Samenvatting: Geestelijke Stromingen

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Geestelijke stromingen

• Toetsdoel 1

  Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 29/10/2020
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke drie vormen van geestelijke stromingen zijn er?

  1. Wereldgodsdiensten
  2. Levensbeschouwelijke stromingen
  3. Sekten

• Welke levensbeschouwelijke stromingen zijn er?

  Humanisme, Liberalisme, Socialisme

• Wat is de betekenis van LeVo? En wat leren lln. Daar?

  LeVo staat voor levensbeschouwelijke vorming.
  Lln. Leren daar om oog te krijgen voor levensvragen en maken kennis met antwoorden die door de verschillende levensbeschouwingen worden gegeven.

• Wat zijn de twee betekenissen van een sekte?

  1. Een godsdienstige beweging die vaak door een schisma is afgesplitst van een grotere religieuze beweging of organisatie.
  2. Een nieuwe religieuze beweging, vaak gesticht door een charismatische leider met nieuwe leer of openbaring.

• Toetsdoel 2

  Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 29/10/2020
  Laat hier meer flashcards zien

• Waarom is het belangrijk om intercultureel onderwijs te geven?

  Wij leven in een multiculturele samenleving, voor kinderen is het belangrijk om kennis te maken met andere culturen.

• Welke vragen kan je stellen over de benaderingswijze voor geestelijke stromingen?

  1. Moet dit onderwijs objectief/ kennis overdragend gegeven worden?
  2. Hoe is de verhouding met de identiteit van de school?
  3. Hoe gaan we om met de visies van ouders?
  4. Hoe gaan we om met punten als respect voor het gedachtengoed van anderen zonder het eigen uitgangspunt te relativeren?

• Welke 3 vormen van benaderen zijn er? En hoe heet dat model?

  1. De afschermende benadering - overdrachtsmodel
  2. De dialogiserende benadering - verhelderingsmodel
  3.  De open benadering - communicatiemodel

• Wat zijn de belangrijke punten die bij de afschermende benadering horen?

  1. Komt op veel scholen voor waar lln. Vnl. Afkomstig zijn uit 1 denominatie (reformatorisch, gereformeerd etc.)
  2. Groepsdenkend - profileren eigen normen en waarden
  3. Doelstelling: lln. Kennis laten maken
  4. Plaats: binnen de wereldoriëntatie

• Welke punten passen bij de dialogiserende benadering?

  1. Op scholen waar de ruimte wordt gemaakt voor ontmoeting met andere culturen en godsdiensten.
  2. Waarderende dialogische sfeer - gelijkwaardigheid
  3. Positief kritische benadering van positief beoordeelde stroming. 
  4. Niet positief beoordeelde stromingen worden uitgesloten. 
  5. Doelstelling: begripsvorming. Kennis, begrip en waardering. 
  6. Plaats: wisselend, tussen kennis- en vormingsgebied.

• Welke punten horen bij de open benadering?

  1. Zich bewust laten beïnvloeden door religie.
  2. Positieve beïnvloeding van de lln. Door allerlei stromingen, lln. Zullen godsdienstig 'rijker' uit de ontmoeting komen. 
  3. Lln. Samen op weg in en met andere culturen.
  4. Kennismaking vindt zoveel mogelijk plaats van binnen uit. 
  5. Plaats: godsdienstvorming
  6. Kenmerk: spreken niet over, maar vanuit een stroming. 
  7. Mensen vanuit de stroming kunnen worden uitgenodigd.