Invloed vanuit de praktijk; integratie van gedragstherapie met cognitieve therapie - Cognitieve therapie

9 belangrijke vragen over Invloed vanuit de praktijk; integratie van gedragstherapie met cognitieve therapie - Cognitieve therapie

Wat zijn de overeenkomsten en verschillen tussen de cognitieve therapie van Beck en de REBT van Ellis?

overeenkomsten:
- beiden gaan ervan uit dat disfunctionele interpretaties ten grondslag liggen aan psychopathologie
- die ten gevolge: correctie van deze interpretaties verhelpt de emotionele stoornis

verschillen:
- [Beck]: gebruikt socratisch dialoog om cognities en misinterpretaties uit te dagen
- [Ellis]: therapeut moet de patient vooruit zijn en misinterpretaties zelf herkennen en herstellen m.b.v. overreding en confrontatie
- ook is Beck wetenschappelijk gebleven, Ellis niet

Beck en Ellis zijn beide cognitief therapeuten en verschillen met hun therapievormen niet op het niveau van therapeutisch aangrijpingspunt, maar wel op het niveau van ....

Hoe zien hun stijlen eruit?

Therapeutische context. De interactiestijl verschil vooral.

Beck probeert door een socratisch dialoog de pt zoveel mogelijk zelf zijn disfunctionele gedachten in kaart te laten brengen en bij te stellen.

Ellis maakt gebruik van overreding en confrontatie om de pt tot andere interpretaties te stimuleren.

Er zijn 2 varianten van Intermediaire Opvattingen en ook subopvattingen. Welke? Wat zijn de verschillen?


1. Conditionele opvattingen ("als...,dan...")
a. Voorspellende opvattingen: Als ...er is, dan gebeurt er...
b. Interpreterende/evaluatieve opvattingen: drukt niet zozeer een verwachting uit, is referentieel. Dus: als...het geval is, dan betekent dat... "als je een negatieve gedachte hebt over anderen, dan ben je een slecht mens".

2. Instrumentele intermediare opvattingen
a. Er worden allerlei leefregels en motto's zichtbaar. Gedragsregels aan jezelf.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Net als kernopvattingen zijn ook intermediare opvattingen soms meer en soms minder actief. Anders is wel dat de invloed van intermediaire opvattingen...............

Sterk afhangt van de omstandigheden waarin iemand zich bevindt. Corrigerende ervaringen kunnen ervoor zorgen dat de opvattingen minder geloofwaardig zijn en bijgesteld zullen worden.

Beck en Ellis zijn beide cognitieve therapeuten. Zij richtten zich beide op hetzelfde therapeutische aangrijpingspunt. Leg dit uit.

  • Beiden gingen ervan uit dat disfunctionele interpretaties ten grondslag liggen aan veel soorten pathologie, waarbij m.n. Beck ervan uitgaat dat mensen cognitieve schema's hebben.
  • Alle 2 hebben ze zoekschema's en therapeutische procedures ontwikkeld om disfunctionele interpretaties en schema's op te sporen en te corrigeren.
  • Ze zijn het er beide over eens dat wanneer je de disfunctionele interpretatie corrigeert, de betreffende emotionele stoornis verholpen wordt. 

Naast dat Beck en Ellis (ret) verschillen op het gebeid van therapeutische context (interactionele stijl) zijn er nog twee andere verschillen tussen hoe zij hun stijlen beschouwen. Leg dit uit.

  • Ellis beschouwt zijn methode eerder als een levenstijl dan als een specifieke psychotherapeutische methode.
  • Beck zijn schemamodel heeft zich vanaf het begin veel meer geleend en opengesteld voor wetenschappelijk onderzoek.

Noem een belangrijk verschil tussen RET en cognitieve therapie enerzijds en CGM (cognitieve gedragsmodificatie) anderzijds.

Bij RET en CT ligt de nadruk op "begrijpen" en "onderzoeken" van cognities, terwijl de nadruk bij Meichenbaum veel meer ligt op het "veranderen" ervan.

Wat maakt automatische gedachten bijzonder? (welke therapie?)

Ze zijn min of meer rechtstreeks navraagbaar. Dit itt kernopvattingen en intermediaire opvattingen.

therapie: thought catching (leren herkennen van automatische gedachte). De emotioneel reactie is vaak wel opvallend, van daaruit zoeken naar de automatische gedachten.

Nieuwe informatie wordt niet onbevooroordeeld opgenomen in een schemamodel, maar gekleurd door de kennis die daar reeds aanwezig en beschikbaar is.

Welke 3 cognitieve processen zijn daarbij van invloed?

Let op; volgens het cognitieve model is informatieverwerking in belangrijke mate een top-down proces.

  • Assimilatie (inpassen binnen bestaande schema's)
  • Accomodatie (aanpassen bestaande opvattingen op basis van de betekenis die men toekent aan nieuwe gebeurtenissen)
  • Overaccomodatie (nieuwe, disfunctionele, rigide opvattingen)

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo