Sociaal-emotionele ontwikkeling en hechting

6 belangrijke vragen over Sociaal-emotionele ontwikkeling en hechting

Wat zijn de twee verklaringen van social referencing, waarbij baby's doelbewust informatie (vaak gezichtsuitdrukkingen) zoeken over de gevoelens van anderen om onduidelijke omstandigheden en gebeurtenissen te kunnen plaatsen en dat meestal manifesteert rond de acht à negen maanden

  1. De waarneming van de gezichtsuitdrukking van iemand anders roept de emotie op die de gezichtsuitdrukking weergeeft.
  2. De baby haalt alleen informatie uit het observeren van de gezichtsuitdrukking en gebruikt dit dus puur als richtlijn voor eigen gedrag.

Wat is erg belangrijk voor een baby tot 1.5 jaar (de belangrijkste levensmaanden) om te geven wat erg bijdraagt aan het hechtingsproces en hoe kan dit gegeven worden?

Het is erg belangrijk om een jong kind te laten merken dat je er voor hem of haar bent, liefde en aandacht is nog belangrijker dan voeding. Je kan dit het kind geven door hem gerust te stellen bij angst en aandacht te geven op de momenten dat hij of zij het nodig heeft. Het kind moet ervaren dat de wereld veilig is.

Wat ontdekte Mary Ainsworth met haar 'strange situation experiment' waarbij zij moeders met hun kinderen in verschillende situaties plaatste waarbij de kinderen op verschillende manieren alleen werden gelaten?

Ainsworth ontdekte dat 70% van de kinderen zich in de aanwezigheid veilig voelt en exploratie laat zien. Wanneer de ouder weggaat, ervaart het kind stress, maar bij terugkomst van de ouder zal het kind toenadering zoeken en zich snel veilig genoeg voelen om verder te spelen.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat zijn de verschillende gehechte groepen die Ainsworth ontdekte naar aanleiding van haar 'strange situation' onderzoek en wat zijn hier de gedragingen bij en welk gedrag van de ouder kan hier aan hebben bijgedragen?

  • A-type (vermijdend): vermijdend gehecht en zoekt geen toenadering.
         Opvoeder: Afwijzend, consequent insensitief

  • B-type (grootste groep, veilig gehecht): eerst exploratie, stress bij verdwijnen opvoeder, toenadering bij terugkomst, snel hervatten exploratie.
         Opvoeder: Invoelend, consequent sensitief

  • C-type (ambivalent): meer hechtingsgedrag, weinig exploratie, hevige stress bij afwezigheid opvoeder, ambivalent, toenaderingsgedrag bij terugkomst, nauwelijks of geen hervatten exploratie
         Opvoeder: Grillig en onbereikbaar, inconsequent sensitief

  • D-type (gedesorganiseerd): combinatie van type A en C, enerzijds toenadering, anderzijds levert dit stress op.
         Opvoeder: Heeft het kind geen veiligheid laten ervaren,         
         onvoorspelbaar en inconsequent

Wat ontdekte Harlow met zijn experiment met Resus-aapjes waarbij hij twee verschillende soorten 'nep moeders', een ijzeren moeder met voeding en alleen een zachte moeder, voor de aapjes ontwikkelde en onderzocht bij welke soort moeder de aapjes hechtingsneiging hadden in stressvolle situaties?

De aapjes hadden in stressvolle situaties de neiging om troost te zoeken bij de zachte moeder, aangezien deze moeder voor veiligheid stond. Wanneer de aapjes honger hadden, gingen ze naar de ijzeren moeder om alleen te eten om vervolgens weer naar de zachte moeder te gaan. Hiermee concludeerde hij dat de keuze voor het gehechtheidsfiguur wordt bepaald door aangenaam, fysiek contact.

Wat zijn de vier factoren die de kwaliteit van hechting kunnen beïnvloeden?

  1. (Psychische) problematiek bij ouders
  2. Opvoedingsverleden ouder
  3. (1 van de) ouders weg uit de thuissituatie
  4. 'Goodness of fit (in hoeverre passen de karakters bij elkaar)' (ouder-kind), met name bij 'moeilijk temperament' kind

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo