Startpagina / Samenvattingen / Gedragsproblemen / omgeving-cognitieve-persoon

Modellen en interventies - Het ecologische model

5 belangrijke vragen over Modellen en interventies - Het ecologische model

Amerikaanse Re-ED project

Bestemd voor kinderen met ernstige psychosociale gedragsproblemen. Kinderen mochten alleen in het weekend naar huis. Centraal stond de training van de leerkracht/conselor die met de leerkracht het kind van moment tot moment van dag tot dag doornam. Ook vormde samenwerking met ouders een essentieel onderdeel. Ook lag het accent op het onderwijzen ipv het behandelen op het sociale systeem ipv zijn intrapsychische processen. Belangrijk facet is dat de omgeving van de jeugdige krachten dient te worden gemobiliseerd die een positieve invloed op deze hebben.

In de visie van Bronfenbrenner is de sociaal-ecologische omgeving opgebouwd uit:

1. Microsysteem: geheel van relaties tussen persoon en zijn omgeving (settings).
2. Mesosysteem: geheel van microsystemen plus de relaties tussen deze microsystemen.
3. Exosysteem: 1/2 settingen waaraan de persoon niet actief participeert, maar waar wel dingen gebeuren die op de persoon van invloed zijn.
4. Macrosysteem: systemen die bestaan op cultureel en subcultureel niveau.

Stimulus-organisme-respons: (cognitieve model)

het feit dat mensen verschillend reageren op dezelfde prikkel, moet gezocht worden in de verschillende wijzen waarop de prikkel wordt verwerkt. Hierbij gaat de aandacht uit naar cognitieve verwerkingsprocessen.

Prikkel bereikt een persoon en zet bepaalde cognitieve processen in gang. De volgende elementen spelen hierbij een rol:

- aandacht: Selectieve aandacht (gericht op een aspect van de prikkel) en verdeelde aandacht (gericht op zoveel mogelijk aspecten van de prikkel)

- waarneming: wijze waarop de verzamelde informatie wordt geïnterpreteerd en verwerkt

- geheugen: informatie is opgeslagen in korte termijn en lange termijn geheugen

- denken: altijd betrekking op een probleem en is te onderscheiden in ; probleem oplossen, redeneren, beslissen en oordelen

Hoe cognitieve informatieverwerking verloopt in het tot stand brengen van adequaat gedrag in een sociale situatie is te illustreren a.d.h.v. 5 stappen zoals die door Dodge zijn onderscheiden:

1. het waarnemen van de stimuli: kind let op 1 aspect of meerder facetten.
2. de waargenomen stimuli wordt geïnterpreteerd. Hierbij speelt in het geheugen opgeslagen kennis een rol
3. 1 of meerdere gedragsresponsen worden voorbereid.
4. De keuze van een respons wordt gemaakt op basis van de inschatting van de gevolgen van de gedragsantwoorden.
5. het feitelijke gedrag wordt uitgevoerd. Ook wordt het effect van het gedrag op de omgeving geregistreerd.