloed op heeft).

Vaststellen of gedrag intern of extern wordt veroorzaakt (attribution theory) gebeurt door de factoren: Concensus, consistency en distinctiveness. Leg deze uit.

Concensus: Iedereen vertoont hetzelfde gedrag. Hoe hoger de concensus, hoe meer iemands gedrag op externe factoren kan worden afgerekend.
Consistency: Er wordt gekeken hoe vaak een persoon een soort gedrag vertoont over een bepaalde tijd. Een hogere consistentie betekent een hogere toeschrijving aan interne factoren.
Distinctiveness: Mate waarin een persoon hetzelfde gedrag vertoont in andere situaties. Ongewoon gedrag betekent een hogere toeschrijving aan externe factoren.

Wat is een 'fundamental attribution error'?

De neiging van mensen om externe factoren te onderschatten en de invloed van interne factoren te overschatten, wanneer er een oordeel wordt geveld over het iemands gedrag.

Er zijn een aantal manier om snel percepties te maken wanneer iemands gedrag wordt beoordeeld. Leg deze uit:
- Selective perception
- Contrast effects
- Halo effect
- Stereotyping
- Profiling

Selective perception: Selectief interpreteren op basis van achtergrond, interesses, ervaring en houdingen.
Contrast effects: Vergelijken van dezelfde eigenschappen bij andere personen.
Halo effect: Oordelen op basis van 1 eigenschap.
Stereotyping: Oordelen op basis van de groep waar bij persoon bij hoort.
Profiling: Komt voort uit stereotyping, oordelen op basis van vaak ras of etniciteit.

Wat is de self-fulfilling prophecy/pygmalion effect (behorend bij performance expectations)?

Het gedrag van een individu wordt beinvloedt door een ander. Wanneer een manager veel verwacht van een werknemer, zal deze dit waarschijnlijk waar maken. Wanneer de manager weinig verwacht, zal de werknemer waarschijnlijk weinig inspanning verrichten. 'Expectations become reality'.

Wat is 'bounded reality'?

Het ontwikkelen van een gesimplificeerd model dat de belangrijkste functies van een probleem bevat, zonder dat het te complex wordt.

Wat is 'anchoring bias'?

De neiging om te fixeren op de eerste informatie waardoor latere informatie onjuist wordt toegepast (verankering).

Wat is 'overconfidence bias'?

Het overschatten van de eigen capaciteiten van de mens (vooral buiten eigen expertise).

Wat is 'randomness error'?

Het geloven van mensen dat zij de uitkomst kunnen voorspellen van random gebeurtenissen.

Wat is 'winners curse'?

Winnende deelnemers betalen vaak te veel bij een veiling voor het gewonnen item, doordat zij het item overschatten.

Beschrijf de volgende beperkingen die de beslissingen van managers kunnen beïnvloeden:
- Performance evaluation
- Formal registrations
- Reward systems
- System-imposed time constraints
- Historical precedents

Performance evaluation: Beslissingen worden beïnvloed door de criteria waarop zij beoordeeld worden.
Formal registrations: Beslissingen worden beperkt door regels en beleid.
Reward systems: Beslissingen worden beïnvloed door persoonlijke winst voor de manager.
System-imposed time constraints: Beslissingen worden beïnvloed door tijdsdruk.
Historical precedents: Beslissingen worden beïnvloed door keuzes die eerder zijn gemaakt.

Leg de 3 criteria die worden gebruikt om ethische keuzes te maken uit (justice, utilitarianism, rights)

Justice: Regels die eerlijk en onpartijdig worden opgelegd.
Utilitarianism: Beslissingen worden gemaakt puur op basis van de output en wat voor de grootste groep het meest voordelig is.
Rights: Beslissingen worden gemaakt waarbij basisrechten van mensen gerespecteerd worden en waarbij whistle-blowers beschermd worden.

Uit welke 3 componenten bestaat het 'three-component model of creativity'?

Expertise
Creatieve vaardigheden
Taakmotivatie

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Gedrag in Organisaties

Bekijk samenvatting

Een unieke studie- en oefentool
Nooit meer iets twee keer studeren
Haal de cijfers waar je op hoopt
100% zeker alles onthouden

Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding

E. Perceptie en besluitvorming in organisaties

14 belangrijke vragen over E. Perceptie en besluitvorming in organisaties

Welke verschillende factoren kunnen iemands perceptie beïnvloeden?

Wat probeert de 'attribution theory' te beschrijven?

Vaststellen of gedrag intern of extern wordt veroorzaakt (attribution theory) gebeurt door de factoren: Concensus, consistency en distinctiveness. Leg deze uit.

Wat is een 'fundamental attribution error'?

Er zijn een aantal manier om snel percepties te maken wanneer iemands gedrag wordt beoordeeld. Leg deze uit:- Selective perception- Contrast effects- Halo effect- Stereotyping- Profiling

Wat is de self-fulfilling prophecy/pygmalion effect (behorend bij performance expectations)?

Wat is 'bounded reality'?

Wat is 'anchoring bias'?

Wat is 'overconfidence bias'?

Wat is 'randomness error'?

Wat is 'winners curse'?

Beschrijf de volgende beperkingen die de beslissingen van managers kunnen beïnvloeden:- Performance evaluation- Formal registrations- Reward systems- System-imposed time constraints- Historical precedents

Leg de 3 criteria die worden gebruikt om ethische keuzes te maken uit (justice, utilitarianism, rights)

Uit welke 3 componenten bestaat het 'three-component model of creativity'?

Samenvattingen die gerelateerd zijn aan C. Houdingen en tevredenheid van werknemers

Class notes - Gedrag in Organisaties

Class notes - Mens en Organisatie

Exploring humans an introduction to the phil…

Psychologie & sociologie : basiscursus

sheets

Leren veranderen

Overheidsfinanciën

Hoofdzaken socialezekerheidsrecht

Handboek van het Nederlandse staatsrecht

Van de BV en de NV

Socialezekerheidsrecht

Schets van het Nederlandse arbeidsrecht

Er zijn een aantal manier om snel percepties te maken wanneer iemands gedrag wordt beoordeeld. Leg deze uit:
- Selective perception
- Contrast effects
- Halo effect
- Stereotyping
- Profiling

Beschrijf de volgende beperkingen die de beslissingen van managers kunnen beïnvloeden:
- Performance evaluation
- Formal registrations
- Reward systems
- System-imposed time constraints
- Historical precedents