DT 1 - Leren en geheugen
29 belangrijke vragen over DT 1 - Leren en geheugen
Hoe werken selectiedrukken op zwaardere omstandigheden van grazers en roofdieren?
Roofdieren > hoge selectiedruk op leren, omdat ze moeten jagen.
Gelijke omstandigheden geeft echter weinig selectie op leren.
Veranderlijke omstandigheden (bijv seizoenen) > hoge selectie op het leren.
Waarom is de zeeslak een goed studie dier?
Wat is het verschil tussen een 'mediating circuit' en een 'modulatory circuit'?
Modulatory circuit = grijpt aan op mediating circuit > reguleert sterkte synaptische verbindingen.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Hoe zien we de werkingsmechanismen van habituatie bij de zeeslak?
- Lange termijn habituatie: verbindingen verdwijnen > kan enkele weken aanhouden.
Wat is een belangrijke adaptieve waarde van habituatie?
Waar zorgt de adaptieve waarde van sensitisatie voor?
Hoe werkt klassiek conditioneren?
Kan je wat meer vertellen over de werkingsmechanismen van klassiek conditioneren?
LTP > meer neurotransmitters, betekent meer receptoren, wat leidt tot meer verbindingen.
Neurologisch is het vergelijkbaar met sensitisatie, maar biochemisch proces verschilt.
Wat zijn de adaptieve waarden van klassiek leren?
Hierdoor is het mogelijk om sneller een stimulus te herkennen, waardoor er sneller gereageerd kan worden. Bijvoorbeeld een prooi die je in een bepaalde omgeving vindt, of het mogelijk maken om geluiden van prooi- of roofdieren te herkennen (ook al zie je het dier niet).
Hoe werkt smaak aversie?
Wat zijn adaptieve waarden van smaak aversie voor specialisten en generalisten?
Wat is er van belang om operant leren te laten slagen?
Wat zijn de adaptieve waarden van operant leren?
Dit gebeurt op allerlei vlakken zoals leren jagen, voedsel bereiken en predatoren te slim af zijn.
Wat zijn vier kenmerken van imprinting (Konrad Lorenz)?
2. Vaak ook gebrui8kt voor soortherkenning van paringspartner.
3. Kritische periode = korte periode (meestal vlak na de geboorte) waarbij de imprining plaatstvindt. Daarbuiten kan imprinting niet meer optreden.
4. Irreversibel.
Wat gebeurt er tijdens imprinting met neuronen?
2. Toename post- synaptische receptoren.
3. Groei van de dendrieten.
Noem vier punten die passen bij de adaptieve waarde van imprinting?
2. Imprinting van levensbelang voor voeding en bescherming.
3. Weten wie je soortgenoten zijn om mee te paren.
4. Mate imprinting verschilt per soort > genetische component.
Waarom trekt de kieuw van de zeeslak samen als je de sifon aanraakt?
Waarom is het trainen van dieren belangrijk voor een gedragsbioloog?
- In dierentuinen kunnen trainers dat ook doen voor de gezondheidschecks.
- Een herder kan in een kudde zorgen om één schaap of geit uit de kudde te halen in plaats van de hele groep te selecteren.
Met welke drie leerprocessen wordt gebruik gemaakt tijdens het trainen?
2. Klassiek conditioneren > koppeling maken geluid aan beloning.
3. Operant conditioneren > uitvoeren bepaald gedrag.
Wat is een 'discriminant' (onderdeel leerproces bij trainen van dieren)?
Wat voor aspecten moet je rekening mee houden bij het trainen van dieren?
Waar moet je rekening mee houden met het trainen van een prooidier?
- Gevoelig voor gevaar en vlucht sneller > beter te trainen met negatieve bekrachtiging.
- Snel afgeleid door focus op omgeving > minder focus op de training.
Waar moet je rekening mee houden met het trainen van een roofdier?
- Snel belonen van belang.
- Niet snel afgeleid door omgeving > betere focus op training.
Wat betekent een solitair type dier voor het trainen?
- Soortgenoten in de buurt zorgen voor afleiding.
- Minder gericht op de trainer.
- Aandacht werkt niet als beloning.
Wat betekent een sociaal type dier voor het trainen?
- Goede focus op de trainer.
- Soms moeilijk los van de groep te trainen.
- Dominantie hiërarchie > welk dier kies je?
Waarom moet je letten op eetgewoonten van dieren bij het trainen?
Wat voor eetgewoontes hebben een herbivoor, carnivoor, generalist en specialist?
Carnivoor > eet heel gespreid, kan soms dagen zonder.
Specialist > eet altijd hetzelfde, voedsel beloning is hierbij moeilijk.
Generalist > goed te belonen met lekker eten.
Wat is het trainingsplan om je einddoel te bereiken (6 stappen)?
2. Secundaire reïnforcer > koppeling geluid/signaal aan beloning.
3. Eerste stap richting gewenst gedrag belonen.
4. Volgende stap belonen & tegelijk stoppen met vorige stap belonen. Hierbij maak je gebruik van de extinction burst.
5. Herhaal stap 4 tot juiste gedrag einddoel is behaald.
6. Voeg discriminant toe (signaal waarbij het gedrag moet plaatsvinden) > alleen belonen als gedrag plaatsvindt bij het juiste signaal.
Waar moet je naast het stappenplan, nog meer opletten als trainer?
- Stop direct als het dier gefrustreerd raakt.
- Maak sessies niet te lang in verband met focus kunnen houden (2 minuten is al best lang).
- Zorg dat een dier motivatie heeft voor een beloning, dus train je dier niet net nadat het gegeten heeft.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden