Deductieve redeneringen - Implicatie en geldigheid
4 belangrijke vragen over Deductieve redeneringen - Implicatie en geldigheid
Iedere redenering kan gepresenteerd worden als een conditionele uitspraak. Volgens welk schema?
Voorbeeld:
- als ((als P dan Q) en P) dan Q
- als ((P of Q) en niet-P) dan Q
Leg uit: ((als P dan Q) en P) en niet-Q
Dit is een conjunctie van de premissen & ontkenning van de conclusie
Dit is een contradictie
Een contradictie is onwaar ongeacht de waarheidswaarden van de samengestelde uitspraken
(maak zelf een tapel ter controle)
Conditionele uitspraken die geldige redeneringen weergeven zijn condtionele uitspraken van een heel bijzondere vorm. Waarom?
Een conditionele uitspraak die een geldige redenering weergeeft doet dat wel omdat zij (vanwege haar interne structuur) een tautologie is.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Welke 2 manieren zijn er om te controleren of een redeneervorm geldig is?
- Zij moet een tautologische conditionele uitspraak zijn waarbij
- antecedens = conjunctie van de premissen
- conclusie = consequens
- Zij moet een contradictie zijn waarbij:
- de waarheid van de premissen de onwaarheid van de conclusie onmogelijk maakt
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden