I. Groepsgedrag

9 belangrijke vragen over I. Groepsgedrag

Noem de 2 soorten groepen bij formele en informele groepen.

Formeel:
- Task groups: Mensen die samenwerken aan een gerelateerde taak.
- Command groups: Groep individuen die verslag doen aan een manager        (voorbeeld van een task group)

Informeel:
- Friendship groups
- Interest groups

Beschrijf het 'five-stage group-development' model.

Forming: Eerste fase, leden proberen te bepalen welk type gedrag wordt geaccepteerd.
Storming: Tweede fase, er zijn conflicten binnen de groep. Er moet worden bepaald wie de leider is en wat de hiërarchie is.
Norming: Derde fase, wordt gekenmerkt door sterke relaties en samenhang. Er worden gemeenschappelijke eisen gesteld die het juiste groepsgedrag definiëren.
Performing: De groep is functioneel en richt zich nu op het uitvoeren van de taak. Voor permanente groepen de laatste fase.
Adjourning: Wanneer de taak is volbracht komen tijdelijke groepen bij elkaar om vervolgens uit elkaar te gaan.

Leg de functie uit van het 'punctuated-equilibrium' model.

Deze is meer geschikt voor tijdelijke groepen met deadlines, en bestaat uit 2 fases:
  1. De groep spreekt af welk type gedrag ze het project benaderen en de richtlijnen worden vastgesteld.
  2. Deze fase begint precies op de helft van het starten en de deadline van het project. Dit omslagpunt is het begin van de tweede fase. In deze fase worden de plannen uitgewerkt.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat zijn 'properties' en welke 5 worden besproken in OB?

Properties zijn eigenschappen van een groep, bedoeld om het gedrag van leden van de groep te kunnen bepalen. We kennen:
  • Rollen
  • Normen
  • Status
  • Grootte
  • Samenhang

Wat is 'role identity'?

Houdingen die consistent zijn met een rol.

Wat is 'role perception'?

De opvatting van een individu over hoe hij of zij moet handelen in een bepaalde situatie.

Welke drie bronnen horen tot de theorie van de 'status characteristics theory' en wat geeft deze theorie aan?

Deze theorie geeft 3 bronnen aan waarop mensen status kunnen verwerven binnen een groep. Deze bronnen zijn:
  • Bijdrage van iemand aan een groep.
  • Persoonlijke eigenschappen van een individu.
  • De macht die een persoon heeft over anderen.

Wat is 'groupthink' en wanneer komt het het vaakst voor?

Het verschijnsel waarbij de alternatieven niet realistisch ingeschat worden doordat er meer nadruk wordt gelegd op de consensus. Het komt vaak voor wanneer er een duidelijke groepsidentiteit is en wanneer de groep een positief imago heeft.

Leg de drie technieken die kunnen worden gebruikt om problemen in groepen te verminderen:
- Nominal group technique
- Electronic meeting
- Brainstorm

  • Nominal group technique: Alle leden zijn fysiek bij elkaar maar handelen onafhankelijk van elkaar. Iedereen schrijft zijn ideeen op en daarna pas worden er over gediscussieerd. Daarna zet iedereen ze in rangorde en wordt het beste idee gekozen.
  • Electronic meeting: Gelijk aan de nominal group technique maar dan wordt er elektronisch gestemd.
  • Brainstorming

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo