C. Houdingen en tevredenheid van werknemers

9 belangrijke vragen over C. Houdingen en tevredenheid van werknemers

Een attitude (houding) bestaat uit de componenten Cognitief, Affectief en Gedragswijze. Leg deze uit.

Cognitive: Mening of overtuiging van hoe iets is.
Affective: Emoties en gevoelens over iets.
Behavioural: Intentie van een persoon zich op een bepaalde manier te gedragen tegenover iets of iemand.

Leg de theorie van Festinger uit en leg ook 'cognitive dissonance' uit.

Normaal gesproken volgt gedrag op de houding die iemand aanneemt. Festinger beweerde dat houding ook op gedrag kan volgen.

Cognitive dissonance
: Onaangename spanning die ontstaat bij het kennis nemen van feiten die strijdig zijn met eigen overtuigingen.

Meestal probeert men cognitieve dissonantie te verminderen, maar soms doet men dit niet. Wat zijn 3 redenen dit niet te doen?

De problemen veroorzaakt door dissonantie zijn van minimaal belang.
De persoon heeft er zelf minimale controle over.
De persoon ontvangt een hoge beloning door dissonantie.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Leg de 5 variabelen (moderating variables) die invloed hebben op de relatie tussen houding en gedrag uit:
- Importance
- Accessibility
- Correspondence to behaviour
- Direct experience
- Social pressures

Importance: Houdingen die als belangrijk worden gezien hebben een sterkere invloed op gedrag.
Accessibility: Iemand die meer over zijn houding praat zal zich hier ook meer naar gaan gedragen.
Correspondence to behaviour: Hoe meer de houding gerelateerd is aan specifiek gedrag, hoe sterker de relatie tussen houding en gedrag.
Direct experience: Wanneer iemand een persoonlijke ervaring heeft gehad met die houding wordt de relatie tussen houding en gedrag sterker.
Social pressures: Wanneer iemand onder sociale druk staat zal iemands houding sneller afwijken.

Wat is 'organizational commitment' en leg de drie dimensies (continuance, affective en normative commitment) uit.

De mate waarin een werknemer zich kan identificeren met een specifieke organisatie en zijn of haar wens om deel te blijven uitmaken van de organisatie.

Continuance: Een werknemer blijft omdat de economische waarde bij de huidige organisatie hoger is.
Affective: Een werknemer blijft omdat hij geloof in de waarden en emotioneel gehecht is aan de organisatie.
Normative: Een werknemer blijft om morele of ethische redenen.

Leg de 2 manieren om 'job satisfaction' te meten uit (single global rating en summation of job facets).

Single global rating: Werknemers geven antwoord op 1 vraag, namelijk hoe tevreden ze zijn.
Summation of job facets: Het werk wordt opgedeeld in key elements en vervolgens wordt er naar elk element apart gevraagd.

Wat is de relatie tussen job satisfaction en 'organizational citizen behaviour'?

Het verschijnsel dat wanneer werknemers tevreden zijn, hun perceptie van rechtvaardigheid veranderd waardoor zij sneller collega's helpen en iets extra hun best doen.

Wat is 'customer satisfaction'?

Tevreden werknemers hebben een positieve invloed op de klanttevredenheid.

Wat is de relatie tussen job satisfaction en 'workplace deviance'?

Wanneer een werknemer ontevreden is, zal hij dit meestal uiten. Dit kan door bijvoorbeeld gedrag te vertonen dat de normen van de organisatie schendt (workplace deviance).

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo