Samenvatting: Geïntegreerd Pedagogisch Handelen In Voortgezet Onderwijs En Beroepsonderwijs | 9789046906422 | Jeroen Hendrik Arnold Maria Onstenk

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Geïntegreerd pedagogisch handelen in voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs | 9789046906422 | Jeroen Hendrik Arnold Maria Onstenk

• 1 Pedagogisch handelen in voortgezet en beroepsgericht onderwijs

  Dit is een preview. Er zijn 22 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is er nodig voor een veilig pedagogisch klimaat om te leren.Noem er 4

  1. Veilig leerklimaat
  2. Relatie (ik hoor erbij), competentie ( Ik kan het) en autonomie (ik kan het zelf)
  3. Verborgen leerplan: Normen en waarden die onbewust worden aangeleerd
  4. Leerling-participatie

• Wat is een Directieve benadering? Noem 3 manieren van benaderen.

  1. Gebaseerd op gezag en macht
  2. Het is duidelijk wat de docent verwacht van de leerling
  3. Het kost weinig tijd

• Wat is een responsieve  benadering? Noem 4 manieren van benaderen

  1. Benaderd op een gelijkwaardige manier
  2. Verzameld informatie over beweegredenen en gevoelens
  3.   Voorkomt conflicten
  4. Helpt met reflecteren van de leerling

• Noem het pedagogisch grondfiguur van deci en Ryan/Stevens (3 basisbehoeftes)

  1. Autonomie (Ik kan het zelf
  2. Competentie (ik kan het)
  3. Relatie (ik hoor erbij)

• Noem de 4 opvoedstijlen van Macoby en Martin

  1. Autoritatief
   opvoeding (heldere regels en verwachtingen, input vd kinderen, Flexibiliteit.
  2. Autoritaire opvoeding (ouders wil is wet, hoge verwachtingen, Niet voldoen ad behoefte vh kind)
  3. Permissieve opvoeding  (geen verwachtingen en regels, Kinderen bepalen agenda)
  4. Verwaarloosde opvoeding (Staan niet open voor de kinderen, geen verwachtingen.

• De Growht/fixed mindset is gericht op groei, noem 5 soorten waarop deze groei gebaseerd is

  1. Omarmen van uitdagingen
  2. Volhouden bij tegenslag
  3. Inspanningen zien als iets wat erbij hoort
  4. Openstaan voor kritiek
  5. Leren en geïnspireerd raken door het succes van anderen.

• Noem van elke orde maatregel 1: Preventief, Operatief en Curatief

  Preventief: Hoe voorkom je problemen?
  Operatief: Wat doe je als er problemen zijn?
  Curatief: Wat doe je achteraf?

• Noem 3 eigenschappen die de roos van Leary aantoont

  1: Hoe communiceren mensen met elkaar
  2. Wat is de invloed en de emotionele afstand bij de communicatie
  3. Helpt voorspellen wat de reactie van de docent zal zijn, dat komt rust en orde in de klas ten goede.

• Wat is de perverse triade van Jay Haley

  1. Ouders en docenten voeden samen het kind op.
  2. Ze erkennen elkaars kracht
  3. Docenten zitten op een lijn.
  
  Deze triade los je op door: erkenning van kwaliteiten en de ik-boodschap te gebruiken.
  Anders ontstaat er een front van een volwassene met kind tegen de andere volwassene.

• Wat is de 5 sporen aanpak?

  1. Steun de gepeste
  2. Steun de pester
  3. De middengroep betrekken bij het oplossen
  4. De ouders betrekken
  5. Alle leraren van de klas betrekken