DT 1 - Motivatie
10 belangrijke vragen over DT 1 - Motivatie
Wat is het verschil tussen overflow-hypothese en disinhibitie-hypothese?
Bij disinhibitie remmen de systemen (paren en territorium) elkaar, zodat er ruimte is voor een ander gedrag als een stimulus dit stimuleert.
Waarom is de streefwaarde van homeostase bij een individu niet hetzelfde?
Welke responses kan je krijgen, ook kijkend naar de drempelwaarde?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Welke vier stappen ga je af in een feedback loop van homeostase?
2. Effectoren gaan aan als dit niet zo is. Dit kunnen spieren, het endocriene systeem of metabolisme zijn.
3. Output - de conditie van een dier verandert. Bijvoorbeeld: lichaamstemperatuur of de bloed suiker spiegel.
4. Zintuigelijke evaluatie van de staat van het dier.
Het lijkt eigenlijk op een verwarming; thermostaat. Homeostase is altijd het doel, en er gaat pas iets gebeuren als dit niet het geval is.
Geef een voorbeeld van negatieve feedbackloop bij een uitgedroogde kat. Gebruik oa de woorden: osmolariteit, stimulering, drinken en receptoren.
Hoe hebben de ontwikkeling van een rat en stress met elkaar te maken?
Hoe heeft testosteron effect op de lordosis van een rattenvrouwtje?
Geef een voorbeeld van complexe homeostase bij de feed-forward van honden.
Welk streefgedrag hoort er bij de volgende eindgedragingen: reproductie (vogel), voedsel eten (varken), eten en reproductie (tijger)?
Voedsel eten (varken) - wroeten in de aarde, waardoor het varken voedsel zoekt.
Eten (tijger) = prooi zoeken door het gebied af te struinen en te jagen + prooi te vangen.
Reproductie (tijger) = gebied afstruinen om een partner te vinden.
Waarom is het belangrijk dat streefgedrag belonend werkt voor een dier?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden