Hechtingsproblemen - Gehechtheid en hechtingsproblemen
3 belangrijke vragen over Hechtingsproblemen - Gehechtheid en hechtingsproblemen
Welke drie (vier) gehechtheidspatronen onderscheidde Ainsworth?
2. Het vermijdend gehechte kind: kind reageert niet of nauwelijks als de opvoeder vertrekt en weer terugkomt
3. Het angstig-ambivalent gehechte kind: kind blijft dicht bij de moeder en vertoont weinig exploratiegedrag.
4. Het gedesorganiseerd gehecht kind: reageert heftig als de moeder weg is, maar 'bevriest' bij haar terugkomst.
Welke risicofactoren zijn er voor onveilige hechting?
Gezinsfactoren: sociaaleconomische situatie; hoeveelheid stress. Wisselende relaties van opvoeder. Mishandeling of verwaarlozing.
Kindfactoren: kinderen met een moeilijk temperament; onregelmatig waak-slaap ritme, kinderen die extreem reageren op een onverwachte situatie (hulpbaby's; explosieve kinderen). Verblijf in couveuse of langdurig ziekenhuisopname van baby of ouder. Het verlies van een ouder; opvallende lichamelijke handicaps. Kinderen uit draagmoederschap, adoptiekinderen, vervang- en verzoekkinderen.
Wat is belangrijk als leerkracht met kind met hechtingsproblematiek in de klas
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden