Statistische gegevens, statistische afhankelijkheid en causale hypothesen - Enkelvoudige statistische hypothesen; populaties en variabelen
15 belangrijke vragen over Statistische gegevens, statistische afhankelijkheid en causale hypothesen - Enkelvoudige statistische hypothesen; populaties en variabelen
Enkelvoudige statistische hypothese
Wanneer dienen statistische hypothesen als niet-ondersteunde uitspraken te worden beschouwd en waarom?
Wat is een enkelvoudige statistische hypothese
Voorbeeld:
De uitspraak ‘35 procent van alle volwassen Nederlandse mannen rookt is een voorbeeld van een enkelvoudige statistische hypothese.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat bedoeld met Eindige en oneindige populatie
Kwalitatieve v kwantitatieve kenmerken
kwantitatief: levensduur, aantal kinderen
Elk element van een populatie kan één of meer kenmerken bezitten. Welke twee soorten kenmerken kunnen we onderscheiden?
- Kwalitatieve kenmerken
- Kwantitatieve kenmerken
Wat wordt bedoeld met kwalitatieve en kwantitatieve kenmerken
- Al of niet roken’, ‘wel of geen kinderen hebben’, ‘man of vrouw zijn’ zijn kwalitatieve kenmerken.
- Aantal kinderen per gezin, levensduur, halveringstijd zijn kwantitatieve kenmerken.
Kenmerken van elementen van een populatie kunnen vergeleken worden via een meetschaal. Welke drie meetschalen worden in het boek genoemd?
- Nominale meetschaal (voor kwalitatieve kenmerken)
- Discrete meetschaal (voor kwantitatieve kenmerken)
- Continue meetschaal (voor kwantitatieve kenmerken)
Hoe noemen we de kenmerken van elementen van een populatie, en wat is de definitie ervan?
- Populatievariabelen (gemakshalve: 'variabelen')
- Definitie: een variabele is alles wat verschillende waarden kan aannemen
Noem 3 meetschalen waarop een waarde verzameling op kan worden gekarakteriseerd en welke waarden daar op worden verzameld
- Nominale meetschaal; hierop worden kwalitatieve variabelen verzameld.
Hiernaast zijn er nog 2 kwantitatieve meetschalen
- Discrete meetschaal; hierop zijn variabelen verzameld die geen tussenwaarde kunnen aannemen b.v. dobbelstenen, klassen
- Continue meetschaal; hierop zijn variabelen verzameld die tussenwaarden kunnen aannemen. Voorbeelden: lengte, gewicht, buitentemperatuur, tijd, etc.
Wat is de relatie tussen kenmerken en variabelen?
Bij elke statistische studie moeten drie belangrijke vragen altijd gesteld worden. Welke zijn dit?
- Om welke populatie gaat het (wat behoort ertoe en wat niet)?
- Welke populatievariabele(n) worden bekeken?
- Welke waarden kunnen die variabelen aannemen?
Wat verstaan we onder een 'waardenverzameling' en hoe kunnen we die karakteriseren?
- Een verzameling waarden die die variabele geacht wordt te kunnen aannemen.
- De waardenverzameling wordt gekarakteriseerd door middel van een meetschaal
Op wat voor meetschaal liggen kwalitatieve kermerken?
De waarden zijn niet in cijfers te meten maar vertegenwoordigen een kwaliteit (man/vrouw)
Op wat voor meetschaal liggen kwantitatieve kenmerken (2)?
- Discrete meetschaal: de waarden zijn duidelijk gescheiden (aantal kinderen per gezin)
- Continue meetschaal: tussen elke twee waarden van de schaal bestaan oneindig veel andere (een continuüm van waarden) (gemiddeld aantal kinderen in Europa)
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden