Samenvatting: Gedragsbiologie

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van gedragsbiologie

  • 1 gedragsbiologie

  • 1.1 ethologie

    Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat zijn de 3 bestanddelen van een gedragsproces?

    1. Sign stimulus (prikkel): organismen heeft zintuigen die informatie uit de omgeving opvangen (in- en uitwendig milieu). Als deze informatie gedrag uitlokt dan wordt gesproken van sign stimulus.
    2. informatie verwerking en intergratie van binnen komende prikkels in het centraal zenuwstelsel, gevolgd door beslissingen voor acties (fysiologische reacties en gedragsmatig). Dit gaat via motivationele gedragssystemen.
    3. acties of handelingen. Het organisme reageert doormiddel van uitvoerende organen zoals klieren en spieren
  • Waarom gedragen dieren en mensen zich zoals ze zich gedragen, dit kan je op 4 soorten manieren beantwoorden: (4)

    Proximate verklaringen:
    1. oorzaak en mechanismen: stimuli, neurologische en musculaire activatie, genetisch
    2. ontwikkeling gedrag en leren: hoe komt gedrag tot stand gedurende de levensjaren.


    Ultimate verklaringen:
    1. functie: waarom wordt het gedrag vertoond/ wat is het evolutionaire nut
    2. evolutionaire oorsprong: hoe is het gedrag ooit ontstaan? Is het aanwezig in verwante soorten
  • Wat is de functie (heden) te maken met evolutie (verleden)?

    Functie: overlevingswaarde= biologische betekenis= adaptieve waarde
    • Een dier vertoont gedrag waardoor meer overlevingskansen en meer nakomelingen.
    • Nakomelingen zullen het gedrag van hun ouder geërfd hebben, ze vertonen ook dat gedrag.
    • Nakomelingen produceren ook meer nakomelingen met dat gedrag, gedrag wordt verspreidt over de populatie
  • 2 zintuigen

    Dit is een preview. Er zijn 9 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Gezichtsvermogen is heel veel variaties op welke? (4)

    1. Oogvlek: concentratie fotochemische pigmenten. Richtingsselectivitiet is nog klein en er is nog geen sprake van beeldvorming dus je ziet alleen licht-donker perceptie
    2. bekeroog: een kommetje, hoe kleiner de opening neemt beeldvorming toe, maar neemt de lichtgevoeligheid af. 
    3. lensoog: licht wordt nog meer gecentreerd, beeldvorming heel goed, hoge lichtgevoeligheid. 
    4. facetoog: bestaan uit meerder ommatidia (lensoogjes), zeer grote richtingsselectiviteit/visueel veld, maar lage resolutie
  • Wat zijn de mechanische zintuigen?

    berust op deformatie van een cel of ombuiging van zintuighaar
    1. Tastzintuig: reageert op aanrakingen, fysiek contact of herhaalde contactstimuli --> tastharen
    2. statisch zintuig: een blaasje of instulping, waarin een soort steentje en aantal zintuigharen zit. Verandert lichaamsstand dan worden zintuigharen verbogen door steentje
    3. rotatiezintuig: berust op draaiing. Door verandering van draaiing zal de zintuig ahren gaan buigen.
  • Wat is het chemisch zintuig?

    Reuk- en smaakzin. 
    Vomeronasaal orgaan:
    • Orgaan dat feromonen waarneem
    • Feromonen: geurstoffen die een signaalfunctie hebben naar soortgenoten
    • Aanwezig bij veel reptielen en zoogdieren, in de mens rudimentair. 
  • 3 stimulus en directe veroorzaking gedrag

    Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is innate releasing mechanisme (IRM)?

    (ethologie) term waarmee alle prestaties van het zenuwstelsel worden aangeduid waarbij uit de buitenwereld komende prikkels zodanig gefilterd worden dat slechts bepaalde prikkels (sign stimuli) een reactie teweegbrengen. Innate (aangeboren) duidt erop dat de betrekking tussen prikkel en reactie onafhankelijk van de ervaring optreedt, dus erfelij...
  • Wat is fixed action pattern (FAP)

    • Een vast gedragsreactie die op ene bepaalde stimulus plaatst vindt.
    • reflexmatig en instictief
    • Eieren terug rollen ganzen.
    • gedrag moet afgemaakt worden wanneer het eenmaal begonnen is.
    • Het is een automatische reactie en hoeft niet bij na gedacht te worden.
    • Is voor elke organisme van een soort gelijk maar wel variatie   
  • wat is heterogene stimulussummatie?

    De stimuli op zich zelf kunnen het gedrag niet ontketenen, maar dragen wel bij tot een vergemakkelijking van de deblokkering; hier tellen de effecten bij elkaar op.
  • Wat is een supranormale stimulus?

    Een kunstmatige stimulus die beter functioneren dan de natuurlijke. Dier en mens reageren vaak sterker als een supranormale stimulus wordt vertoont dan bij de normale.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Gedragsbiologie